© Jeroen Hanselaer

COLUMN. ““Een fietser heeft ook een airbag gelijk een wagen; maar het is wel zijn eigen lijf”

Schrijver Jeroen Olyslaegers, winnaar van de Fintro Literatuurprijs, kijkt wekelijks met een saterblik naar zijn thuisstad Antwerpen.

Jeroen Olyslaegers

Ik sta met mijn fiets in een smalle zijstraat van de Mechelsesteenweg aan een rood licht te wachten. Naast mij staat een mini. Ik tik tegen een zijraam van de wagen. Het raampje zoemt naar beneden. Een vrouw buigt zich naar me toe. Ik schat ze vijfendertig, mooi verzorgd kapsel, perfect gelakte nagels. Ze kijkt wantrouwend. Ik zie vooral stress, een vrouw net van haar werk, op weg om snel de kinderen te gaan halen, daarna nog even naar de supermarkt en het is dan nog eens rotweer. Maar ik heb het ook lastig. Ik zeg: “U staat op mijn plaats.” En ik wijs naar de grond. Ze fronst haar wenkbrauwen en zoekt ongetwijfeld naar een geschikt scheldwoord. “Dit is een voorrangsplek voor fietsers”, zeg ik, “en ze is gemakkelijk te herkennen, want er staat een grote witte velo op het asfalt geschilderd. Maar ja, gezien ge daar nu op staat, ziet ge er dus den hond van…” Het raampje zoemt weer naar boven. Ik zie nog net een wegwerpgebaar.

Ja, ik heb me daar aangesteld. De auto’s achter haar waren al aan het toeteren, gezien het groen werd tijdens mijn kort educatief moment. Ze drukte op het gaspedaal. Ik weet dat deze aanpak niet werkt, omdat het in feite niet gaat over onverschillige, overstresste chauffeurs of over betweterige, assertieve fietsers. Het gaat veel dieper. Er mankeert wat aan het verkeer in deze stad met bussen, trams, wagens, vrachtwagens, fietsers en wandelaars door elkaar manoeuvrerend. Het is namelijk een schande.

Nu drie weken geleden werd een jonge vrouw doodgereden aan de Simonsstraat en de Plantin en Moretuslei. Dat is vlak bij mij. Soms doet een sirene uw haren meteen overeind komen. Die zevenentwintigjarige fietsster werd door een vrachtwagen gegrepen. Zij had groen en die chauffeur ook. Ze verloor haar leven in de zogenaamde dode hoek. Verschrikkelijk voor alle nabestaanden, verscheurend ook voor die chauffeur. Leef daar mee. Wist u dat er een rapport over zulke toestanden is verschenen in opdracht van de Vlaamse overheid? In 2015, dat is dus alweer twee jaar geleden. Het advies? Het ‘conflictvrij’ maken van kruispunten vermijdt zestig procent van zulke ongevallen. Conflictvrij betekent dat een fietser of een wandelaar niet ook nog eens over zijn schouder moet kijken wanneer het groen is, omdat de wagens naast hem dan ook groen hebben. Zo simpel is het. Nu las ik in deze krant dat er wordt overwogen om in 2019 dit kruispunt waar een vrouw het leven liet, ‘conflictvrij’ te maken. Dat is een ‘overweging’ voor over twee jaar, en dan vier (!) jaar na dat rapport.

Als het over verkeer gaat, dan verwijten de automobilisten de fietsers vaak dat ze ‘ook’ gevaarlijk zijn. Dan zucht ik diep. Een fietser heeft ook een airbag gelijk een wagen; maar het is wel zijn eigen lijf. Komt het binnen? We zijn niet zwak, we zijn onbeschermd. Maar het is belachelijk en gemakkelijk dat we tegen elkaar foeteren. De organisatie van het verkeer in deze stad is niet georganiseerd voor fietsers of wandelaars. Daar gaat het over. Zulke kruispunten kosten levens. Ze maken ouders angstig over hun fietsende kinderen, elke dag opnieuw. In plaats van ‘overwegingen’ en andere aanstellerij willen velen van ons simpelweg echte bescherming en actie. En intussen: die witte velo op de grond wil iets zeggen, oké?

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER