Het WK wordt de laatste belangrijke afspraak voor de Olympische Spelen in Parijs deze zomer. Het is vooral uitkijken naar Mattias Casse (-81 kilogram), in Tokio nog goed voor brons, die van de Spelen een hoofddoel gemaakt heeft. De wereldkampioen van 2021 paste eind april nog voor het EK, om zich te concentreren op het olympisch judotoernooi. Het WK dient vooral om de laatste puntjes op de i te zetten.

Voor de andere Belgen staat er behalve een WK-medaille meer op het spel in Abu Dhabi. Zij moeten proberen om via een goed resultaat hun plek op de olympische ranking proberen vast te houden of te verbeteren. Op 23 juni wordt het klassement met het oog op de Olympische Spelen afgesloten. Zeventien judoka’s per categorie kwalificeren zich dan rechtstreeks, nadien worden er per continent nog judoka’s toegevoegd om aan 24 atleten te komen. Bij de mannen is Casse als nummer een van de wereld al zeker van de Spelen. Toma Nikiforov (20e op de olympische ranking in de -100kilogram) en Jorre Verstraeten (22e in -60kg) staan er goed voor. Sami Chouchi (33e in -90 kilogram) maakt kans, maar moet goed presteren. Jarne Duyck (-81kg) is pas 87e en kansloos.

Bij de vrouwen is Mina Libeer (23e in -57kg) momenteel als enige nipt geplaatst. Amber Ryheul (-52kg) en Gabriella Willems (-70kg) staan beide 30e en liggen in balans. Voor Ellen Salens en Loïs Petit wordt het moeilijk in de categorie tot 48 kilogram. De jonge Alessia Corrao (-63kg) en Vicky Verschaeren (-78kg) staan te diep op de wereldranglijst om te kunnen dromen.