Jongens zien af, meisjes stellen zich aan

© Getty Images

Volwassenen reageren anders naargelang ze gecon­fronteerd worden met een jongen of meisje met pijn. Ook dokters onderschatten pijn bij vrouwen.

eva berghmans

De pijn van een ­wenende jongen wordt ernstiger ingeschat dan die van een even hard huilend meisje. Dat concludeert een onderzoeksteam onder leiding van Brian Earp (departement Ethics and Health Policy, Yale University) in een recente studie die verscheen in het Journal of Pediatric Psychology.

De onderzoekers toonden volwassen proefpersonen online een video-opname van een vijfjarig kind dat een vingerprik onderging en vroegen hen in te schatten hoeveel pijn het kind had, en hoeveel pijn het toonde. De ene keer was het kind in de video een meisje, de andere keer noemden de onderzoekers het kind een jongen. In werkelijkheid ging het telkens om hetzelfde kind in genderneutrale kledij.

De pijn van de jongen scoorde hoger dan de pijn van het meisje. De onderzoekers zien daarin een bevestiging van de clichés die over jongens en meisjes de ronde doen. Jongens zijn stoer, meisjes flauw. Maakt dat uit? Moeten we nu ook pijn met een genderbril bekijken? Wel, hoe je een probleem inschat, bepaalt ook hoe je erop reageert. Dat geldt voor ordinaire stervelingen en dat geldt potentieel ook bijvoorbeeld voor dokters.

In een opiniestuk in The New York Times legt wetenschapsschrijfster Laurie Edwards de link met het onuitgesproken wantrouwen waar vrouwen in een dokterskabinet weleens tegenaan lopen. Ze spreekt uit eigen ervaring: pas op haar 23ste kreeg ze de diagnose van haar ademhalingsziekte, die tot die tijd werd afgedaan als een gevolg van stress.

Ook dokters?

“Dat het geslacht van de patiënt onbewust kan meespelen in de ­diagnose die een dokter stelt, is waar”, zegt Jan De Maeseneer, emeritus professor huisartsen­geneeskunde aan de UGent. “Het is intussen een tiental jaar geleden dat de bewustwording daarover op gang kwam.” Uit onderzoek bleek tot nog toe onder meer dat vrouwen minder effectieve pijnstillers krijgen, minder vaak op de afdelingen intensieve zorg terechtkomen en minder vaak bijkomende onderzoeken voorgeschreven krijgen wanneer ze klagen over pijn.

“De vooroordelen over mannen en vrouwen die in de samenleving heersen, houd je niet buiten de dokterskabinetten”, zegt De Maeseneer. “Dat is niet per se een kwestie van onbewust seksisme, maar ook van ervaring. Een hartinfarct is historisch bekeken altijd een mannenziekte geweest, omdat mannen lang minder gezond leefden en vaak harder werkten. Dus bestaat het risico dat je bij een mannelijke manager van om en bij de 45 al snel denkt dat hij hartproblemen heeft, terwijl je ­tegen een vrouw met soortgelijke symptomen zou durven te zeggen dat ze zich te hard heeft opgejaagd. Omgekeerd zul je bij vrouwen sneller een depressie herkennen dan bij mannen. Statistieken, ervaring en clichébeelden spelen allemaal een rol in de diagnosevorming.”

Van een apart vak in de opleiding tot arts verwacht De Maeseneer niet veel heil. “Je moet het probleem in casussen aan de orde stellen, zoals er in het laatste jaar van de opleiding heel veel aan bod komen. Het is een attitude, en die verwerf je maar door bewustzijn aan praktijk te koppelen, door jezelf continu te screenen op je vooroordelen. Dat geldt ook voor stereotiepe ideeën over personen van een andere origine.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer