Waarom lenen voor een huis moeilijker wordt

© Jimmy Kets

Banken die te soepel met woonkredieten omspringen, moeten extra kapitaal opzijzetten. Daardoor wordt lenen duurder of moeilijker. ‘We blijven een brede toegang tot eigendom garanderen’, zegt premier Charles Michel (MR).

Christof Vanschoubroek

Die baksteen in de maag, daar raak je niet zomaar aan als politicus. Een eigen huis blijft nog altijd de droom van heel wat Belgen. En daarvoor zijn veel Belgen bereid om zich (te diep) in de schulden te steken. Je moet als politicus al heel wat moed hebben om die droom aan diggelen te slaan.

Toen KBC-topman Johan Thijs vorige week nog voorstelde om het bedrag van een woonkrediet te beperken tot tachtig procent van de aankoopwaarde van het huis, reageerde Vlaams minister van Financiën Bart Tommelein (Open VLD) scherp. ‘Absolute tegenstander van deze begrenzing. Mensen die meer dan voldoende solvabel zijn, moeten het nodige kunnen lenen om een woning te verwerven of behouden’, tweette de minister meteen.

‘Niets doen was geen optie’

‘Niets doen is geen optie’, zegt Karel Van Eetvelt, de nieuwe topman van de bankenorganisatie Febelfin. Maar hij vindt het niet nodig om in te grijpen. ‘Wij zijn geen vragende partij om de kapitaalbuffer te verhogen, maar denken graag mee. Als we zelf niets zouden doen, krijgen we wellicht van Europa een regeling opgelegd die ons niet zint.’

Hij wijst erop dat Europa ‘een strenger kader’ vraagt. De Europese instelling die waakt over de financiële stabiliteit – de ESRB – en de Nationale Bank maken zich zorgen over een oververhitte huizenmarkt. Ze vrezen dat door te soepele kredietvoorwaarden gezinnen in moeilijkheden raken, waardoor op hun beurt banken in moeilijkheden zouden komen. Bovendien leidt goedkoop krediet tot snel stijgende huizenprijzen. Volgens de Nationale Bank zijn de vastgoedprijzen in de eerste jaarhelft met 2,6 procent gestegen tegenover vorig jaar.

Omweggetje om lenen moeilijker te maken...

Wat Van Eetvelt helemaal niet ziet zitten, is een regeling waarbij bijvoorbeeld leningen van meer dan tachtig procent van de aankoopwaarde niet meer toegestaan worden. In een eerder voorstel had de Nationale Bank ook voorgesteld dat banken strenger zou zijn voor die groep ontleners. ‘We willen geen rigide systeem. Dat past niet in onze Belgische markt. De banken hebben vandaag al strenge interne regels. Ze kennen hun klanten en zijn goed in het analyseren van elk individueel geval. We krijgen meestal de vraag of ze niet te streng zijn.’

Maar door de banken te verplichten een extra kapitaalbuffer – 550 miljoen euro – aan te leggen in verhouding tot het risico dat ze nemen op de woonkredietmarkt, wordt onrechtstreeks een rem gezet op te soepele kredietverlening. Het effect op de kredietverlening is moeilijk in te schatten. ‘Dat effect kan goed meevallen’, zegt Van Eetvelt. ‘Als de huizenprijzen afkoelen, is het goed mogelijk dat een gezin geen 300.000 euro maar slechts 280.000 euro moet lenen om hetzelfde huis te verweren.’

...en daar kunnen de politici mee leven

Zo’n omweggetje maakt het ook makkelijker voor politici om de toekenning van woonkredieten wat strenger te maken. Strengere woonkredieten komen er niet door een zichtbare maatregel, maar zullen onzichtbaar en geleidelijk binnensijpelen in de markt.In principe is het de Nationale Bank die beslist, maar dat gebeurt in nauw overleg met de regering. En zoals De Tijd vandaag ook schrijft, lijkt de regering zich in deze regeling te kunnen vinden. ‘De federale regering garandeert een brede toegang tot eigendom en beschermt de financiële en economische stabiliteit’, zegt premier Charles Michel (MR). Hij wijst erop dat de federale regering een eerdere aanbeveling van de Nationale Bank niet zag zitten. Er zou ook al afgetoetst zijn dat de maatregel voldoet aan de eisen van Europa.

Ook Vlaams minister van Financiën Bart Tommelein (Open VLD) heeft vrede met deze regeling. ‘Ik verzet me niet tegen maatregelen die voorkomen dat de vastgoedmarkt ontspoort. Vandaag zijn daar ook geen signalen voor’, zegt hij. ‘Ik verzet me wel tegen maatregelen die zeggen dat niemand meer dan 80 procent mag lenen. Bij de aanvraag van een lening moet het individuele dossier bekeken worden en moet de concurrentie tussen de banken kunnen spelen.’