© JEFFREY GAENS

Jos Daerden is klaar en duidelijk, hij wordt geen T1 meer

Hij heeft dit jaar zijn zilveren jubileum gevierd als coach. In de zomer van 1992 tekende hij zijn eerste contract bij - toen nog - SK Beveren. Sindsdien bracht het lot hem bij Lommel, Standard, Germinal Beerschot en ga zo maar door. Ook in het buitenland ging hij aan de slag. In Nederland, Oekraïne, Hongarije en Rusland. Gedurende bijna tien jaar was hij T2. Dat is hij ook nu nog. “T1 worden, is niet langer mijn ambitie”, zegt de nu 62-jarige Jos Daerden. Al heb je dat niet altijd zelf in de hand. “Daar denk ik geen seconde aan. Geloof me, het komt goed. De chemie tussen Albert Stuivenberg en de spelers is er nog altijd. En dat meen ik echt.” De week van de assistent-coach.

Roger Cox

ZONDAG

Genk heeft een dag eerder gelijkgespeeld tegen Moeskroen.

Daerden: “De ochtend na een wedstrijd maken we eerst een evaluatie. Ook en vooral van onszelf. Want denk nu niet dat wij redeneren van: ‘Als we winnen, is dat onze verdienste. Als we verliezen, is dat de schuld van de spelers.’ Nee, we houden onszelf een spiegel voor. Hadden we iets anders moeten doen? Of zat het goed?

Los van het resultaat, was het gevoel maandag vrij positief. Ik verwijs naar Pep Guardiola. Die zegt: ‘Als coach moet je de spelers in de derde fase brengen.’ Daarmee bedoelt hij: je moet op voorhand heel duidelijke lijnen uitzetten. De rest is aan de spelers. Zij moeten de juiste keuzes maken. Wel, wij waren in grote lijnen tevreden. De zaken die we vooropgesteld hadden, hadden we in de match teruggezien. Druk naar voor, het vinden van de vrije man, al die zaken waren tegen Moeskroen aanwezig. Oké, er was die tegengoal. Maar ook op dat gevaar hadden we gewezen. Alleen viel dat doelpunt toch door een gebrek aan communicatie. Dat hebben we in de rust bijgesteld.”

MAANDAG

Twee dagen na de wedstrijd genieten de spelers van een vrije dag.

Daerden: “Ik ben verantwoordelijk voor de analyse van de komende tegenstander. Die maak ik op onze vrije dag. In dit geval gaat het om Anderlecht. Ik heb ze live bezig gezien in Mechelen. Daar sta ik op. Op de tv ontgaan je bepaalde zaken. Wedstrijdbeelden knippen en plakken en een presentatie uitschrijven, dat is de essentie. Die presentatie doe ik ook zelf. Waar liggen mogelijkheden, waar loeren de gevaren? Ik reik ook oplossingen aan. Het fijne is dat Albert daarbij veel feedback geeft. Altijd opbouwend.

Wat duidelijk is: het Anderlecht van Vanhaezebrouck is niet het Anderlecht van Weiler. De filosofie van Hein van bij Gent zien we ook nu al terug bij Anderlecht. Zelfs tegen PSG was er veel druk naar voor. Belangrijk is: hoe gaan wij daar zondag mee om?”

DINSDAG

De voorbereiding op Anderlecht gaat van start.

Daerden: “We werken op dezelfde manier als vorig seizoen en toch is er een groot verschil. Toen hadden we geen tijd om te treuren na een tegenslag. Drie dagen later was er een nieuwe wedstrijd. Nu zindert zo’n tegenslag een hele week na. Wat ook is: deze groep moet het weer gewoon worden om veel trainingsarbeid te verrichten. Vorig seizoen werd er amper getraind. Maar toen zaten we wel in een flow en dan ga je maar door.

Nu loopt het heel anders. We moeten onszelf geen blaasjes wijsmaken. We brengen niet het voetbal van vorig seizoen. Deels door omstandigheden: de afwezigheid van Trossard, de naweeën van de blessure van Pozuelo… Maar daar mogen we ons niet achter blijven verschuilen.”

WOENSDAG

Op training wordt er elf tegen elf gespeeld. Vier keer een kwartier.

Daerden: “Voetbalconditietraining. Geen onderbrekingen voor vrije trappen of corners. Zo kom je aan een effectieve speeltijd die vergelijkbaar is met een match van 90 minuten. Rob (Meppelink, nvdr.) en ik krijgen in die wedstrijdjes heel veel verantwoordelijkheid. Wij coachen allebei één team, Albert superviseert. Helikopterview.

Nee, ik word geen hoofdtrainer meer. Die ambitie is weg. Wat als Albert...? Ik ben ervan overtuigd dat het zo ver niet komt. We geraken hier samen uit. De chemie tussen Albert en de spelers is er nog. Hij is heel aanwezig in de kleedkamer. Natuurlijk schiet een coach beter op met speler X en minder met speler Y. Dat is menselijk, je hebt met ego’s te maken. Maar ook als je met iemand niet zo goed overweg kan, betekent dat niet dat je professioneel niet kan samenwerken. Ik verwijs naar mijn periode bij Germinal Beerschot. Toen ik daar kwam, stond de ploeg voorlaatste. Ik pakte meteen 27 op 33. Fantastisch. Maar Ivan Leko zat op de bank en dat deed me pijn. Hij was immers een modelprof. Alleen, ik kon hem niet zetten. Omdat het goed ging en omdat Leko keihard bleef werken, viel dat tussen de plooien. Maar op de momenten dat het slecht gaat, worden dergelijke zaken uitvergroot. Pieter Gerkens en Peter Maes is ook zo’n verhaal. Dat wordt nu weer opgerakeld.”

DONDERDAG

Een vrije dag. Ook voor de technische staf?

Daerden: “Het gebeurt wel dat ik mijn computer van de hele dag niet opendoe. Per slot van rekening blijft het een hobby. Klinkt misschien vreemd. Maar ik noem dit geen echt werk. Toch zal ik me op zo’n dag niet vervelen. Ik ga met de vrouw ergens naartoe, zo ben ik deze week naar de bioscoop geweest. Ik heb Le Fidèle gezien. Of ik pak de fiets. Je moet af en toe stoom aflaten. Zelfs op trainingsdagen maken we met de technische staf geregeld een mountainbike-tochtje. Ik hoorde iets op de radio over een nieuw fenomeen, een bore-out. Het tegenovergestelde van een burn-out. Verveling op het werk. Tja.”

VRIJDAG

Wedstrijd elf tegen elf. De puntjes worden op de i gezet.

Daerden: “Ik coach de B-ploeg oftewel Anderlecht. We zetten de pionnen op het veld zoals Vanhaezebrouck dat waarschijnlijk zal doen. Speler X is dus Hanni en speler Y Kums. Dat vergt een hele aanpassing, want onze jongens zijn dat niet gewoon. Maar we slagen er toch vaak in om de A-ploeg het leven zuur te maken.

Onlangs hebben we ons systeem aangepast. Twee spitsen. Dat is op voorhand op training erin geslepen. Natuurlijk vergt dat tijd. Maar je kan op korte tijd toch accenten leggen. Kijk naar Vanhaezebrouck.”

ZATERDAG

Focus op looplijnen, standaardsituaties, enzovoorts.

Daerden: “De cijfers liggen op tafel. We scoren dit seizoen weinig op stilstaande fasen. Maar geloof me, wij onderkennen het belang daarvan. Wij hebben verschillende varianten. Maar alles staat of valt met de man die trapt. De uitvoering.

Het is een raar seizoen tot nu toe. Niet alleen voor ons. Kijk naar Gent, naar STVV, naar Antwerp. Je kan voor het seizoen wel een bepaalde ambitie uitspreken. Maar het is elk seizoen toch opnieuw beginnen. Denk je dat Albert de zaken nu anders aanpakt dan vorig seizoen? Natuurlijk niet, want dan zou hij een karikatuur worden van zichzelf. Hij blijft zichzelf en dat apprecieer ik. Het doel blijft ook wat het was: eerst play-off 1 en dan de top drie. Moet lukken.”