© BAHNMULLER FRANK

Andy Najar, dé overlever van Anderlecht: “Misschien ben ik de nieuwe Deschacht”

He’s a survivor. Andy Najar (25) vocht nog eens terug na een langdurige blessure, is zowat de laatste overblijver van het tijdperk-Vanden Stock én wendde al verschillende paars-witte crisissen af. Dat moet hij morgen ook doen tegen Spartak Trnava, want verliezen in Slovakije is geen optie. Zeker niet na de 1 op 9 in de competitie.

JÜRGEN GERIL

Op zijn linkerarm staat de H van Honduras getatoeëerd en het embleem van Anderlecht. Andy Najar voetbalt al sinds 2013 bij paars-wit en is dé ancien in kern. “Mijn tattoos beelden mijn leven uit. En Anderlecht is daar toch een essentieel onderdeel van. Ik ben best trots dat ik van het nieuwe bestuur niet moest vertrekken en dat ik één van de laatste overblijvers ben. Misschien ben ik wel de nieuwe Olivier Deschacht en speel ik hier meer dan vijftien jaar. Je weet nooit.” (lacht)

De Hondurees grijnst, maar zijn toekomst bij Anderlecht hing ook aan een zijden draadje. De afgelopen seizoenen was Najar bijna anderhalf jaar geblesseerd. Een hamstringblessure hield hem eerst zes maanden aan de kant en toen hij hervatte, was het na 69 minuten alweer over en out. Voor negen maanden. “Mentaal heb ik diep gezeten. De ene dokter zei dat een operatie noodzakelijk was, de andere zei van niet. Wat doe je dan?”

“Ik koos voor een revalidatie zonder operatie en werkte keihard om de Champions League te halen. Het werd een ramp, want tegen Bayern herviel ik meteen. Neen, Anderlecht heeft me toen niet geforceerd om te spelen. Ik wilde zelf tegen zo’n tegenstander voetballen, maar ik heb foute keuzes gemaakt. Ik had me meteen moeten laten opereren, maar achteraf is dat makkelijk gezegd.”

Niet de grootste titelfavoriet

Het zorgde voor twijfels bij voorzitter Marc Coucke en manager Luc Devroe. Najar werd op Anderlecht wel eens ‘de nieuwe Matias Suarez’ genoemd: uitstekende voetballer, maar wel eentje die eeuwig met blessures kampt. Bij een goed bod kon hij vertrekken. “Ach, ze mogen over mij zeggen wat ze willen, dat soort klappen leerde ik opvangen. Tijdens de zware voorbereiding dit seizoen had ik nog wat last van mijn adductoren, maar nu voel ik me weer goed. Oké, misschien moet ik nog eens rusten tegen Trnava of Standard om geen te grote risico’s te nemen. Maar weldra zal ik weer honderd procent zijn.”

Anderlecht kan in Trnava een goeie Najar nochtans gebruiken. Na de 1 op 9 in de competitie zou verliezen in Slovakije een enorme domper zijn. De voorzetten van Najar kunnen dan een wapen zijn. “Eerlijk: ik weet niets van Trnava, behalve dat we moeten presteren tegen hen. Maar op Anderlecht is er altijd druk, hé. Vergeet niet dat we een nieuw team bouwen. Oké, we pakten 1 op 9 tegen Brugge, Antwerp en Genk, maar wij zijn toch niet de grootste favoriet voor de titel? Dat zijn Brugge en Genk. Geef ons tijd. Dit team leert nog samenspelen en zodra alles op punt staat, zal er veel kwaliteit naar boven komen. Zo maakt Saelemaekers ook indruk op mij. Ik herken een beetje de jonge Najar in hem. Als hij zo blijft evolueren, zal Alexis een grote carrière maken. Hopelijk valt alles al in zijn plooi tegen Trnava.”

Om de automatismen te bevorderen, wil Najar misschien ook wel een vaste positie. Nu speelt hij als verdediger in een driemansdefensie, maar bij RSCA speelde hij ook al als rechts- en linksback, rechts- en linksbuiten, en centrale middenvelder. “Wat mijn beste positie is? Zeggen jullie het mij eens. Ik speel gewoon waar de coach mij zet. Tactisch ben ik flexibel. Als centrale verdediger weet ik bijvoorbeeld dat ik mijn drang om aan te vallen moet beperken en keihard in duel moet gaan met sterke spitsen. Elke keer als ik speel, zie ik dat als een kans om mij te bewijzen.”

Want hoewel hij niet uitsluit dat hij de nieuwe Deschacht wordt, heeft Najar zijn dromen nog niet helemaal opgeborgen. Ooit wil hij wel eens proeven van Spaans of Engels voetbal. “Het logo van Anderlecht staat dan wel op mijn arm, maar er is nog plaats voor een ander, hé.” (lacht)