Van alle mensen met een leefloon is na een jaar amper 20 procent, één op de vijf, aan het werk. Als leefloners zijn inschreven bij de VDAB, stijgt dat naar 40 procent. Daarom besliste de Vlaamse regering met een ontwerpdecreet om mensen met een leefloon te verplichten zich in te schrijven.

LEES OOK. “De VDAB moet terug naar de kern van haar opdracht”: Jo Brouns trekt conclusies uit langverwacht onderzoek (+)

Bedoeling is om nauw samen te werken met de OCMW’s. Het OCMW blijft volgens minister van Werk Jo Brouns “aan het stuur van het dossier van de leefloongerechtigde”. Zodra de betrokkene is ingeschreven bij de VDAB, zal het OCMW kunnen bepalen of het de begeleiding naar werk zelf opneemt of dat het daarvoor een beroep doet op de VDAB.

Iedereen in de beroepsactieve leeftijd die al een leefloon ontvangt, krijgt drie maanden de tijd om zich in te schrijven. Wie een leefloon heeft aangevraagd, krijgt na de beslissing van het OCMW over de toekenning vier maanden de tijd voor de inschrijving.

Unizo tevreden, maar...

Unizo reageert tevreden op het decreet. “Belangrijk is wel dat het OCMW een correcte beoordeling doet van de arbeidsgeschiktheid”, zegt topman Danny Van Assche. “We mogen geen inschrijvingen creëren voor de vorm, niet elke leefloongerechtigde is per definitie in staat om aan de slag te gaan. Deze doelgroep heeft vaak te kampen met een complexe samenloop van drempels. Maar indien tewerkstelling op korte termijn mogelijk is, moeten leefloongerechtigden ook effectief worden begeleid naar of opgeleid worden voor de arbeidsmarkt.”