Specialisten trekken aan de alarmbel: we lopen onszelf kapot

© Hollandse Hoogte / Guus Schoonewille fotografie

Het marathonseizoen start pas in de lente, maar de gekte is nu al begonnen. De wachtzalen van sportdokters zitten vol met ­mensen die hun capaciteiten willen testen. Maar specialisten trekken aan de alarmbel: bouw voorzichtig op, of voor je het weet, zit je weer in de wachtkamer. Met een blessure.

Silke Remmery

LEES OOK. Hoe vermijd je blessures bij het lopen? En ben je nog op tijd om te trainen voor de 10 Miles? (+)

Mensen die nooit hard gesport hebben en plots trainen voor een marathon: dat zijn patiënten die kniespecialist Johan Bellemans, bekend van Topdokters op Vier, vroeger nooit zag in het Ziekenhuis Oost-Limburg. “Maar nu zijn ze schering en inslag, door de marathonhype. Ze lopen veel te hard van stapel en zijn dan overbelast.”

Met pijn in de enkels, heupen en knieën tot gevolg. “Als een veertiger bij mij binnenkomt en zegt dat hij nog nooit gelopen heeft, maar nu traint voor een marathon, heb ik de diagnose van ­meniscusblessure al gesteld nog voor ik de knie zie. Gelukkig is daar niet altijd een operatie voor nodig.”

Sportarts Ruben De Gendt, die inspanningstesten afneemt, merkt het ook. In zijn praktijk in Gent krijgt hij rond deze tijd de ene na de andere sporter over de vloer, zowel ervaren als onervaren. “Traditioneel zijn januari en februari de drukste maanden voor die inspanningstesten. Omdat iedereen met goede voornemens zich wil opladen voor de marathons in de ­lente en zomer. Dat geldt niet alleen voor fervente sporters die nog verder willen opbouwen, maar ook voor mensen die nooit veel gesport hebben en willen weten of ze in staat zijn die uitdaging aan te gaan. En het is een tendens dat we meteen lange en ­extreme dingen willen doen. Maar voor wie nooit gesport heeft, is drie maanden te kort om de 10 Miles in Antwerpen te kunnen lopen.”

En toch denken we altijd weer dat we in zo’n korte tijd wél klaar te stomen zijn voor een lange wedstrijd. Dat is onze grootste fout, zegt ­Bellemans. “We overdrijven.” En nee: beide artsen benadrukken dat ze niet de boodschap willen geven dat we dan maar beter stoppen met lopen.

Afwisselen met fietsen

“Sporten is gezond en het maakt het lichaam sterker, maar dat gaat traag. Dus de belasting moet ook gestaag gebeuren”, zegt Bellemans. “Daar bestaat zelfs een parameter voor. Topsporters weten uit onderzoek dat ze elke week maximaal tien procent extra belasting aan hun ­trainingsschema mogen toevoegen. Zo bouwen getrainde lopers op: de eerste week ­lopen ze tien kilometer, de week erna maximaal elf. Dat is een consistente regel die voor elke topsporter geldt – ongeacht hij nu loopt, ­tennist of zwemt – maar ook voor de gewone mens.”

En als het kan, spaar dan je gewrichten. “Lopen is een impactsport en gaat gepaard met schokbelasting. Wissel dus eens af met fietsen of met zwemmen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer