Direct naar artikelinhoud
Internet

Supersnel internet voor elke Vlaming tegen 2020

Philippe Muyters (N-VA), Vlaams minister van Innovatie, hier op bezoek aan het CERN in Genève, Zwitserland, moet dankzij akkoord met Telenet en Proximus zelf geen glasvezel in de grond stoppen voor een supersnel internet voor elke Vlaming.Beeld Wouter Van Vooren

Er komt geen overheidsbedrijf dat de concurrentie zal aangaan met Proximus en Telenet. Vlaanderen heeft een akkoord met beide telecomspelers over het netwerk van de toekomst. Proximus en Telenet engageren zich om elke Vlaming tegen 2020 van supersnel internet te voorzien.

Hoe meer toestellen we aansluiten op het internet, hoe groter de capaciteit die we nodig hebben. Aangezien we tegenwoordig zelfs zonder na te denken onze microgolfovens en tandenborstels met het wereldwijde web verbinden, maakte Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters (N-VA) zich zorgen over de capaciteit van het netwerk in Vlaanderen.

Hij liet in oktober vorig jaar weten dat hij forse investeringen verwacht van de telecomspelers Telenet en Proximus om aan de verwachtingen te voldoen. Om er zeker van te zijn dat zijn woorden tot in de bestuurskamers van beide bedrijven raakten, hield de minister zelf een stok achter de deur. Als Telenet en Proximus er niet in zouden slagen om elke Vlaming in de toekomst supersnel internet te bieden aan 2,5 gigabit per seconde, zou Muyters een overheidsbedrijf oprichten dat ofwel de gaten opvult ofwel zelfs heel de markt aanvalt. De kostprijs zou gemakkelijk oplopen tot 3 miljard euro. De intercommunale Fluvius, de fusie boven Eandis en Infrax, bood zelfs aan om de infrastructuurnetwerken uit te voeren. 

Als Telenet en Proximus er niet in zouden slagen om elke Vlaming in de toekomst supersnel internet te bieden aan 2,5 gigabit per seconde, zou Muyters een overheidsbedrijf oprichten

Muyters eiste ook dat beide spelers hun netwerk zouden openzetten voor concurrenten tegen een faire en competitieve vergoeding. Proximus-topvrouw Dominique Leroy was heel duidelijk over zulke plannen: ze trok nog liever de stekker uit de 3 miljard investeringen, die Proximus doet in glasvezelinfrastructuur, dan het netwerk te openen voor derde partijen.

1 gigabit per seconde

Toch laten alle partijen nu weten dat er een akkoord is over supersnel internet in Vlaanderen. Zo verbinden Proximus en Telenet zich ertoe om tegen 2020 iedereen de mogelijkheid aan te bieden om een internetverbinding te nemen met een downloadsnelheid van 1 gigabit per seconde. Ter vergelijking: een gemiddeld gezin verbruikt vandaag 0,1 gigabit per seconde, heavy users komen aan 0,5.

Maar 1 gigabit per seconde is niet de vooropgestelde 2,5 van Muyters. "We bekijken jaarlijks samen met alle partijen hoe we kunnen blijven innoveren, zodat Vlaanderen een koploper blijft in de digitalisering", zegt Thomas Pollet, de woordvoerder van Muyters, daarover.

Philippe Muyters bereikte een akkoord met Proximus en Telenet.Beeld Photo News

Onlangs demonstreerde Telenet nog dat het in staat is om 1 gigabit per seconde over zijn netwerk te sturen. "Misschien was minister Muyters vorig jaar nog niet helemaal overtuigd dat wij hoge snelheden konden aanbieden", klinkt het bij Telenet.

Telecomexpert Tom Evens (UGent/Imec) is helemaal niet verrast door het akkoord. "Zowel Telenet als Proximus was al langer bezig om te investeren in zijn netwerk. We betalen in vergelijking met de rest van Europa misschien iets meer voor ons internet, tegelijkertijd scoort het netwerk ook heel goed dankzij de investeringen van beide bedrijven." 

'We betalen in vergelijking met de rest van Europa iets meer voor ons internet, tegelijkertijd scoort het netwerk heel goed'
Tom Evens, telecomexpert (UGent/Imec)

Evens wijst er tot slot op dat het Belgisch Instituut voor het Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) begin deze maand al maatregelen formuleerde om de concurrentie in de markt aan te wakkeren. "Dus dat engagement om hun netwerk open te zetten in dit akkoord is relatief. Ze kunnen niet anders."

Het BIPT maakt zich sterk dat vanaf augustus de toegangsprijzen voor alternatieve operatoren tot 20 procent kunnen zakken. Die daling moet de consument ten goede komen.