In de voormiddag sprong Van Aert op zijn crossfiets voor een tocht van 73 kilometer door de Kempense bossen. “Spekglad”, schreef hij erbij op Strava. Logisch, aangezien het toen al urenlang had geregend.
Na een pauze van zo’n driekwartier – een mens moet ook eten en drinken – stapte de renner van Visma-Lease a Bike op zijn koersfiets voor een ritje van net geen 60 kilometer naar Wijnegem en terug, achter de brommer langs het Albertkanaal met een gemiddelde van 42,1 kilometer per uur. “Niks in z’n eigen”, klonk het.
Wat kan Belgisch blok tegen Van der Poel?
Ondanks de onverwachte deelname van Wout van Aert verschijnt Mathieu van der Poel zondagnamiddag (15 uur) nog steeds als topfavoriet aan de start van het WK veldrijden. De Nederlander kan in Noord-Frankrijk voor de zevende keer de regenboogtrui grijpen en zo op gelijke hoogte komen van recordhouder Erik De Vlaeminck.
De 30-jarige Van der Poel reed deze winter zeven crossen en won die allemaal met verve. Afgelopen weekend bewees hij met demonstraties in de wereldbekermanches van Maasmechelen en Hoogerheide dat de ribbreuk die hij in december opliep in Loenhout, waardoor hij enkele veldritten miste, hem niet hindert om de tegenstand te overklassen. Met onder meer Joris Nieuwenhuis, Pim Ronhaar en Lars van der Haar kan hij bovendien, mocht het toch nodig zijn, rekenen op een sterk Nederlands blok.
België komt met negen renners aan de start, twee meer dan Oranje, en telt met Wout van Aert ook een absolute kopman in de rangen. De 30-jarige Kempenaar besliste pas afgelopen zondag toch deel te nemen in Liévin omdat hij de goede vorm beet heeft en het WK hem “een extra prikkel” zal geven in aanloop naar zijn grotere doelen op de weg. Van Aert werd al drie keer wereldkampioen (tussen 2016 en 2018) en vier keer vicewereldkampioen (in 2015, 2019, 2021 en 2023, telkens achter Van der Poel). Deze winter streed hij twee keer in het veld tegen zijn eeuwige rivaal uit Nederland. In Loenhout was Van der Poel een maat te groot maar in Maasmechelen kwam Van Aert beter uit de verf, al werd hij in Limburg genekt door enkele valpartijen. Als hij in Liévin wel overeind blijft en het Franse weideparcours er lastig genoeg bij ligt, komt het mogelijk tot een echt duel tussen beide titanen.
Naast Van Aert wordt ook naar Thibau Nys gekeken om Van der Poel het leven zuur te maken. De 22-jarige Nys kroonde zich eerder deze maand voor het eerst tot Belgisch kampioen en is ook de regerende Europese kampioen. De zoon van crosslegende Sven Nys sukkelde de voorbije week wel met wat ziektekiemen, dus is het afwachten of een eerste WK-podium bij de elite binnen bereik ligt. Eerder werd hij al wereldkampioen bij de junioren (in 2020) en de beloften (in 2023).
Volgens Angelo De Clercq krijgen de renners een “typische Franse omloop” voorgeschoteld die hij omschrijft als “lastig, maar niet super technisch, met veel heuvels”. De bondscoach vindt het een parcours op maat van Michael Vanthourenhout. De 31-jarige West-Vlaming haalde vorig jaar op het WK in Tabor brons achter Van der Poel en Nieuwenhuis en won in 2018 ook al zilver in Valkenburg. Met ook nog twee Europese titels (in 2022 en 2023) en een Belgische driekleur (in 2023) bewees hij al vaker te kunnen scoren op kampioenschappen.