De Belgische staat is aansprakelijk voor verkrachting en dood van Julie Van Espen, advocaat: "Historisch vonnis"
De Belgische staat is aansprakelijk voor de verkrachting en de dood van Julie Van Espen. Dat zegt de rechtbank van Brussel. De familie van Julie had de staat voor de rechtbank gedaagd, omdat ze vonden dat die fouten had gemaakt bij de behandeling van het dossier van de dader, Steve Bakelmans. De Belgische staat moet nu een provisionele schadevergoeding van 1 euro betalen aan de nabestaanden.
Julie Van Espen werd op 4 mei 2019 verkracht en vermoord langs het Albertkanaal in Antwerpen.
De dader, Steve Bakelmans, was op dat moment veroordeeld voor een andere verkrachting, maar ging in beroep en werd niet onmiddellijk aangehouden. Daardoor kon hij op 4 mei 2019 vrij rondlopen.
Volgens de Brusselse rechtbank is het probleem vooral dat het te lang duurde voordat het hof van beroep in Antwerpen die zaak kon behandelen. De uitvoerende macht, die verantwoordelijk is voor het personeel van Justitie, heeft daardoor een fout begaan.
De aansprakelijkheid van de Belgische staat ligt nu vast. Justitie zal geen beroep aantekenen tegen het vonnis, zo liet minister van Justitie Paul Van Tigchelt al weten. Advocaat Stijn Verbist, die de nabestaanden verdedigt, noemt het vonnis in een korte reactie "historisch". "Persoonlijk denk ik dat het tijd is voor excuses."
Justitie maakte ook fouten
Los van het personeelstekort maakte ook het hof van beroep zelf fouten, waardoor het proces van Bakelmans te lang aansleepte. Vooral de sluiting van een bepaalde kamer, zonder voorafgaande screening of selectie van zaken op basis van het eigen prioriteitenbeleid, was volgens de rechtbank niet correct.
Door die sluiting werden een heleboel zaken (waaronder die tegen Bakelmans) voor onbepaalde tijd uitgesteld en niet aan andere kamers toegewezen.
Niemand kan de toekomst voorspellen of in het hoofd van iemand anders kijken
Volgens de rechtbank is dat niet wat van een "een normaal zorgvuldige en vooruitziende rechterlijke instantie, geplaatst in dezelfde omstandigheden" verwacht kan worden.
Geen absolute zekerheid
Opvallend is dat de rechtbank oordeelt dat er "geen absolute zekerheid bestaat" dat Julie nog in leven was geweest, indien het dossier van Bakelmans correct was behandeld en indien hij dan ook opgesloten was geweest. "Niemand kan de toekomst voorspellen of in het hoofd van iemand anders kijken", staat te lezen in het vonnis.
Met andere woorden: zelfs als de zaak van Bakelmans sneller behandeld was en hij ook in beroep veroordeeld was, bestaat er geen zekerheid dat het hof zijn onmiddellijke aanhouding zou hebben bevolen. Het criterium "kans op recidive" was toen immers nog geen wettelijk criterium om iemand onmiddellijk aan te houden.
Toch, zo zegt de rechtbank, staat vast dat door de fouten van de staat "aan de familie Van Espen definitief de kans werd ontnomen om het verlies van hun dochter/zus te vermijden." De fouten van de rechterlijke en uitvoerende macht waren daarvoor een "noodzakelijke voorwaarde".
"De kans op vermijding van de feiten van 4 mei 2019 bedraagt 50%", klinkt het. "De Belgische Staat is zodoende aansprakelijk."
De familie krijgt een symbolische schadevergoeding van 1 euro.
Kan deze uitspraak gevolgen hebben in andere zaken?
In De Wereld Vandaag op Radio 1 noemt strafrechtspecialist Michaël Verhaeghe (KU Leuven) het vonnis een "baanbrekende" uitspraak.
"De Belgische staat is al meer dan 20 keer veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, omdat de zaken in het hof van beroep in Brussel structureel vertraging oplopen. Toen moesten er vacatures gepubliceerd worden."
Het vonnis van vandaag gaat volgens Verhaeghe nog verder: je moet die vacatures ook effectief ingevuld krijgen. Als je dat als overheid niet doet, bega je hoe dan ook een fout.
Voor alle duidelijkheid: andere rechters zijn in België niet verplicht om dit oordeel van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel te volgen, maar ze kunnen er zich wel op baseren. "Dit is, zeker voor de politiek, stof tot nadenken, en een blamage voor de Belgische staat", vindt Verhaeghe.