Nieuwe regering pakt hoogste uittredingsvergoedingen aan maar snoeit niet in partijfinanciering: "Dit is een mager beestje"

De partijen gaan de komende jaren amper op zichzelf besparen. Over een echte verlaging of hervorming van de partijfinanciering is in het regeerakkoord niets terug te vinden. Wel worden de jaarlijkse bedragen niet meer geïndexeerd en komt er een hervorming van de felbesproken uittredingsvergoeding voor parlementsleden.

Het schandaal over de pensioenextra’s voor Kamervoorzitters en de torenhoge uitgaven van Belgische partijen op sociale media deden bij veel burgers de wenkbrauwen fronsen. De financiering van politici en partijen kwam zo op de politieke agenda te staan.

Verschillende partijen in de vorige regering wilden snoeien in de partijfinanciering. De Vivaldi-regering kwam niet tot een akkoord, dus werd het systeem niet hervormd. 

Die stilstand zet zich nu verder onder de nieuwe regering, vindt Bart Maddens (KU Leuven). "Dit is een heel mager beestje, ik ben echt ontgoocheld", zegt de politicoloog. Hij doet al jaren onderzoek naar het geld van de partijen. 

Geen forse besparing, wel niet-indexeren

In het regeerakkoord staat enkel dat de partijdotaties de komende jaren niet geïndexeerd zullen worden. Dat wil zeggen dat ze niet mee zullen stijgen met de inflatie. Van effectief snoeien in de dotatie of een hervorming van het systeem is dus geen sprake. 

Wat de regering-De Wever wil doen is ook niet nieuw. In 2022 al beslist het federaal parlement om jaarlijks ongeveer 5 procent minder dotatie te geven dan gepland. Het Vlaams Parlement indexeert de dotatie aan partijen ook al niet meer sinds 2024.

Hoe groot de besparing zal zijn door de komende 5 jaar niet te indexeren hangt af van de inflatie.

Maddens: "Morrelen in de marge"

"Het is hoe dan ook morrelen in de marge. Het gaat trouwens niet enkel over het bedrag. Er zou veel meer controle moeten zijn op waar partijen het belastinggeld aan uitgeven", vindt Maddens. "Een hervorming is cruciaal want het huidige systeem versterkt alleen maar de particratie."

Bovendien merkt hij op dat die niet-indexering beperkt is tot het einde van de legislatuur. "De N-VA was er steeds voorstander van om die niet-indexering permanent te maken en er zo zeker van te zijn dat op termijn de dotatie steeds minder waard zou worden in nominale termen. Maar ik denk dat het een toegeving is aan de traditionele partijen om het enkel voor de komende jaren vast te leggen."

Het volledige regeerakkoord lezen? Dat kan hier (in pdf-formaat).

Nog maar 1 jaar uittredingsvergoeding

Wat een deel van de politici wel zal voelen in hun portefeuille is de hervorming van de uittredingsvergoeding. 

Dat is een maandelijkse vergoeding die parlementairen krijgen nadat hun mandaat erop zit. Bijvoorbeeld wanneer ze niet opnieuw verkozen zijn. Ze krijgen dan een groot deel van het loon na hun vertrek nog een tijd uitbetaald, afhankelijk van hoe lang ze in het parlement zetelden. 

In juni konden 73 van de 150 volksvertegenwoordigers aanspraak maken op de vergoeding. Volgens een berekening van De Tijd hadden zij samen recht op 12,4 miljoen euro aan uittredingsvergoedingen.

Het maximumbedrag dat parlementsleden kunnen krijgen, wil de nieuwe regering nu verlagen. Dat zal vooral voor politici die lang in het parlement zetelden een verschil maken. 

Zij hadden door hun lange staat van dienst maximaal tot 2 jaar lang recht op de uitkering. Nu zal die nog maximaal 1 jaar uitbetaald worden, een halvering van het plafond. Het maandelijkse bedrag zelf verandert niet. Voor mensen die bijvoorbeeld maar 1 legislatuur in het halfrond zaten, verandert er niets, zij komen hoe dan ook niet aan 1 jaar. 

Commissievoorzitters moeten nu effectief aanwezig zijn voor vergoeding

De hervorming moet ervoor zorgen dat de regeling meer lijkt op die voor werknemers. Dat wil de regering ook doen met langdurig zieke parlementsleden. Net als werknemers zullen die een deel van hun wedde verliezen. Dat zal specifiek gebeuren door de maandelijkse onkostenvergoeding – een groot deel van hun inkomen - dan niet uit te keren, het loon zelf blijft wel behouden. 

Bureauleden en voorzitters van commissies in het parlement krijgen een bijkomende vergoeding. Die blijft bestaan, maar zal nu wel alleen uitgekeerd worden als ze effectief aanwezig zijn. Tot nu toe was die vergoeding forfaitair. 

Het is duidelijk dat politieke vernieuwing geen prioriteit was van de partijen rond de tafel

Bart Maddens, politicoloog (KU Leuven)

"Het is duidelijk dat politieke vernieuwing geen prioriteit was van de partijen rond de tafel", besluit Maddens. "Bij de traditionele partijen is het animo om echt in eigen vlees te snijden niet groot, dat is niet veranderd."

PODCAST

Podcast 'Onder ons: politiek'

Ivan De Vadder neemt je, samen met één van zijn collega's, mee in het politieke nieuws. Met ook een blik àchter de schermen van de politiek en de redactie.

Meest gelezen