“Ik had eerst geen tv-ambities. Ik studeerde en liftte gewoon graag”

Met ‘Down The Road’, zijn trip door zeven landen met zes downies, heeft Dieter Coppens (40) zich geprofileerd als een van Vlaanderens beste televisiemakers. Sinds maandag toont hij zich weer van een andere kant, als dierenliefhebber, in ‘Animalitis’, een soort ‘Topdokters met dieren’, dat in het najaar een verlengstuk krijgt. Is Coppens een alleskunner? “Ik heb allerminst de behoefte om uitgespeeld te worden als dé specialist van de natuur”, zegt hij. Ik houd niet van hokjesdenken.”

Raymond De Condé

We spreken Dieter Coppens maandag, enkele uren voor de start van ‘Animalitis’ op Eén. Op een bepaald moment krijgt hij een sms’je van Lisa, het meisje dat dankzij ‘Down The Road’ een job is gaan zoeken en nu in een broodjeszaak werkt. Zij wenst hem veel succes met ‘Animalitis’ en een goede vlucht naar de Azoren, waar hij een aflevering voor het programma gaat inblikken. Hoewel de Zoerselnaar nog altijd maar deeltijds tv-maker is - Coppens is ook grafisch vormgever met een eigen uitgeverij - spreekt het erg voor hem. In alles wat hij doet, is hij een man met een missie.

“Die zes jongens en meisjes zijn mijn vrienden geworden”, glundert Dieter. “We hebben een Whatsappgroep en ik krijg een goeiemorgen van iedereen. Die vriendschap is geen schermschijn. Zaterdag ben ik - om hen te verrassen, ik had het hen niet verteld - naar de Special Olympics geweest in Doornik en Moeskroen. Kevin zat daar in een basketploeg, Lore zat in de competitie voor judo, Pieter in het zwemmen en Martijn deed aan bocce, een soort petanque. Dat vonden ze echt geweldig.”

Je bent dit voorjaar met twee heel verschillende programma’s op Eén. Wil de VRT je naar voren schuiven als nieuwe tv-personality?

“Het is zeker niet door het succes van ‘Down The Road’ dat Eén nu vlug-vlug vier afleveringen van ‘Animalitis’ programmeert. Dat zeker niet: er komen nu vier afleveringen, dan begint in juni het WK. In het najaar komen de volgende zes afleveringen die ik nu aan het draaien ben.”

Bij de Klantendienst van de VRT hoorde ik dat er nog steeds felicitaties binnenkomen voor ‘Down The Road’. Schrik je daarvan?

“Ik denk wel eens: ‘Zoveel complimenten, hoe ga je daar mee om?’ Ik ben vooral blij dat Vlaanderen die gasten even schoon vindt als ik. Nu nog steeds kruipen mensen in hun pen om te zeggen hoe oprecht ze die kerels vinden. Vlaanderen is anders naar mensen met het syndroom van Down gaan kijken. Vroeger werden ze als ‘mongolen’ bestempeld en weggezet. Nu heeft iedereen gezien dat het allemaal mensen zijn met een eigen karakter, een eigen identiteit. Ze kunnen iets, ze hebben talenten en ze hebben ons de puurheid van het leven laten zien. Zo van: maak het niet te moeilijk, zeg het zoals het is, zwartwit. Dat kan voor ons soms confronterend zijn, want zij leven zonder filter. Wat ze zeggen, komt recht uit het hart. Je weet wat je aan ze hebt. Ook als ze iets niet leuk vinden, weet je het. Maar ze zijn heel dankbaar.”

Had je op voorhand verwacht dat ‘Down The Road’ dat effect zou hebben?

“Je stapt in een avontuur, dan weet je nooit wat er gaat gebeuren. Ze stapten allemaal in mijn auto bij mij thuis. Ik zeg tegen mijn vrouw: ‘Wat gaat dat geven?’ Voor hetzelfde geld zeggen die straks niks of krijgen ze ruzie onder mekaar: ‘Ik vanvoor, gij vanachter.” Maar het ging allemaal vlot. Toen ik van de oprit bolde, ontplofte het gewoon, iedereen was superenthousiast.”

Ze werden toch ook niet lukraak gekozen?

“Uiteraard is er eerst een casting gebeurd. Niet van: ‘Jij wel en jij niet’. We wilden mensen die al kwetsbaarder in het leven staan niet teleurstellen. De casting is van onderuit gebeurd. Niet alle mensen met het syndroom van Down zouden het kunnen: sommigen zijn niet zo communicatief of hebben heimwee omdat ze niet zonder mama of papa kunnen. Uiteindelijk werd het een groep van zes mensen die ervoor wilden gaan, en die in groep kunnen functioneren. Het programma heeft zeker niet alle aspecten van het syndroom van Down getoond. Ik heb een jongere nicht met het syndroom. Zij zou bijvoorbeeld niet zo lang van huis kunnen zijn. We wilden het vooral bespreekbaar maken en laten zien dat die mensen iets in hun mars hebben en dat we iets van hen kunnen leren.”

Je zal niet met alle zes een even goede klik hebben gehad.

“Het was soms even zoeken, bij de ene duurde het iets langer dan bij de andere. Hélène had ik voor het eerst ontmoet bij haar thuis: een lief meisje, we hadden al goed gelachen. Eenmaal op reis - ze was ook de jongste - ging ze niet in alles mee, ze had er geen zin in: schrik van dit, schrik van dat. Ze had het moeilijk om met vreemden te praten, draaide met haar ogen, geloofde eerst niet dat we zeehonden zouden zien, was argwanend tegenover ons. Op het einde feliciteerde ik haar: zie je wel dat je zeehonden zou zien, je hebt jezelf overwonnen op de boot. Antwoordt ze doodleuk: ‘Ik heb een hongerke!’ Je verwacht iets van dankbaarheid. Niet dus. Maar het is mooi dat ze zegt waar het op staat: dat ik iets heb overwonnen, interesseert me nu niet, ik heb gewoon honger. Achteraf was ze wel heel dankbaar. Met haar moest ik leren omgaan, moest ik vroeger vertellen wat we gingen doen. Eerst hield ik dingen als verrassing maar dat werkte niet zo goed. Ze hebben wat tijd nodig om aan een idee te wennen. Als je hen overvalt met een activiteit, bijvoorbeeld. Als je plotseling zegt: we gaan fietsen, dan grijpt Pieter naar zijn hoofd want hij is vroeger eens van zijn fiets gevallen. Hij krijgt dat gevoel van toen meteen terug en krijgt buikkrampen. Het is ongelooflijk hoe een emotie van vroeger direct weer terugkomt.”

Komt er een tweede reeks van ‘Down The Road’?

“Vanuit de kijker is die vraag er zeker. We zijn het aan het bekijken. We willen het alleszins op een correcte manier doen.”

Intussen loopt ‘Animalitis’. De kijkers van Eén zagen al hoe Nele Sabbe in Zuid-Afrika een gewonde waterbok verzorgde maar vooral de neushoorn waarvan de hoorn door stropers was afgehakt is me bijgebleven.

“Nele Sabbe werkt onder meer in een opvangcentrum voor neushoorns. Zij heeft de gewonde neushoorns verzorgd. Ook de weesjes die achtergelaten werden als de moeder was doodgeschoten. Zij nam die kleintjes in huis en bracht ze groot met de papfles. Als ze groter waren, werden ze weer uitgezet en dan vond ze die later soms dood terug. Het lijkt vechten tegen de bierkaai. Vechten tegen iets dat eigenlijk niet hoeft, want de geneeskracht van de hoorn is puur bijgeloof. Zo’n hoorn is keratine, samengeklit haar, je kunt het vergelijken met een vette kuif. En daar wordt een hele diersoort voor uitgemoord.”

We zagen ook hoe een chihuahua aan het hart geopereerd werd. Veel mensen zullen zich afgevraagd hebben: moet dat?

“Die vraag heb ik me ook gesteld. Maar die chihuahua betekent waarschijnlijk heel veel voor die vrouw. In een spontane reactie zeg je als buitenstaander: zonde van de kosten, koop een nieuw hondje. Maar als die band zo sterk is en ze betaalt zo’n operatie met haar eigen geld, wie zijn wij dan om te zeggen dat het niet kan?”

“Er zijn zoveel andere mensen die hun geld uitgeven aan nutteloze zaken. Veel mensen gaan op skivakantie. Dat geld zou je ook aan arme mensen kunnen geven. Of veertigers die een dure motor kopen om hun midlifecrisis tegen het asfalt te kunnen plakken. Niemand die hen dat recht ontzegt.”

Je bent een dierenliefhebber. Dat hebben we ook al gezien in ‘Copy Beest’, waarin je dieren trainde om iets bijzonders te doen. Het spectaculairst was de vlucht met de ganzen boven de Antwerpse haven. Heb je die ganzen nog?

“Nee, ik woon in een bos en onze tuin is daar te klein voor. Toen die brandganzen opgroeiden, was dat geen probleem, ik heb ze getraind in de tuin. Maar eens volwassen, heb ik ze ondergebracht bij boer Bart, een bevriende boer in Borgloon, die een groter hok heeft gemaakt. Ik weet niet of ze mij nog kennen. Ik heb wel nog de varkentjes die ik truffels heb leren opsporen. En wat kippen. En parkieten. De kinderen willen nu ook een hond. Maar dat staat ter discussie, want wat doe je met een hond als je met vakantie gaat? Het welzijn van dat dier komt toch altijd op de eerste plaats.”

Als tv-maker werd je destijds eerst bekend als avonturier.

“Ik had eerst geen tv-ambitie. Ik studeerde grafische vormgeving en liftte graag. Als eindproject wilde ik een boek maken over liften van het zuidelijkste punt van Europa – Malaga- naar het noordelijkste punt van Europa – Noordkaap. Op een familiefeestje vertelde ik dat aan Mathias, mijn neef. Die reageerde direct enthousiast: ‘Wat een idee, mag ik niet mee? Ik werk sinds kort voor TMF. Laten we het voorstellen aan de programmadirecteur’. Wij met ons voorstel naar Amsterdam. De programmadirecteur vond het fantastisch: we kregen een cameraatje en TMF regelde vliegtickets naar Malaga en vanuit Noorwegen. In ruil daarvoor moesten we het programma kant-en-klaar afleveren. Wij waren zo blij als iets en TMF kostte het niets want die camera en de vliegtickets waren gesponsord.”

“Om tien uur ’s avonds waren we in Malaga. We hebben in de hal van de luchthaven een vriendelijke mevrouw aangesproken die haar vriend kwam afhalen. Wij mochten mee op de achterbank, ze nam ons mee naar haar ouders in de bergen, waar we verse olijven en frietjes hebben gegeten. We zijn in Malaga drie dagen blijven plakken, zijn met die vrouw nog meegeweest om een huis te kopen. Dan hebben we onze reis richting noorden toch maar aangevat. Het was vooral een leerrijke ervaring. Mathias monteerde de beelden op zijn kot in Leuven, dat hij deelde met Staf. Ik deed de grafiek van het programma, ‘The Road Ahead’, waar we nog een tweede reeks van hebben gemaakt: van het warmste naar het koudste punt van de V.S., van Death Valley in Californië naar Barrow in Alaska. Voor Kanaaltwee hebben we daarna ‘De Poolreizigers’ gemaakt, met op het einde een tocht op de noordpool met Dixie Dansercoer. Een heerlijke tijd. Daarna zijn we met kinderen begonnen. Ook een avontuur. En nu gaan we met de kinderen op avontuur.”

Houd je niet van all-in vakanties?

“In een ver land moet je wel iets organiseren maar in Europa maken we huttentochten met de drie kinderen in de bergen. Met de rugzak van de ene hut naar de andere in de Dolomieten, zalig. We hebben de kinderen van kleins af meegenomen en nu stappen ze al sneller dan wij. We maken die tochten met een ander gezin, zo hebben ze vriendjes mee. Ze babbelen elkaar de berg op. Deze zomer gaan we naar Noorwegen. Daar hebben we een boer gevonden die een air b&b verhuurt op een uur van zijn boerderij, zonder elektriciteit, met petroleumlampjes. Daar kunnen we tochten doen in de bossen en vissen in het meer.”

Je bent ambassadeur van Mei Plasticvrij. Een missie?

“Ik reis wel wat rond en als je ziet wat we allemaal met de planeet aan het doen zijn, voel ik me verplicht om hier het woord te verspreiden. Mensen, laten we een vuist maken, we willen dat plastic niet! Die producenten doen maar op, alles gaat in plastic en het is toch zo gemakkelijk. We moeten ons bewust worden van het feit dat plastic enorm vervuilend is: het breekt niet af, het blijft honderden jaren bestaan. Ik heb het onlangs nog gezien: ik stond in de Rode Zee en kon vier vuilniszakken vullen met het plastic dat op een paar vierkante meter rondom mij dreef. Het was makkelijk, de vuilniszakken dreven erbij. Echt triest om te zien, koralen, walvissen die vol plastic zitten. Deze week draaien we op de Azoren voor ‘Animalitis’. Daar is een bioloog bezig met zeeschildpadden die verstikken door het plastic in hun maag. Het is echt tijd dat we onze gewoonten veranderen en bijvoorbeeld herbruikbare zakjes meenemen om groenten en fruit in te doen. Dat kost niet eens veel moeite, en je helpt er de planeet mee verder.”

Jouw neven Staf en Mathias zijn VTM-gezichten, jij bent steeds duidelijker een gezicht van Eén.

“Maar ‘Animalitis’ is een productie van Roses are Blue, het productiehuis van Mathias. Ikzelf heb met de VRT een overeenkomst voor twee jaar. We zullen binnenkort de koppen bij mekaar steken. Ik ben alleszins blij met wat ik aan het doen ben en heb niet de behoefte om uitgespeeld te worden als dé specialist van de natuur. Ik houd niet van hokjesdenken, ik heb nog andere interesses.”

‘Animalitis’, Eén, maandag, 20.40 uur