Remgeld voor pro-Deoadvocaat is ongrondwettelijk: "Een belangrijke overwinning"
Mensen zullen niet langer een forfaitaire bijdrage moeten betalen aan hun pro-Deoadvocaat. Het Grondwettelijk Hof vernietigt de bijdrage die twee jaar geleden door Justitieminister Koen Geens (CD&V) werd ingevoerd.
"Een belangrijke overwinning", zo noemt het Netwerk tegen Armoede het arrest van het Grondwettelijk Hof over de hervorming van de juridische bijstand. Samen met andere sociale organisaties had het die aangevochten omdat ze de toegang tot het gerecht te veel zou beperken.
Sinds 2016 moeten mensen een forfaitaire bijdrage betalen aan hun pro-Deoadvocaat. Die kan oplopen tot 50 euro per procedure. Het remgeld moet helpen tegengaan dat mensen zomaar een juridische procedure starten, ook al heeft dat weinig zin.
Maar het Grondwettelijk Hof oordeelt dat de bijdrage "een aanzienlijke vermindering" inhoudt van de bescherming van het recht op juridische bijstand, dat door de grondwet is gewaarborgd. Daarmee volgt het de redenering van de sociale organisaties.
De uitspraak is een tegenslag voor Justitieminister Koen Geens (CD&V), die de hervorming van het pro-Deosysteem uitwerkte. Hij wijst erop dat de invoering van het remgeld in het regeerakkoord stond. Tegelijk blijven de andere punten uit zijn hervorming wel overeind.