Ook vroegere cliënte (82) beschuldigt advocaat Marc G. van oplichting: “Hij pikte 300.000 euro van mijn rekeningen”

Voormalig zakenadvocaat Marc G. (59) uit Merksem komt steeds meer in opspraak. Zijn vroegere cliënte Gilberte Taeymans beschuldigt hem ervan al haar bankrekeningen te hebben geplunderd. “300.000 euro spaargeld is weg en ik krijg de ene na de andere deurwaarder over de vloer.”

Joris VAN DER AA

Terwijl schuldeisers en het gerecht jacht maken op het fortuin van de geschrapte Merksemse zakenadvocaat Marc G., ooit nog de raadsman van oplichter Albert Pans, duiken steeds meer verhalen op over de vermeende praktijken van G. In al de verhalen zit één rode draad: G. wint het vertrouwen van mensen die in een moeilijke periode zitten, bijvoorbeeld door het overlijden van een familielid, en biedt hen vervolgens aan om hun financiële zaken te regelen. Gevolg: erfgenamen zien nooit iets van hun erfenis, anderen zien zelfs hun volledige spaartegoeden verdwijnen als sneeuw voor de zon.

LEES OOK. Gerecht en schuldeisers jagen op fortuin malafide advocaat

Een knuffel en een kusje

“Ik kende Marc al twintig jaar”, steekt Gilberte van wal. “Hij is altijd mijn raadsman geweest. Mijn zussen moesten niks van hem weten, maar ik vertrouwde hem honderd procent. Hij was zeer attent. Als hij me opzocht, kreeg ik altijd een knuffeltje en een kusje van hem. Ik achtte hem niet in staat om iemand iets aan te doen. Ik heb mij lelijk in hem vergist.”

“Toen mijn zoon Guy in 2017 aan kanker overleed, kwam hij langs. ‘Gigi’, zei hij. ‘Ik ga alles voor u regelen, zodat gij u geen zorgen hoeft te maken.’ De verhuur van mijn appartementen, mijn bankzaken, het betalen van mijn rekeningen: Marc ging het allemaal regelen.”

“Hij duwde me in zijn Maserati en reed naar het bankkantoor over mijn deur. Hij stapte met mij de bank binnen en liet me van alles ondertekenen. Het ging allemaal zo snel, dat ik niet eens de kans kreeg om een kopie te vragen van wat ik daar had getekend.” Toen Karima, de inwonende werkster, bij G. aandrong om Gilberte kopies van de documenten te bezorgen, kreeg ze te horen ze zich niet moest bemoeien. Dat was iets tussen de advocaat en zijn cliënte.

Gesmeekt en geroepen

“Toen ik bij de bank om uittreksels van mijn rekeningen vroeg, bleek dat Marc G. al mijn spaargeld naar zijn eigen rekeningen had overgeschreven. Ik was meer dan 300.000 euro kwijt. Talloze keren heb ik gevraagd, gesmeekt en geroepen dat ik mijn geld terug wou. Nooit heeft hij iets teruggegeven. Heel af en toe kwam hij langs en gaf hij 200 euro. Daar moest ik het maar mee doen.”

Gilberte, die vroeger een café uitbaatte op de Groenplaats, bezit ook een nog een huis met vier appartementen dat ze verhuurt. “Blijkbaar had hij me ook een volmacht laten tekenen om dat huis te verkopen, maar dat wou ik niet. Ik heb onmiddellijk aan mijn notaris laten weten dat ik dat pand absoluut niet wou verkopen. Die heeft dat gelukkig kunnen verhinderen, want Marc G. had al een voorschot van 50.000 euro geïncasseerd van een kandidaat-koper. Toen die man vroeg wanneer de verkoop in orde zou komen, zei G.: ‘Wacht tot ze dood is’.”

Deurwaarder na deurwaarder

Gilberte is ten einde raad. Ze heeft al vijf maanden niks meer gehoord van Marc G. Intussen klopt de ene deurwaarder na de andere bij haar aan. “Heel mijn inboedel is aangeslagen, omdat mijn advocaat allerlei rekeningen maandenlang niet heeft betaald: water, belastingen, elektriciteit. Ik heb vele duizenden euro moeten ophoesten om te voorkomen dat ik zonder water, gas en elektriciteit kwam te zitten.”

“Ook de cheques van Karima, mijn werkster, zijn al maanden niet betaald. Een goede oude dag? Ik heb een goed leven gehad, maar Marc G. heeft mij in een onwaarschijnlijke miserie geduwd. Mijn werkster heeft alle slaappillen weggedaan, omdat ik uit het leven wilde stappen. Nachtenlang heb ik geweend.”

Karima houdt Gilberte letterlijk en figuurlijk op de been. “Je moet terugvechten”, zegt ze tegen haar. Samen gaan ze op zoek naar een advocaat, zodat ze gerechtelijke stappen kunnen ondernemen tegen de advocaat. “Marc G. hoopt dat je sterft, dat heb ik hem zelf horen zeggen. Als je dood bent, heeft hij geen last meer van jou. Dus je mag niet opgeven.”

Voormalig advocaat Marc G. reageerde gisteren andermaal niet op ons verzoek om commentaar.