Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Zo red je iemand met een hartstilstand

Meer opleidingen en informatiecampagnes zijn nodig, zodat het publiek ook effectief een defibrillator weet te gebruiken in noodgevallen.Beeld thinkstock

Ruud Koster is gepensioneerd cardioloog. Mede dankzij zijn onderzoek worden op steeds meer plekken defibrillatoren opgehangen. Die zijn nodig om mensen te redden die een hartstilstand krijgen.

"Het slechtste scenario voor een geslaagde reanimatie is zoiets als: samen in het bos lopen en dan een hartstilstand krijgen. Kansloos. Want in feite kan degene die overeind blijft niets doen voor de getroffene. Mond-op-mond beademing en hartmassage zijn niet genoeg: wel als het hart stopt door externe omstandigheden, zoals bij verdrinking. Dan houdt het hart ermee op omdat er geen zuurstof meer in het bloed zit. Maar bij een hartstilstand is het het hart zelf dat ermee ophoudt en is een defibrillator nodig."

"De meest voorkomende situatie is een zich gezond voelend persoon van middelbare leeftijd – vanaf een jaar of 40 – die plotseling omvalt. Of een reanimatie vervolgens slaagt, is afhankelijk van gelukkige omstandigheden. Is er iemand bij aanwezig? Herkent degene die erbij zit het probleem? Het moeilijkste is om de knop om te zetten, als je het ziet gebeuren: dit is een hartstilstand." 

Ruud Koster

Ruud Koster (1946) doet sinds 1992 onderzoek naar reanimatie. Tot een jaar geleden was hij werkzaam als cardioloog. Koster leidt het Arrest Reanimatie Onderzoek van het AMC in Amsterdam.
 

Waaraan zie je dat? De aanwijzingen voor het herkennen van een hartstilstand zijn met opzet simpel gehouden: is de getroffene niet aanspreekbaar? Ademt die niet normaal maar ‘snurkend’? De meeste mensen die een hartstilstand krijgen, ademen de eerste twee minuten nog. Maar je moet dus letten op normáál ademen, de situatie direct herkennen, anders gaan kostbare minuten verloren. Kom onmiddellijk in actie. Roep hulp, haal een defibrillator, een AED. Begin met reanimeren. En stop daar niet mee.

"Voor een geslaagde reanimatie is het inderdaad nodig dat er een AED in de buurt is. Dat is het sleutelapparaat om iemand te kunnen redden. Tussen alarmeren en de eerste schok met een defibrillator moet maximaal zes minuten zitten. Dan heb je de beste overlevingskans."

"Een cursus om te leren omgaan met een AED kost je één avond en –zeg– veertig euro. En daar kun je mensenlevens mee redden. Bij een reanimatie zijn omstanders belangrijker dan een ambulance. Die doet er te lang over om te arriveren: als je 112 belt, duurt het gemiddeld een minuut of tien voordat de ambulance er is. Je kunt geluk hebben, maar vaak is dat te laat voor een geslaagde reanimatie."

"Wij hebben in onderzoek vastgesteld dat het moment waarop de eerste schok wordt toegediend, bepalend is voor de kans op overleving. De aanrijtijd van de ambulance was de aanleiding om de AED te ontwikkelen. Een apparaat dat zelf besluit of er een schok gegeven moet worden. Het analyseert het hartritme van de patiënt met behulp van elektroden. En het praat tegen de gebruiker: het zegt dat die moet schokken. In de praktijk bleek dat de AED in staat was de eerste schokken toe te dienen, ruim voordat de ambulance arriveerde."

"Een AED kost duizend tot tweeduizend euro. Gelukkig hangen ze op steeds meer plaatsen. Wij proberen mensen ervan te overtuigen een cursus reanimatie te volgen en buiten AED’s op te hangen, in de openbare ruimte, waar je er 24 uur per dag bij kunt. En dus niet in een kantoorpand dat om vijf uur dichtgaat. Driekwart van de hartstilstanden vinden plaats in woonwijken. Daar moeten AED’s komen. Buiten."

"Het invoeren van AED’s helpt zéker: toen ik in 1995 hiermee begon, was de overlevingskans bij een hartstilstand ongeveer 9 procent. Nu is die 23 procent. Dat betekent dat duizenden mensen per jaar méér een hartstilstand overleven dan voorheen."