Hoe weet je dat je kind gepest wordt? En wat kan je ertegen doen? “Doe zeker niets achter de rug”

 ©  Shutterstock

Ze hebben schrik. Komen nog amper buiten. Slapen slecht. Gaan eronderdoor. Nog steeds wordt één op de zes kinderen geregeld het slachtoffer van zware ­pesterijen. Om de bullebakken een halt toe te roepen, vindt van 18 tot 25 februari de zeventiende Week tegen Pesten plaats. Maar wat als je eigen kind gepest wordt? En hoe kan je het voorkomen?

Jens Vancaeneghem

Let op juiste signalen

Kinderen vertellen zelden spontaan dat ze gepest worden. Maar het valt wel af te lezen uit hun gedrag. “Het vaakst kruipen ze dieper in hun schulp, hebben ze depressieve gevoelens”, zegt Gie Deboutte, voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. “Anderen worden agressief, reageren zich af op hun ouders, een broertje of een zusje. Daarnaast ontwikkelen kinderen doorgaans psychosomatische klachten. Dat betekent dat hun lichaam reageert op de stress: ze hebben geen zin om te ontbijten, slapen slecht, plassen in bed, krijgen migraineaanvallen. Bij adolescenten kan daar nog eens middelengebruik bij­komen. De stress bouwt zich vooral ’s ochtends op, en op het einde van het weekend. ”

Zoek een rustige plek om erover te praten

Je kind aan tafel roepen, strak in de ogen kijken en gewichtig vragen wat er aan de hand is: dat kan behoorlijk intimiderend overkomen. “Zoek een moment en plaats waar je het gesprek rustig kan aangaan, ook al ben je zelf helemaal opgefokt van verontwaardiging”, zegt Deboutte. “In de wagen of tijdens een wandeling bijvoorbeeld. Geef aan dat je de veranderingen in zijn of haar gedrag ziet en dat je je zorgen maakt. Cruciaal: zeg er meteen bij dat je geen actie zal nemen zonder daar eerst ­samen afspraken over te maken. Maak samen een actieplan op.”

Vraag de school om extra toezicht voor je kind

De eerste stap om het probleem op te lossen? Contact opnemen met de school (of sport- of hobbyclub). “De meeste kinderen zullen zeggen dat ze dat niet willen, uit vrees voor hun veiligheid of voor de stempel van verklikker”, zegt Deboutte. “Vecht dat niet meteen aan, maar vraag door. Zeg dat je dat wilt respecteren. Maak vervolgens duidelijk dat je het probleem alleen kan oplossen door naar de school te stappen. Zoek naar een manier waar je kind zich in kan vinden. Het kan het gesprek bijwonen of op voorhand op papier zetten wat besproken moet worden. Preciseer aan de school wat je kind is overkomen. Vraag naar extra toezicht en om tussenbeide te komen wanneer ze iets opmerken. Vaak is de school of de leerkracht zich niet bewust van het probleem.”

Word vriendjes op Facebook

Dit kan vooral helpen om cyberpesten te voorkomen. “Zodra je kind de eerste stapjes zet op sociale media, probeer je het best om bevriend te worden”, zegt hoogleraar Heidi Vandebosch (UAntwerpen), gespecialiseerd in cyberpesten. “Op jonge leeftijd aanvaarden ze dat makkelijker. Onderzoek toont aan dat kinderen die online bevriend zijn met hun ouders minder vaak dader of slachtoffer zijn van pesten. Het feit dat ouders kunnen meekijken, werkt beschermend. Begin wel niet alles te liken of te reageren op posts van je kind. Het best blijf je onopvallend aanwezig. Anders zullen ze je sneller defrienden.”

Die strategie is alleszins veel beter dan alles achter de rug te checken of strenge monitoringsoftware te installeren. “Dat kan contraproductief werken”, zegt Vandebosch. “Het feit dat kinderen weten dat hun ouders bezig zijn met hun online leven, dat ze de technologie kennen en interesse tonen, is voldoende om een vertrouwensband te creëren en er open over te praten.”

Stimuleer hobby’s

“Het is belangrijk dat je kind andere sociale contacten opbouwt buiten de school”, zegt Deboutte. “Stimuleer daarom hobby’s bij je kind. Wanneer het gepest wordt op school heeft het dan tenminste andere, pestvrije omgevingen. Als de school over de middag of tijdens de speeltijden andere activiteiten aanbiedt zoals schaken of sporten, kan het ook daar aan deelnemen. Zodra ze vastgeklikt raken aan anderen, zijn ze minder kwetsbaar voor pestgedrag. Ze bouwen weerbaarheid op omdat ze iemand hebben die hen tof vindt, die luistert, voor wie ze iets betekenen. Kinderen die alleen staan, lopen het grootste risico.”

Leg online beperkingen op

Als het pesten zich vooral online afspeelt, is het een goed idee om beperkingen op te leggen voor het smartphonegebruik. “Zeker ’s avonds”, zegt Vandebosch. “Via hun gsm krijgen ze voortdurend notificaties van de pestkop. Hun slaap boet erbij in. De gsm helemaal wegnemen, is een brug te ver. De sociale media maken deel uit van de jongerencultuur. Zo maak je het nog moeilijker om erbij te horen. Leg die dingen ook nooit op, maar maak samen afspraken.”

Keuze van de redactie