© Frederik Beyens

Weven is het nieuwe breien: “Het werkt therapeutisch”

Wordt weven het nieuwe breien? Als het aan San De Wilde ligt wel. Ze heeft de weefmicrobe zwaar te pakken. “Ik ben er echt verslaafd aan. Als ik een dag niet kan weven, voel ik mij niet goed.” Aan haar antieke weefgetouw weeft ze zachte sjaals in kleuren die je de winterkoude doen vergeten. Wanneer haar voeten de trappers vinden, verdwijnt ze een beetje van de wereld

Laura Claessens

“The Tin Machine, Big Ben en Medium Miss Gwen”, stelt San De Wilde haar weefgetouwen voor. We staan in haar atelier op de bovenste verdieping van haar woning in Schoten. Hoewel ze nog maar 2,5 jaar weeft, bezit ze al een hele collectie weefgetouwen. In een open kast liggen bollen wol in uiteenlopende kleuren netjes op elkaar gestapeld. Gedrapeerde sjaals hangen rond bustes en liggen op tafel. Het is een kleurrijke en pluizige bedoening. “Zwier er maar een om”, zegt San, terwijl ze achter haar weefgetouw kruipt. We kiezen een sjaal in okergele tinten. De warmte en zachtheid van het winterse accessoire bezorgen ons meteen een knus gevoel.

San: “Textiel heeft me altijd gefascineerd: mooie, luxueuze stoffen en interessante kleurencombinaties. Laat mij los in een stoffenwinkel en ik ben gelukkig. Omdat stof al wevend wordt gemaakt, wilde ik absoluut zelf leren weven. Ik kocht een klein weefgetouw, zocht online en in boeken naar informatie en begon aan mijn eerste weefsel. Mijn eerste creaties waren wat halfslachtig, maar ik voelde onmiddellijk dat weven mijn ding is.”

© Frederik Beyens

Verslaving

San werkt als psychiatrisch verpleegkundige op de spoeddienst, weven doet ze na haar uren. “Ik werk alleen ’s nachts en ben dus overdag veel thuis. Wanneer ik ’s middags opsta, ga ik in pyjama aan het weefgetouw zitten. Daar word ik helemaal zen van.” Met een paar vlotte bewegingen weeft ze voort aan het stuk textiel dat een sjaal wordt. Vaktermen als weefriet en boom, schachten en bobijnen vliegen ons om de oren. Het indrukwekkende en antieke weefgetouw kocht ze van een Nederlandse dame. “Een nieuw weefgetouw is onbetaalbaar, dus ging ik op zoek naar een tweedehands exemplaar. Dat vond ik bij Rie, een dame van in de negentig. We reden met een bestelwagen naar daar, vezen het weefgetouw uit elkaar en laadden het in. Het gevaarte bleek groter dan verwacht waardoor ik op de terugreis onder het weefgetouw moest gaan liggen. Ook het opzetten van het weefgetouw was een hele karwei en zo kwam ik bij de Nederlandse Hanny, een goede vriendin van Rie, terecht. Zij had Rie vaak geholpen met het opzetten van het weefgetouw. Je moet onder het weefgetouw kruipen om de draden op te binden, dat is niet evident. Hanny heeft mij twee dagen lang opgeleid.”

© Frederik Beyens

“Ik ben er nu verslaafd aan”, zegt San. Ze weefde ondertussen al een dertigtal unieke sjaals bij elkaar, die ze zelf verkoopt. Elk ontwerp begint met het uitdenken van een patroon, structuur en kleurenpalet. “Met een idee in mijn hoofd teken ik de linnenbinding uit, namelijk hoe ik de draadjes ga weven en welke draad ik aan welke trapper moet binden. Daar ben ik toch een dag of twee mee bezig. Wanneer het technische werk achter de rug is, ga ik op zoek naar het materiaal en de kleuren die ik wil gebruiken. De meer technische wevers werken voornamelijk met ‘cottonlin’, een mix van katoen en linnen. Dat levert strakke, platte sjaals op. Zelf werk ik heel graag met alpacawol, omdat het een superzacht materiaal is. Voor mij is de ideale sjaal dan ook zacht en pluizig. Bovendien is alpacawol hypoallergeen en ideaal voor mensen die gevoelig of allergisch zijn aan wol. Ik vind het leuk om materialen te mixen. Zo combineer ik alpaca met zijde of merinowol.”

© Frederik Beyens

Omdat alpacawol een duur product is, spint ze zelf wollen draadjes van alpaca en merino lontwol. “Veel voordeliger en nog leuk om te doen ook”, vindt San. Haar stijl omschrijft ze als eigenzinnig. Ze experimenteert er graag op los. “Ik doe gewoon mijn ding. Ik wil ook niet mainstream zijn. Wie bij mij een sjaal koopt, krijgt een uniek stuk. Ik combineer felle kleuren en opvallende structuren. En ik weef graag met alpacawol, wat niet zo gebruikelijk is. In principe kan je met alles weven, zelfs met koperdraad of plastic stukjes. Of het dan nog draagbaar is, is iets anders.

Therapeutisch effect

In het verleden gaf San creatieve hobby’s als breien en haken ook al een kans, maar ze haakte telkens snel af. “Te eentonig. Ik voelde me geblokkeerd in mijn creativiteit. In een weefsel kan je voor een effen kleur gaan of je kan kleuren en patronen combineren. Het is een heel creatief proces dat me enorm veel voldoening geeft. Het weefproces op zich vind ik minstens even belangrijk als het resultaat.”

© Frederik Beyens

Daarnaast is weven haar manier van mindfullness. Herhaaldelijk dezelfde bewegingen aan het weefgetouw maken, brengt San volledig tot rust. “Het werkt therapeutisch. Op het moment dat mijn voeten de trappers lezen, ben ik al aan het mediteren. Ik ben dan alleen met mezelf en het weefgetouw bezig. Na een tijdje worden de bewegingen een automatisme.”

“Mocht ik kunnen doorwerken, dan maakte ik een sjaal in drie tot vier dagen. Momenteel doe ik er ongeveer een week over. Ik merk trouwens dat ik na een paar uur even moet rusten, anders begin ik fouten te maken. Voor weven moet je ook je tijd nemen. Je moet ervan kunnen genieten.”

Dat het weefambacht zo ver teruggaat, vindt San een absolute meerwaarde. “Vroeger was weven een functioneel gegeven. Uit vlas maakte men stof om zich te beschermen en warm te houden. Pas later werd er ook decoratief geweven. Dat ik het ambacht op een hedendaagse manier kan brengen, maakt me trots. Ik werk onder meer met patronen uit de negentiende eeuw. Iemand loopt nu rond met een sjaal die op een eeuwenoud patroon gebaseerd is, dat is toch fantastisch.”

Ze wordt er duidelijk wat emotioneel van. “Wie een sjaal van mij koopt, koopt een stukje van mijn ziel. Weven kan je vergelijken met een mensenleven. Beide zijn in eerste instantie lineair. Een mensen-leven wordt gevormd door de gebeurtenissen die iemands pad kruisen, een weefsel krijgt vorm door het kruisen van dwarsdraden.”

Sans enthousiasme en passie voor het weven werken aanstekelijk. Als het aan San ligt, weeft binnenkort heel Vlaanderen. “Enkele jaren geleden was breien een hype, nu is macramé weer in. Ook weeframen waarop wandtapijtjes worden gemaakt, zijn weer populair. Op een weefraam ben je eigenlijk al aan het weven. De logische volgende stap is weven op een klein weefgetouw. Ik denk dat ik mensen heel enthousiast kan krijgen.”

Hoe gaat San dat concreet aanpakken? “Ik kocht een tiental tafelweefgetouwen waarmee ik workshops voor beginners ga organiseren. Ik wil mensen leuke accessoires leren maken. Dat vind ik interessanter dan de klassieke placemats of tafellopers. Daarnaast wil ik graag een boek ‘weven voor dummies’ schrijven. Een weefboek bestaat nog niet.”

Haar met de hand geweven creaties verkoopt ze onder de naam Wish Fulfilling Weaving. “Je kan bij mij een sjaal op maat bestellen. Dan word je uitgenodigd en bespreken we samen kleuren, patronen, zachtheid en breedte. Een sjaal kost rond de 100 euro, een vest zo’n 150 euro, afhankelijk van de gekozen wol. Je bepaalt dus volledig zelf hoe jouw sjaal er zal uitzien, vandaar de naam Wish Fulfilling. Al geef ik er waarschijnlijk wel mijn eigen draai aan, een Sanneke noem ik dat.”

© Frederik Beyens

Nu weten klanten haar door mond-tot-mondreclame en via sociale media te vinden. “Om mijn merk bekender te maken, wil ik om de drie maanden een pop-upwinkel openen. Daarnaast toont ook een aantal designers en winkels, zoals Graanmarkt 13, interesse in mijn ontwerpen. Het zou fijn zijn om op termijn mijn unieke stukken in winkels te kunnen verkopen.”

Dat ze Vlaanderen enthousiast kan krijgen voor het weefambacht, daar twijfelt ze niet aan. “Weven op zich is echt niet moeilijk. Alleen het opzetten van het weefgetouw vraagt wat doorzettingsvermogen. Eenmaal je dat doorhebt, gaat het vlot. Ik ben er zeker van dat acht op de tien mensen zeer verslaafd zullen worden.”

INFO: www.wishfulfillingweaving.com