Direct naar artikelinhoud
Iran

Celstraf voor Iraanse mannen na protest tegen hoofddoek

Een vrouw in Teheran neemt deel aan de campagne Meisjes van Revolutiestraat.

Twee Iraanse mannen die hebben gepleit tegen de voor vrouwen verplichte hoofddoek zijn veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Het Center for Human Rights in Iran (CHRI) heeft dat meegedeeld. 

De aanklacht betrof ‘propaganda tegen de staat’ en ‘belediging van de hijab, een wezenlijk sacrament van de islam’. Het Revolutionaire Hof in Teheran legde de mannen ook voor twee jaar een verbod op om actief te zijn op internet.

De verplichting voor vrouwen het haar te bedekken, roept in Iran steeds meer weerstand op. Ook mannen voegen zich bij het protest. Een van hen, de 48-jarige arts Farhad Maysami, werd in juli gearresteerd omdat hij buttons bezat met de tekst ‘Ik ben tegen de verplichte hijab’. In detentie ging hij in hongerstaking.

‘Deze individuen willen disco’s openen voor vrouwen met hijab, net als in Turkije’
Ayatollah Ahmad Alamolhoda

Beruchte gevangenis

De andere veroordeelde, Reza Khandan, is de echtgenoot van de bekende mensenrechtenadvocate Nasrin Sotoudeh, die in 2012 de Sacharovprijs kreeg van het Europees Parlement. Zij werd in juni gearresteerd en zit nog steeds vast. Ook zij ging in hongerstaking.

Khandan werd in september opgepakt nadat hij online en in interviews had geageerd tegen de opsluiting van zijn vrouw en tegen de verplichte hoofddoek. Beiden zitten in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran.

Sotoudeh was de advocaat van een deel van de vrouwen die een jaar geleden werden gearresteerd tijdens een opmerkelijke campagne tegen de verplichte hijab. Jonge vrouwen gingen op drukke punten in Teheran en andere steden op een verhoging staan, staken hun afgetrokken hoofddoek demonstratief in de lucht en lieten een foto van zichzelf nemen, voor gebruik op sociale media.

Revolutiestraat

Daar werden de vrouwen Meisjes van Revolutiestraat genoemd, naar de plaats waar de campagne begon. Op 27 december 2017 klom de 31-jarige Vida Movahed als eerste met losse haren op een elektriciteitskastje aan Revolutiestraat in het centrum van Teheran. Later kreeg zij twee jaar celstraf. De campagne hield ruim twee maanden aan. Circa 35 vrouwen werden gearresteerd.

Enkele jaren geleden werd ook al via sociale media actie gevoerd tegen de verplichte hijab. De campagne My Stealthy Freedom werd in 2014 gelanceerd door Masih Alinejad, een in de VS wonende journalist. Vrouwen lieten zich met onbedekte haren fotograferen. Eind 2016 waren er ruim tweeduizend foto’s. Eerder dat jaar betuigden Iraanse mannen hun adhesie door zich juist mét hoofddoek te laten fotograferen.

De Iraanse autoriteiten lijken steeds zenuwachtiger te worden over de betwiste hoofddoekplicht. De ultraconservatieve ayatollah Ahmad Alamolhoda zei drie weken geleden in zijn vrijdaggebed dat de hijab in Iran gevaar loopt. Hij sprak van een ‘in Turkije begonnen samenzwering’ om gesluierde vrouwen af te schilderen als de bron van onzedelijkheid, corruptie en prostitutie. “Deze individuen willen disco’s openen voor vrouwen met hijab, net als in Turkije”, zei hij. Alamolhada is afgevaardigde in de machtige Raad van Experts namens Mashhad, de tweede stad van Iran.

Referendum

Ali Motahari, vicevoorzitter van het Iraanse parlement, pleitte er een week later voor een landelijk referendum te houden over de hijab. Hij zei er vertrouwen in te hebben dat de bevolking in meerderheid vóór de sluierplicht zal stemmen.

Dat is echter nog maar de vraag. De steun voor de hoofddoekplicht brokkelt gestaag af, zo blijkt uit een opiniepeiling waarvan de resultaten vorig jaar werden gepubliceerd door de regering van president Hassan Rouhani. In 2006 vond 34 procent van de Iraniërs dat de regering zich niet moet bemoeien met de kleding van vrouwen. In 2014 was dat gestegen tot 54 procent. Het aantal mensen dat vindt dat vrouwen de zwarte chador moeten dragen, daalde van 54 naar 35 procent.

“Onze beweging krijgt meer momentum”, zei activiste Masih Alinejad tegen de Britse krant Daily Mail, in reactie op het voorstel van Motahari. ‘Vrouwen worden steeds moediger. Elke dag betrachten zij burgerlijke ongehoorzaamheid.’