CPB bevestigt: relatief minder belasting voor grootverdieners

Foto: ANP

Nederlanders met de hoogste inkomens betalen relatief minder belasting dan de groep daar net onder. Dit komt doordat hun belastingdruk niet zoals bij veel Nederlanders vooral door de sociale premies en belastingen in box 1 wordt bepaald, maar door de vennootschapsbelasting. Dit heeft het Centraal Planbureau (CPB) bekendgemaakt in nieuw, langjarig onderzoek naar de hoogste inkomens.

In eerder onderzoek uit 2022 constateerde het CPB al dat huishoudens met de hoogste inkomens relatief gezien minder belasting afdragen dan andere huishoudens. Toen keek het planbureau alleen naar 2016, nu is naar een langere periode onderzoek gedaan (2011-2019).

De hoogste inkomens halen hun verdiensten grotendeels uit bedrijfswinsten, waardoor de vennootschapsbelasting de grootste stempel drukt op het bedrag dat die groep aan de Staat afdraagt. De hoogste inkomens hebben vaak een aanmerkelijk belang in een bedrijf.

De groep van 140.000 mensen met de hoogste inkomens bestaat vooral uit mannelijke directeur-grootaandeelhouders van tussen de 45 en 65 jaar oud. Naast het feit dat zij relatief minder belasting betalen dan andere inkomens, zijn hun inkomens in de onderzochte periode ook meer toegenomen dan het doorsnee-inkomen van lagere en middeninkomens, onderzocht het CPB.

Als de winst van de topinkomens ook wordt uitgekeerd, betaalt die groep ook inkomstenbelasting. Maar in de praktijk blijft het merendeel van die winsten ingehouden, constateert het CPB. Daarom blijft hun belastingdruk relatief laag, meer dan 34 procent. Voor de allerhoogste inkomens is de belastingdruk nog lager: voor de 1400 topverdieners was de belastingdruk zo’n 28 procent.

Het CPB deed ook onderzoek naar de samenstelling van de groep mensen met de hoogste inkomens. Deze bestaat uit een “vaste kern” en wordt aangevuld door mensen die een paar jaar een hoog inkomen hebben. De bovenste 0,01 procent is per jaar verschillend samengesteld, omdat veel mensen eenmalig hoge winsten behalen. Van de mensen die in 2011 tot die groep behoorden, zit maar 16 procent daar in 2019 nog steeds in, berekende het CPB.

Al jaren is de belasting van de allerrijksten een heikel punt in Den Haag. Zo bepleiten meerdere partijen een zogeheten miljonairsbelasting. Ook probeert de overheid belastingontwijking aan te pakken.