Direct naar artikelinhoud
column

Zijn handen fladderen naar ooghoogte en veranderen in kwetterende vogelbekjes

Zijn handen fladderen naar ooghoogte en veranderen in kwetterende vogelbekjes
Beeld Bob Van Mol

Anaïs Van Ertvelde is historica en podcaster bij Vuile Lakens. Elke twee weken schrijft ze in Zeno over lichamen, seks, macht, kwetsbaarheid en verzet.

“Omdat hij hamster­wangen heeft.” Mijn Nederlandse collega vormt twee klauw­kommetjes met zijn handen en trekt daarmee aan de lucht naast zijn kaken. “Daarom sein je Willem-Alexander der Nederlanden zo.”

Hij volgt al een tijd een cursus Nederlandse Gebaren­taal en put er een aanstekelijk plezier uit om me iedere week te tonen wat hij geleerd heeft. Expressief communiceren is me op het lijf geschreven, dus ik probeer hem te volgen. Met één hand. Een moedertaal­spreker heeft me ooit op het hart gedrukt dat het prima te verstaan is, dat eenhandig gebaren. “En Maxima.” Zijn handen fladderen naar ooghoogte en veranderen in kwetterende vogelbekjes. “Die knippert veel met haar wimpers wanneer ze praat.”

Vlaamse en Nederlandse Gebaren­taal lijken niet zozeer op elkaar. Het zijn zelfstandige talen

Welk naamgebaren er voor Filip en Mathilde gebruikt worden, weet hij niet. Vlaamse en Nederlandse Gebaren­taal lijken niet zozeer op elkaar. Het zijn zelfstandige talen, geen mimetische vormen van het Nederlands. Veerkrachtige talen ook. Voor het grootste deel van de 20ste eeuw heerste de opvatting dat dove kinderen best geen onderwijs in gebarentaal kregen. Dat zou hen alleen maar nadelen opleveren wanneer ze moesten overleven in de wereld buiten de schoolpoorten.

Net daarom kon ik niet wachten om A Quiet Place te bekijken. In een voor de verandering muis­stille cinema­zaal werden mijn vermoedens uit de trailer bevestigd. Monsters, aliens en mutanten jagen met een boven­matige gevoeligheid voor geluid, en hebben wat rest van de mensheid de bossen ingedreven. Dat de familie Abbott gebarentaal kent, is elementair voor hun voortbestaan in deze apocalyptische wereld. Dankzij dochter Regan, die doof geboren werd, seinen de Abbotts vloeiend in American Sign Language. Maken ze ruzie, waarschuwen ze voor onraad, plannen ze de verdedigings­werken van hun boerderij, vertellen ze dat ze elkaar graag zien – zonder een kik te geven. Zonder zichzelf te verraden voor het onverklaarde gevaar dat voortdurend naar hen luistert.

Gebarentaal is hier geen gimmick. Alle familie­leden worden uitgediept door hun eigen kenmerkende gebaren­stijl. Regan gesticuleert zoals een opstandige tiener dat doet, vader Lee met de korte functionalistische wenken van iemand die volledig op overleven gericht is. De film ontplooit zijn rijke wereld in variaties op stilte. De input van de dove actrice Millicent Simmonds – die in de rol van Regan een présence heeft om u tegen te zeggen en zich ook in het dagelijks leven in gebarentaal uitdrukt – heeft daar volgens regisseur John Krasinski alles mee te maken.

Zo anders dan in het naar Oscars hengelende snotter­sprookje The Shape of Water. Waarin de gebarentaal van de horende actrice Sally Hawkins hapert en haar personage pijnlijk plat blijft: een vrouw die niet spreekt, zoekt liefde bij een monsterlijke meerman omdat hij de enige is die ‘niet weet dat ze iets mist, dat ze niet compleet is’. Triumph over adversity is drama defined. Vandaar dat handicaps zo’n dankbaar thema zijn in Oscar-drama’s. Het obstakel om te overwinnen. Het gemis dat geheeld moet worden. De leegte om te vullen. Het innerlijk monster om te bedwingen. Het uiterlijk monster dat naar aanvaarding zoekt.

Echt boeiend drama ligt misschien voorbij die grijs­gedraaide tropen. In een stille plek waar gebarentaal het creatieve potentieel blijkt te bevatten om andere moeilijkheden te overwinnen.