Asma al-Assad, echtgenote van president Bashar al-Assad van Syrië, heeft leukemie
Asma al-Assad (48), de echtgenote van de Syrische president Bashar al-Assad, heeft leukemie. Dat laat de persdienst van de president weten. De diagnose komt 5 jaar nadat de "first lady" van Syrië borstkanker had overwonnen. Door de behandeling die haar te wachten staat, zal Asma niet meer deelnemen aan publieke activiteiten.
Asma al-Assad heeft de diagnose gekregen van myeloïde leukemie. Dat is een acute vorm van bloedkanker. Door de speciale behandeling die ze zal krijgen, zet Asma een stap terug uit het publieke leven. In augustus 2019 kondigde Asma al-Assad aan dat ze na een behandeling van een jaar volledig genezen was van borstkanker. Ze deed dat in een interview dat op de staatstelevisie werd uitgezonden.
Voor het uitbreken van de oorlog in Syrië in 2011 beschreef het Amerikaanse tijdschrift Vogue de 48-jarige Asma als de “Roos van de Woestijn”. Later werd ze zwaar bekritiseerd voor haar stilzwijgen tegenover de bloedige onderdrukking van pro-democratische demonstraties en vervolgens van de burgeroorlog van 2011. Syriërs kwamen op straat om economische hervormingen en democratische vrijheden te eisen. Na die oorlog bleef er bijna niets meer over van haar goed imago.
Vrouw van een dictator
Asma al-Assad groeide op in Londen als dochter van een diplomate en een cardioloog. Haar klasgenoten noemden haar Emma. Asma studeerde informatica en maakte carrière in de financiële sector. De Assads waren vrienden van de familie en zo ontmoette Asma haar toekomstige echtgenoot Bashar. Ze trouwden in het jaar 2000 en kregen 3 kinderen: 2 zonen en een dochter.
Sommige landen - zoals de Verenigde Staten - vinden dat Asma steeds meer macht krijgt. De VS legde haar in 2020 voor het eerst persoonlijk sancties op, omdat ze volgens de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo een "beruchte oorlogsprofiteur" is.
