© Ivan Put

Nieuwsgierige bezoekers op zoek naar antwoorden: “Waar is Rani nu juist doodgeschoten?”

Eén dag na haar dood is leeuwin Rani nog alom­tegenwoordig in Planckendael. Kinderen turen over het leeuwenverblijf en vragen zich af welk deurtje was opengebleven. Volwassenen snokken aan de deuren van de treinwagon, om te zien hoe veilig die als schuilplek was. Allemaal stellen ze zich dezelfde vraag: “Was het nu écht nodig om haar dood te schieten?”

Kim Clemens

Jos en Josette Mareels (67) houden de leeuwen nauwlettend in het oog. “Ze zitten er maar mak bij vandaag.” Jari, de vader van Rani, die hooguit eens zijn poten strekt om zijn nagels te scherpen aan een stuk boomstam. De andere leeuwen, die zelfs die moeite niet kunnen opbrengen en dicht bij elkaar in het gras blijven liggen. “Ik weet nog goed toen die welpjes twee jaar geleden geboren werden”, zegt Josette. Het koppel woont in Mechelen en komt geregeld in het dierenpark wandelen. “Toen Rani en haar twee broertjes de eerste keer buiten mochten, waren wij hier ook. En donderdag waren we normaal ook gekomen, maar omdat thuis een werkman langskwam, hadden we het uitgesteld. Een geluk bij een ongeluk.”

Treinwagon is topattractie

Hoe of wat: Jos en Josette spreken zich er niet over uit. Ook de waar en waarom blijven voorlopig onbeantwoord. Rond het leeuwenverblijf ontpopt elke bezoeker zich tot amateurspeurder die de zaak-Rani wil doorgronden. “Waar is ze nu juist doodgeschoten?”, vraagt een man. Een passant haalt de schouders op. De precieze plek weet niemand, dus reppen ze zich naar het decorstuk dat een centrale rol heeft gespeeld. De treinwagon, die donderdag nog enkele bezoekers herbergde, is plots een topattractie.

“Ik denk toch dat het treintje veilig is, hoor”, zegt Stan Peeters (33), op stap met vrienden en kinderen. “Ik ben daar vrij zeker van.” Hij inspecteert de buitendeuren van de wagon nog eens, en steekt zijn hoofd in de coupé. “Kijk, daar is nog een schuifdeur ook.” De trein is van het type ‘versleten’, en de deuren schuiven maar moeizaam open en dicht. Een beweging die de meeste bezoekers voor de volledigheid ook even uittesten. “Een leeuw kan dat niet forceren”, besluit Stan.

“Hij zou dat zelfs niet willen”, zegt Philippe Matthijs (63). “Een leeuw ziet zo’n wagon niet als prooi. Ik heb jarenlang in Afrika gewoond, in Rwanda. Ik heb in een tentje tussen de leeuwen geslapen. Perfect veilig, want zo gemakkelijk vallen leeuwen niet aan. Ze moeten zelfs maar om de vier dagen eten.”

Rouwperiode

De theorieën vliegen in het rond. Ook de honderden kinderen op schoolreis wagen zich aan hun versie. Wijzen naar het poortje achterin het leeuwenverblijf. En vragen zich vooral af hoe het kan dat een leeuw plots op het wandelpad ronddoolt. “Hadden ze dan niet zo’n verdovingspijltje kunnen schieten? Met zo’n stukje hout”, vraagt een jongetje zich luidop af. Zijn vriendjes zwijgen. “Ik vind het toch vervelend dat ze zo weinig details hebben vrijgegeven”, zegt mama Petra Rubens (46). Ook haar dochtertje Ina (6) zit met vragen. “En ik kan haar geen antwoord geven. Ze zit ermee, met wat er gebeurd is. Normaal gaan we eerst naar de olifanten, maar nu wilde ze eerst naar het leeuwenverblijf.”

Ondanks alle vragen is niemand bang dat het opnieuw zou gebeuren. Zelfs niet wanneer Jari in een plotse opstoot van geldingsdrang zijn stem laat horen. Zijn luid gebrul doet ­iedereen een tel zwijgen. En stilstaan bij de dieren zelf.

Want dat was nog zo’n onbeantwoorde vraag, gisteren: zouden die andere leeuwen nu verdrietig zijn? “Olifanten rouwen toch ook? Die ­weten wanneer ze een soortgenoot verliezen, zoals toen er hier onlangs twee op korte tijd zijn gestorven”, zeggen Jos en ­Josette. “We gaan straks nog eens kijken hoe het met hen gaat. De olifanten zijn na hún rouwperiode (na de dood van Phyo Phyo en Qiyo, kort na elkaar, red.) weer te bezichtigen.”

Arme verzorgers

De andere naasten van de dieren, de verzorgers, wilden gisteren geen commentaar kwijt. Dat ze er het hart van in zullen zijn, dat is het enige wat alle bezoekers gisteren zeker wisten. “De verzorgers zijn hier allemaal erg begaan met de dieren”, klinkt het bij Jos en ­Josette. “Ik ben er zeker van dat ze hun best hebben gedaan. De commentaren zouden nog harder zijn mochten ze niets gedaan hebben en een bezoeker gewond was geraakt. Nu is dat niet gebeurd. Dat is toch al iets.”