Direct naar artikelinhoud
Geneeskunde

Beloftevolle kankertherapie onderuitgehaald: “Geen bewijs dat protontherapie beter werkt”

(Illustratiefoto)Beeld iStock

Protontherapie blijkt niet beter te zijn dan klassieke radiotherapie in de behandeling van kanker. Dat meldt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) na een grondige analyse van internationale wetenschappelijke literatuur. Het UZ Leuven, dat een protontherapiecentrum bouwt, erkent dat er “nood is aan zorgvuldig onderzoek” naar de therapie.

Protontherapie is een radiotherapietechniek voor de behandeling van kanker met protonen in plaats van röntgenstralen, zoals bij de klassieke radiotherapie. In ons land lopen er twee projecten voor protontherapie, één in Leuven en één in Charleroi. 

Bij protontherapie wordt de straling zeer precies in de tumor afgeleverd, terwijl het omliggend gezond weefsel grotendeels wordt ontzien. Momenteel wordt protontherapie vooral aan kinderen met zeldzame kankers gegeven. In totaal gaat het jaarlijks om minder dan vijftig Belgische patiënten. Ze gaan voor hun behandeling naar gespecialiseerde centra in het buitenland, en hun behandeling en reis worden volledig vergoed door het Riziv.

‘De resultaten zijn teleurstellend’
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Gebrek aan bewijs

Het Riziv vroeg aan het KCE om in de internationale wetenschappelijke literatuur op zoek te gaan naar het bewijs van werkzaamheid van protontherapie. “De resultaten zijn teleurstellend", concludeert het KCE. "Er bestaan geen wetenschappelijke studies van goede kwaliteit die aantonen dat protontherapie voor de onderzochte kankers doeltreffend is.”

Door dit gebrek aan betrouwbaar bewijs kan het KCE niet aanbevelen om de indicaties, die momenteel door het Riziv worden vergoed, uit te breiden. Het beveelt aan om de huidige terugbetalingsprocedure, waarbij van geval tot geval wordt beslist, te behouden. Verder vraagt het KCE om de patiënten er duidelijk van op de hoogte te brengen dat de klinische werkzaamheid en de veiligheid van protontherapie op de lange termijn nog niet werden bevestigd door wetenschappelijk betrouwbare klinische studies.

Ten slotte roept het de clinici en onderzoekers op om de patiënten die met deze techniek worden behandeld, nauwgezet op te volgen, en nieuw onderzoek op te starten, zodat we in de toekomst wel over betrouwbare wetenschappelijke informatie beschikken.

UZ Leuven: “Onderzoek naar superioriteit therapie”

Het UZ Leuven erkent dat er nog nood is aan ‘zorgvuldig klinisch onderzoek’ om de superioriteit van protontherapie voor de behandeling van kanker aan te tonen. Dat zegt professor radiotherapie en oncologie Sandra Nuyts. Het universitair ziekenhuis bouwt momenteel een protontherapiecentrum voor 45 miljoen euro, maar volgens het federaal kenniscentrum KCE bestaat er geen bewijs dat de therapie minder bijwerkingen of minder nieuwe tumoren oplevert bij veelvoorkomende kankers.

Protontherapie is een innovatieve en relatief dure kankerbehandeling. Het gaat om een soort radiotherapie, maar dan met protonen in plaats van röntgenstralen. De tumoren zouden bij protontherapie gerichter bestraald worden, waardoor het gezonde weefsel errond beter gespaard blijft. Het risico op nieuwe tumoren en op bijwerkingen zou ook kleiner zijn dan bij klassieke radiotherapie.

Het UZ Leuven bouwt momenteel een centrum voor protontherapie, met een kostenplaatje van 45 miljoen euro. Het Riziv vroeg het federaal kenniscentrum KCE daarom om te onderzoeken of protontherapie inderdaad beter werkt, met het oog op terugbetaling van de behandeling voor veelvoorkomende kankers als borstkanker. Volgens het KCE zijn de resultaten teleurstellend. “Er bestaan geen wetenschappelijke studies van goede kwaliteit die aantonen dat protontherapie voor de onderzochte kankers doeltreffend is.”

“UZ Leuven is het ermee eens dat er momenteel nog onvoldoende klinisch-wetenschappelijk bewijs is om te stellen dat protontherapie beter is dan de klassieke radiotherapie met fotonen voor de veelvoorkomende kankers waarvan het KCE-rapport gewag maakt”, reageren ze bij het universitair ziekenhuis. “Ook al is er evidentie voor het feit dat de neveneffecten van protontherapie beperkter kunnen zijn dan die van klassieke radiotherapie, toch moet de superioriteit van protontherapie voor dit soort kankers in zorgvuldig klinisch-wetenschappelijk onderzoek worden aangetoond.”

Volgens het UZ Leuven vraagt dat onderzoek echter tijd. “Precies daarom investeert het UZ in de uitbouw van een protontherapiecentrum”, zegt professor Sandra Nuyts.

Bovendien maakt het ziekenhuis zich sterk dat er voor een kleinere groep zeldzame tumoren nu al wetenschappelijke consensus is dat protontherapie beter werkt dan de klassieke radiotherapie. Het gaat dan om kankers bij kinderen, of dichtbij gevoelige weefsels als de hersenen en het ruggenmerg. Het Riziv betaalt nu al de protontherapie voor ongeveer 200 van die mensen per jaar terug, aldus Nuyts.