© Getty Images/iStockphoto

Waarom blijft een spin niet in haar eigen web kleven?

Er bestaan geen domme vragen. Maar ook domme antwoorden gaat u niet vinden op het online platform Ikhebeenvraag.be. Na tien jaar wetenschappelijke antwoorden op prangende kwesties is nu een wetenswaardige bloemlezing gebundeld in een boek.

Hans Otten

Onder de hoede van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen ontstond tien jaar geleden de digitale vraagbaak Ikhebeenvraag.be. Iedereen kan er een vraag stellen om een knagend gat in de kennis op te vullen of eindelijk die ene toogweddenschap te beslechten.

Het team achter de site legt de vraag vervolgens voor aan een deskundige uit het wetenschappelijke vakgebied. Daarvoor werkt het platform samen met alle mogelijke universiteiten, hogescholen en onderzoekscentra die Vlaanderen rijk is. Het resultaat is een helder antwoord op de kwestie.

Naar aanleiding van de tiende verjaardag verschijnt op 15 mei bij Van Halewyck het toegankelijke wetenschapsboek Ik heb een vraag. Wetenschapscommunicator Bart Coenen bundelde de vraag-antwoord combinaties van de website in verschillende onderzoeksdomeinen, van filosofie tot economie, van technologie tot gezondheid. Om uw nieuwsgierigheid alvast te prikkelen –en stillen- hierbij enkele fraaie voorbeelden uit het boek.

Hoeveel weegt een wolk?

Voor zijn spreekbeurt over wolken kreeg de twaalfjarige Sem een verbluffende 9,5 op 10, maar hij vond zelf dat één niet onbelangrijk aspect ontbrak: hoeveel weegt een wolk eigenlijk? Een kolfje naar de hand van bio-ingenieur Jan Rongé van de KU Leuven. “Een typische wolk noemen we cumulus en kan wel een kubieke kilometer groot zijn. Dat is een kilometer breed, een kilometer lang en een kilometer hoog. Al de waterdruppeltjes samen in zo een wolk wegen ongeveer een miljoen kilogram. Maar omdat die druppeltjes heel erg klein zijn, blijven ze toch in de lucht hangen. Als ze groeien en te groot worden, vallen ze toch naar beneden. Dan regent het”, zegt hij.

Bibberen van verliefdheid

Dat je bij verliefdheid vlinders in de buik krijgt, weet de twaalfjarige Lien wel, maar over andere effecten stelt ze zich wel vragen. “Waarom bibber ik wanneer een jongen op wie ik verliefd ben in de buurt komt?”, wil ze weten. “Emoties of vormen van stress zijn heel normaal als je gevoelens hebt voor iemand”, legt dokter Bert Leysen van de Universiteit Antwerpen uit. “Als die persoon in de buurt komt, treedt je adrenaline-systeem in werking. Je hart klopt sneller, je haren staan soms recht, je bibbert, je ogen gaan meer open... Allemaal om meer bewust te zijn van het moment en alert te zijn op wat er allemaal gebeurt. Ik denk dat je op jouw leeftijd deze gevoelens pas leert kennen en dat je daarom ook zo sterk reageert. Als je ouder wordt en je deze gevoelens al eens gehad hebt, met alle verschijnselen die erbij horen, dan ga je er ook minder "stress" van hebben.”

Kleverig web

Soms zijn vragen zo vanzelfsprekend dat je je afvraagt waarom je daar zelf nog niet bij stil hebt gestaan. “De draden van een spinnenweb zijn kleverig: als er een vlieg of een ander insect in het web terecht komt, dan blijft die plakken”, stelt de 23-jarige Sebastian vast. “Maar waarom blijft een spin niet in z'n eigen web kleven?”

“Een spin bouwt haar web in een aantal stappen: eerst spint ze een lange draad die ze met de wind mee laat voeren. Raakt die draad ergens aan een tak of een muur, dan kan de spin echt van start gaan. Ze legt de spaken van het wiel aan en begint van binnen naar buiten spiraaldraden te leggen. Het geheim van het web is dat niet alle draden van kleverig zijn: de spiraaldraden wel en de spaken niet”, legt bioloog Jelle Boeve-de Pauw van Universiteit Antwerpen uit.

In het midden van het web heeft de spin haar controlecentrum. “Hier komen alle spaken samen. Als er een vlieg verstrikt geraakt in de kleverige spiraaldraden, dan voelt de spin aan het trillen van de spaken exact waar in het web die vlieg juist vastzit. Ze loopt vliegensvlug langs de niet-kleverige spaken tot bij de vlieg, wikkelt die helemaal in en voorziet zichzelf van een lekker hapje.”