Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerkiezingen 2024

Waarom plots iedereen de erfgenaam van Jean-Luc Dehaene wil worden

Voormalig premier Jean-Luc Dehaene.Beeld Tim Dirven

Cd&v, maar ook N-VA en Vooruit hebben deze campagne de mond vol over voormalig premier Jean-Luc Dehaene en diens ‘Globaal Plan’. Vanwaar die plotse liefde voor de nineties? En hoe zit het ook alweer met dat Globaal Plan?

“Dit land heeft nood aan een Globaal Plan.” Aan het woord is vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit), afgelopen weekend in De Tijd. Volgens de socialist moeten straks, na de verkiezingen, alle bestuursniveaus “over hun schaduw” heen stappen om de begroting erbovenop te helpen en de arbeidsmarkt te hervormen.

Met die uitspraak vervoegt Vandenbroucke een stilaan indrukwekkend rijtje. Eerder in de campagne hebben ook onder meer Sammy Mahdi (cd&v) en Bart De Wever (N-VA) al hun bewondering uitgesproken voor christendemocraat Dehaene en diens politieke erfenis: het Globaal Plan uit de jaren 90. Dat plan wordt steevast aanzien als het schoolvoorbeeld van hoe zelfs in dit ‘gestolde land’ hervormingsbeleid mogelijk is.

De Wever, vorige donderdag, tijdens de voorstelling van zijn begrotingsplan: “Al is de waarheid dat we voor een inspanning staan die groter is dan die van Dehaene. Zijn Globaal Plan heeft voor een forse verbetering van het primair saldo gezorgd. Maar wij zullen dieper moeten gaan. Wij staan er vandaag slechter voor.”

Potverdekke

Zaterdagnacht 2 mei 1998. Premier Dehaene wordt in het bezit van een sandwich en een glas bier gesignaleerd in de gangen van het Brusselse Justus Lipsiusgebouw. De Europese regeringsleiders zitten er samen om te beslissen welke lidstaten mogen meedoen aan de nieuwe munteenheid euro. België zal er bij zijn.

Op de persconferentie achteraf puft buitenlandminister Erik Derycke (SP): “Alé, we gaan naar huis. Potverdekke.”

Ook van Dehaenes schouders valt die avond een last. Jarenlang al staat zijn regeringsbeleid in het teken van de komst van de euro en de bijhorende Maastrichtnormen, die het Belgisch begrotingstekort richting 3 procent van het bbp dwingen. Velen denken dat ons land het niet zal halen. Met een tekort van 7 procent van het bbp in het crisisjaar 1993 en een staatsschuld van 137 procent lijkt er weinig reden tot optimisme.

Toch slaagt Dehaene erin om een euroticket te bemachtigen. Zijn recept? Het Globaal Plan, een hervormingspakket uitgewerkt door christendemocraten en socialisten dat in 1993 het levenslicht ziet en het mes in de staatsfinanciën zet. Maatregelen zoals de gezondheidsindex, een loonstop van drie jaar en een omvangrijke crisisbelasting (de zogeheten Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid) worden doorgevoerd.

“De toestand was echt acuut”, herinnert econoom Paul De Grauwe (London School of Economics) zich. “België was in een ‘rentesneeuwbal’ beland waarbij de rente op onze schulden hoger lag dan de groei van het bbp. Dan kom je in vicieuze cirkel terecht die je alleen met een forse tussenkomst kan doorbreken. Het Globaal Plan van Dehaene was eigenlijk een klassiek recept: een combinatie van besparingen en belastingen.”

Pijnloos verloopt dat zeker niet: eind 1993 wordt het land getroffen door een stakingsgolf. Treinen worden omgeleid, wegen afgesneden, vluchten verstoord en de haven van Antwerpen geblokkeerd. Meer dan 900.000 werkdagen gaan verloren. Een stakingsrecord dat standhoudt tot in 2014, bij de protesten tegen Michel I. Er moet geprivatiseerd worden bij de banken. Een deel van de Belgische goudreserves wordt verkocht.

Maar uiteindelijk lukt het wel. Op 2 mei 1998 slaagt België voor zijn euro-examen. In zijn memoires zal Dehaene later schrijven: “Ik verkeerde in de illusie dat het saneren van de overheidsfinanciën relatief gemakkelijk zou zijn. Dat bleek een misrekening.” Dehaene kan na de besparing niet lang genieten van zijn succes. In 1999 verliest hij – in volle dioxinecrisis – de verkiezingen tegen zijn liberale concurrent Guy Verhofstadt.

Niemand

De gelijkenis tussen toen en nu lijkt overduidelijk. Het totale Belgisch begrotingstekort is de voorbije jaren tot 27 miljard euro aangedikt, wat overeenkomt met 4,6 procent van het bbp. Europa eist dat dit tot 3 procent wordt teruggebracht. Volgens de (voorlopige) nieuwe boekhoudregels zelfs tot 1,5 procent tegen 2031.

Al wijst De Grauwe erop dat België anno 2024 gelukkig niet met een rentesneeuwbal te maken heeft. De rente is weliswaar gestegen, maar blijft al bij al behapbaar. “We zullen iets moeten doen aan onze begroting, zoveel is zeker, maar ik vind niet dat we in terug in de jaren 90 zijn. En laat me hierbij nog eens onderstrepen dat het Globaal Plan absoluut geen economisch pretje was. Ook niet voor de gewone man, die de belastingdruk zag stijgen. Laat ons het verleden niet te snel mystificeren.”

Rik Van Cauwelaert, columnist voor De Tijd en levend geheugen van de Wetstraat, ziet wel wat in een heruitgave van het Globaal Plan. De stijgende gezondheidskosten en de onvoorspelbaarheid van de oorlog in Oekraïne zullen de politiek daar wellicht toe dwingen, schat hij. “Alleen: ik zie geen nieuwe Dehaene.”

“Destijds werd dat het Globaal Plan mogelijk gemaakt door enerzijds een geoliede samenwerking tussen Dehaene, begrotingsminister Herman Van Rompuy en de directeur van de Nationale Bank Fons Verplaetse”, duidt Van Cauwelaert. “Anderzijds was er de aanhoudende steun van de socialisten. Ondanks alle besparingen wilden ze doorzetten. Iedereen was overtuigd van het belang om in de euro te stappen. Dat niet halen, was een affront geweest. Dehaene zelf was in het begin trouwens ook niet echt met zijn populariteit bezig, wat hielp.”

De politieke sterren staan dertig jaar later heel anders. De neergang van de traditionele machtsblokken maakt dat er straks wellicht een achttal partijen nodig zijn om een regering te vormen. Al die partijen hebben hun agenda en gevoeligheden. Van Cauwelaert meewarig: “Schrijf maar eens een Globaal Plan met iemand als Georges-Louis Bouchez (MR).”