Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Daarom staken de leerkrachten vandaag: “Het onderwijs wordt steeds meer een zorgsector”

Anja Ginckels, directrice in een basisschool.Beeld Tine Schoemaker

Voor het eerst in ruim achttien jaar legt het onderwijs het werk neer met een algemene onderwijsstaking. Drie stakers van verschillende onderwijsniveaus leggen uit waarom ze woensdag actievoeren.

Anja Ginckels, directeur basisschool (49 jaar)

“Ik wil mijn leven terug”, zucht Anja Ginckels aan het einde van het gesprek. De directrice van een basisschool in Tienen zit al drie maanden thuis met een burn-out. Dat uit zich in een slechte nachtrust, maag- en hoofdpijn, darmklachten, chronische hyperventilatie... “Op het einde was ik zo moe dat één dossier genoeg was om me als een pudding in elkaar te doen zakken.”

“Ik weet wel dat mijn job daar niet de enige oorzaak van is. Maar de voorbije jaren werkte ik gemiddeld 45 tot 70 uur per week. Tussen 20 en 23 uur ’s avonds, als mijn dochter ligt te slapen, doe ik niets anders dan mails van ouders of leerkrachten beantwoorden. Twee jaar geleden waren er in een heel jaar maar twee avonden dat ik ’s avonds niet achter de computer doorbracht: kerstavond en oudejaarsavond.”

Ginckels kreeg het gevoel vast te zitten in een keurslijf. Dat ze continu moest trappelen om niet te verdrinken, hoewel haar eigen kerntaak steeds meer ondergesneeuwd raakte. “Ik kan geen vergadering meer uitzitten zonder opgebeld te worden om een brandje te komen blussen. Maar vooral: het lukt me niet om bij elke leerkracht jaarlijks een les te volgen om hen feedback te geven. Niet dat ik het werk van directeurs van een kleine school wil minimaliseren, maar ik krijg daar met 50 personeelsleden net dezelfde tijd voor als iemand die ‘slechts’ 20 personeelsleden heeft.”

‘Ik moet soms kiezen tussen het begeleiden van mijn leerkrachten en zorgen dat een kind ’s avonds een bed heeft om in te slapen’
Anja Ginckels

Die onmogelijkheid om haar taak ten volle uit te voeren, kruipt niet in de koude kleren. “Ik lig er ’s nachts wakker van als ik leerkrachten niet de steun kan geven die ze verdienen. Maar kun je het mij kwalijk nemen dat ik er die taak bij laat inschieten? Onderwijs is steeds meer een zorgsector in plaats van een onderwijssector geworden. Ik moet soms kiezen tussen het begeleiden van mijn leerkrachten en zorgen dat een kind ’s avonds een bed heeft om in te slapen. Is het dan niet logisch dat ik voor het tweede kies?” 

Ze geeft het voorbeeld van een familie anderstalige nieuwkomers met vijf kinderen die een paar jaar geleden naar de school kwamen. “Je zag dat zo: die kinderen waren getraumatiseerd. Ga er maar eens aan staan. Daar zijn wij niet voor opgeleid.”

Katrien Vercauteren, leerkracht in het kleuteronderwijs.Beeld Tine Schoemaker

Katrien Vercauteren, kleuterjuf (50 jaar)

“Wij sluiten de school door de staking”, zegt Katrien Vercauteren. De kleuterjuf heeft al zo’n dertig jaar ervaring in het onderwijs en noemt de actie van woensdag uitzonderlijk. “Het is niet dat wij om de haverklap staken, he? We gebruiken het als laatste redmiddel. Maar we willen de volgende regering echt wel een signaal sturen.”

Wat haar tegen de borst stuit, is dat het kleuteronderwijs al jaren minder geld krijgt. Initieel was dat vanuit het idee dat kleuters minder vaak naar school komen, aangezien er nog geen leerplicht is. “Maar kinderen komen steeds meer voltijds naar school vanaf 2,5 jaar. En ze blijven een hele dag op school, vaak zelfs tot 18 uur. Dat is logisch, ouders moeten nu eenmaal werken.”

‘We komen steeds minder toe aan de kerntaak van onze opdracht: kinderen spelenderwijs doen leren’

“Wij vragen vooral extra handen om dat aan te pakken. Weet je dat een school van 100 kleuters recht heeft op twee voormiddagen hulp van een zorgleerkracht? Daar hebben wij echt niet genoeg aan. Nu moeten de juffen steeds vaker inspringen bij het verversen van pampers, kinderen te slapen leggen en zelfs toezicht houden op de speelplaats. Dat is normaal niet eens onze verantwoordelijkheid, het Departement Welzijn moet dat regelen. En zo komen we steeds minder toe aan de kerntaak van onze opdracht: kinderen spelenderwijs doen leren.”

Bernd Wijnants, leraar geschiedenis in het provinciaal onderwijs in Limburg.Beeld Tine Schoemaker

Bernd Wijnants, leerkracht geschiedenis 4de KSO (45 jaar)

“Waarom ik staak? Het zal misschien gek klinken, maar ik doe het voor mijn leerlingen.” 

Bernd Wijnants is al 22 jaar leerkracht geschiedenis en het lukt hem steeds minder om een volledige les gezien te krijgen in de klas. Hij kan de jongeren naar eigen zeggen niet geven wat ze verdienen. En daar ziet hij allerlei oorzaken voor. “De nasleep van de economische crisis, bijvoorbeeld. Je voelt dat in de klas. Aan het stijgende aantal leerlingen dat niet meegaat op Rome-reis. Aan de leerlingen die vrezen dat ze de schulden van hun ouders zullen erven. Aan de leerlingen die de boodschap krijgen dat universitaire studies niet zullen lukken. Tja, wat kiezen we dan als samenleving? Dat degene die later voor dokter studeert degene is met de rijkste ouders, of degene met het meeste talent?”

“Ik ben vaak meer psycholoog dan leerkracht. Steeds meer leerlingen hebben ‘een achtergrond’,  en daarbovenop is dan nog eens het M-decreet (dat leerlingen met een beperking toelaat in het gewoon onderwijs les te volgen, PG) gekomen. Ik had een leerling met autisme in de klas. Volgens de begeleider mocht ik niet te veel humor gebruiken in mijn lessen, want dat snapt die jongen niet. Maar kan ik dat de andere kinderen aandoen? Ik heb 150 leerlingen, ik kan niet van elk van hen onthouden welke problemen ze hebben. Als men echt inclusief onderwijs wil, dan moeten er kleinere klassen en meer leerkrachten komen. Ja, dat zijn investeringen, natuurlijk.”

‘De hervorming van het secundair onderwijs: een farce is dat. Ik krijg soms het gevoel dat wij een groot laboratorium vormen voor de politiek’
Bernd Wijnants

“We moeten ons de vraag stellen wat we willen als samenleving? Nu is het zo dat elk onderwerp – of het nu het klimaat, racisme of de verkeersveiligheid is – wordt doorgeschoven naar het onderwijs. Terwijl het respect ten aanzien van leerkrachten smelt voor de zon, vooral bij de hogere instanties. De hervorming van het secundair onderwijs: een farce is dat. Ik krijg soms het gevoel dat wij een groot laboratorium vormen voor de politiek.”

Waar wordt er gestaakt?

Hoeveel mensen staken, is altijd een beetje koffiedik kijken. In het basisonderwijs zou 50 tot 70 procent van de leerkrachten staken. Daar zullen enkele scholen zelfs sluiten, al is het moeilijk daar een getal op te kleven. Volgens de koepels hebben de scholen normaal gezien al aan de ouders gecommuniceerd wat ze van plan zijn. Ook in het secundair onderwijs wordt er gestaakt, al kwam de beweging daar later op gang. “Wat wel vaststaat, is dat er meer gestaakt zal worden dan bij de vorige algemene staking”, zegt Anne Berckmoes van de Onderwijsvereniging voor Steden en Gemeenten (OVSG).