Kleuterscholen hechten te veel belang aan leren

© Joel Hoylaerts / Photo news

Volgens Gentse onderzoekers moeten kleuterscholen niet zo hard focussen op zindelijkheid en thuistaal. ‘Ze moeten zich meer aanpassen aan de kinderen.’

Veerle Beel

Bijna nergens ter wereld gaan kinderen zo vroeg en zo massaal naar school. Ook al is het nog niet verplicht, toch tekenen 99 procent van de Vlaamse kleuters en 82,5 procent van de 2,5-jarigen present. Vlaanderen zet al tien jaar in op kleuterparticipatie en moedigt kansengroepen aan om hun kinderen al zo vroeg naar school te sturen, omdat dit hun leerkansen zou verhogen.

Tegelijk leeft er veel bezorgdheid over die vroege instap. Sommige kleuterjuffen stellen zich vragen bij het feit dat ze bij de ­allerjongste kinderen alleen nog bezig zijn met zorg: ze moeten voortdurend met die ukken naar het toilet.

Veel ouders maken zich zorgen: wat als hun kind in de broek plast? Of te moe is om de dag zonder middagslaapje door te komen? Is er iemand tijdens de middagpauze die de brooddoos kan helpen openmaken? Is er wel voldoende zorg op school, en is hun kind eigenlijk al schoolrijp?

Onderzoekers piekeren ten slotte over de vraag waarom niet alle kleuters evenveel profiteren van de leerkansen op de kleuterschool. Kinderen van arme gezinnen en van gezinnen met een ­migratie-achtergrond zitten vaker over in de lagere school, ook als ze evenveel tijd doorgebracht hebben in de kleuterklas als andere kinderen.

Veel vragen dus. Twee onderzoekers van het VBJK (Vernieuwing in Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen) gingen samen met de Universiteit Gent op zoek naar antwoorden. Ze stellen hun resultaten vandaag voor op een studiedag in Gent.

Een van hen was Brecht Peleman die acht kleuters volgde en filmde tijdens hun eerste maanden in de klas. Hij stelde vast dat kinderen met een andere thuistaal het moeilijker hebben met de nieuwe omgeving. Sommige kinderen lijken gaandeweg hun enthousiasme te verliezen.

‘Mogelijk omdat ze niet genoeg verstaan, of omdat de school geen aandacht heeft voor hun thuistaal of -cultuur’, zegt Jan Peeters van VBJK. ‘Een belangrijke vaststelling, nu het aantal kinderen met een migratie-achtergrond in onze steden flink is toegenomen. Het kleuteronderwijs zal mee moeten veranderen.’

Katrien Van Laere, ook van VBJK, sprak met ouders, kleuterleidsters en kinderbegeleiders over hun bekommernissen. Zij concludeert dat het klassieke kleuteronderwijs te veel belang hecht aan leren en een te grote scheiding maakt tussen leren en zorg. ‘Kleuterleiders vinden dat zorg niet echt hun taak is. Ze doen het wel, en sommigen doen het ook graag. Maar ze beschouwen dit niet als onderdeel van hun professionele takenpakket.’

Van Laere: ‘Het idee is dat de zorg het leren in de weg zit. Maar tijdens zorgmomenten ontstaat er ook interactie waaruit kinderen veel kunnen opsteken. Goede kleuterscholen benutten die momenten wel. We moeten dus niet zo hard focussen op de vraag of ons kind al zindelijk is of al zelfstandig kan eten. Kinderen leren ook als ze naar het toilet gaan, samen eten, of wanneer ze spelen.’