Situatie in Rafah steeds kritieker: "Gebrek aan humanitaire hulp is groot probleem dat alleen maar groter wordt"

De stroom aan vluchtelingen vanuit Rafah, in het zuiden van Gaza, is afgelopen weekend in een stroomversnelling geraakt. Meer dan 300.000 Palestijnen zijn al noordwaarts gevlucht, nadat Israël hen had opgeroepen om te evacueren. Het Israëlische leger blijft er bombarderen en er wordt nog altijd gevreesd voor een groot grondoffensief.

"Rafah werd van in het begin van de oorlog aangewezen als een van de veiligste zones, al wil dat niet zeggen dat daar nooit iets gebeurde.", zegt Meinie Nicolai, voormalig directeur bij AZG in De Ochtend op Radio 1. "Nu lijkt het grondoffensief heel dichtbij te komen. Er wordt gebombardeerd en geschoten, en er zouden tanks samentrekken."

Nicolai spreekt van een dramatische situatie. "Er is al heel beperkte gezondheidszorg. En nu moeten nog meer ziekenhuizen sluiten, omdat ze straks in de frontlinie zullen liggen. Wij hebben het Abu Yousef al-Najjar-ziekenhuis in het oosten van Rafah al verlaten. Ook het ministerie begint dat ziekenhuis min of meer te sluiten."

"Ik weet niet zeker wanneer Israël hier zal aanvallen", getuigt ziekenhuisdirecteur Marwan al-Hams. "Iedereen in en rond het ziekenhuis staat klaar om te evacueren, hoewel er voor gewonden geen andere plaats is om heen te gaan. We accepteren geen patiënten meer."

Tegelijkertijd worden verschillende andere plekken in Gaza gebombardeerd. Inclusief in het noorden, naar waar veel inwoners van Rafah vluchten. Zo heeft het Israëlische leger gisteren een nieuwe operatie in het vluchtelingenkamp van Jabalia gelanceerd.

"Ik weet niet of het Al Awda-ziekenhuis al een order tot evacuatie heeft gekregen, maar het is een van de laatste functionerende ziekenhuizen in Noord-Gaza. Als dat zo is, is dat echt dramatisch. De gezondheidszorg in Gaza neemt elke dag af."

Ook het gebrek aan humanitaire hulp veroorzaakt een kritieke situatie, zegt Nicolai. Israël nam een week geleden de controle over bij de belangrijke grensovergang bij Rafah.

Daarmee sloten ze een essentiële route voor de levering af van hulpgoederen aan de honderdduizenden noodlijdende inwoners van Gaza.

Israël sloot ook 3 dagen lang de overgang van Kerem Shalom tussen Israël en het zuiden van de Gazastrook. Dat is na Rafah de belangrijkste grensovergang voor hulpgoederen. Sinds 8 mei is die weer open, maar humanitaire organisaties geven aan dat ze de goederen niet kunnen komen recupereren door een gebrek aan brandstof en door de bombardementen en gevechten in de zone. 

"Het gebrek aan humanitaire hulp is een heel groot probleem dat alleen maar groter wordt. Het gaat niet alleen om voedsel en medicatie. Ook ons personeel kan niet binnen of buiten. En het gebrek aan brandstof die nodig is voor waterinstallaties en ziekenhuizen is heel problematisch."

Gisteren kondigde het Israëlische leger dan de opening van een nieuwe toegangsweg voor humanitaire hulp aan, in het noorden van de Gazastrook. Dat gebeurde in het kader van "de maatregelen om de toegang van hulp naar de Gazastrook te vergroten, in het bijzonder in het noorden". 

Al heeft Nicolai stevige twijfels bij die overgang. "Ik heb nog niet gezien wat daar naar binnen gaat, maar het lijkt me onvoorstelbaar dat die de overgang van Rafah kan vervangen. De overgang is volledig in Israëlische handen. We zullen nog moeten zien hoe die georganiseerd wordt. Maar de overgang van Rafah moet echt weer open."