Luister naar

Heiligerlee en verder: Oldenbarnevelt regelt het allemaal

Nieuws
Heiligerlee en verder is een serie over 450 jaar Tachtigjarige Oorlog. Vandaag: de verwijdering tussen prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt.
Willem Bouwman Willem Bouwman
maandag 15 oktober 2018 om 03:00
Prins Maurits tijdens de slag bij Nieuwpoort, 2 juli 1600. Schilderij van Hendrick Ambrosius Pacx.
Prins Maurits tijdens de slag bij Nieuwpoort, 2 juli 1600. Schilderij van Hendrick Ambrosius Pacx. wikipedia en rijksmuseum

Tot de zomer van 1600 was Nieuwpoort een weinig bekend stadje aan de Vlaamse kust. Het lag 30 kilometer ten noorden van de havenstad Duinkerken, een berucht kapersnest. Ook Nieuwpoort bezat een haven, waar weleens een kaperschip voor anker ging. In 1600 hoorden beide steden bij de Spaanse Nederlanden, geregeerd door een dochter van Filips II, Isabella, en haar man, Albertus van Oostenrijk. Zij ontvingen een deel van de buit van de Duinkerker kapers. Hollandse en Zeeuwse schippers die langs de Vlaamse kust voeren, hadden veel last van het kapersnest.

De Hollandse en Zeeuwse bestuurders droomden ervan om Duinkerken te veroveren. Met een snelle, succesvolle veldtocht via Nieuwpoort zouden de kapers worden uitgerookt. Als Duinkerken veroverd was, zou het aan Engeland geschonken worden, als compensatie voor de Engelse steun in de oorlog tegen Spanje. De plannen waren met wilde illusies omgeven. De bevolking zou zich aan de zijde van invallers scharen, Albertus en Isabella zouden in het nauw gedreven worden. Alleen geloofde prins Maurits, de legerleider, er niet in. Hij vond het gevaarlijk om zo ver het vijandelijk gebied binnen te dringen.

leger en vloot

Maar Maurits vond zijn meerderen, de Staten-Generaal, tegenover zich. In 1600 werden de Staten-Generaal gevormd door afgevaardigden van de zeven gewesten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande (Groningen). Deze zeven gewesten waren soevereine staatjes, die vooral hun eigen belangen dienden en angstvallig in de gaten hielden dat ze niet door de andere benadeeld werden. Afgezien van het gewest Holland kon geen van deze gewesten de eigen soevereiniteit verdedigen tegen de Spanjaarden. Daarom hadden ze de zorg voor leger en vloot, de buitenlandse politiek en nog wat zaken die boven hun vermogen lagen, uitbesteed aan de Staten-Generaal. Het leger waarover prins Maurits het bevel voerde, was het leger van de Staten-Generaal en werd het Staatse leger genoemd.

In de Staten-Generaal had elk gewest één stem en waren de gewesten formeel gelijkwaardig. In de praktijk reikte de macht van het gewest Holland het verst. Het strekte zich uit van Terschelling tot Geertruidenberg, het telde de meeste steden en inwoners. Meer dan de helft van alle lasten werd door Holland gedragen. De wens van Holland was bijna wet. Als Holland vond dat Duinkerken veroverd moest worden, moesten de anderen gehoorzamen.

Holland wist zijn overwicht uitstekend uit te buiten dankzij een bekwame afgevaardigde, Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619). Als hoogste ambtenaar van het gewest Holland, ‘advocaat van den lande’, leidde hij de gewestelijke Staten van Holland en correspondeerde hij met andere gewesten en andere landen. Oldenbarnevelt was ook de leider van de Hollandse afvaardiging naar de Staten-Generaal. Omdat hij een vast inkomen (pensio) genoot en iedereen met raad en daad bijstond, werd hij raadpensionaris genoemd.

Zijn macht werd nog vergroot door zijn kwaliteiten. Oldenbarnevelt kende alle dossiers, hij toonde zelfbeheersing en geduld, zijn overredingskracht was groot. Hij viel bijna samen met de Staten-Generaal. Alles lag in de handen van Oldenbarnevelt: de vaststelling van de agenda, de leiding van de vergadering, de uitvoering van de besluiten. Zonder Johan van Oldenbarnevelt werd er weinig tot niets besloten. Na de verovering van Nijmegen in de herfst van 1591 wilde Maurits nog een stad veroveren. Het ging niet door, omdat Oldenbarnevelt ziek was en er zonder zijn advies niets besloten werd.

als hun vader

Oldenbarnevelt was prins Maurits en de Oranje-familie welgezind. Na het overlijden van Willem van Oranje had hij zich bekommerd om de weduwe en de kinderen, onder wie prins Maurits. Dankzij Oldenbarnevelt waren Maurits’ inkomsten vermeerderd en was hij stadhouder van Holland en Zeeland en later ook van Gelderland, Utrecht en Overijssel geworden. Volgens Louise de Coligny, de weduwe van Willem van Oranje, moesten de kinderen de raadpensionaris ‘niet als hun vriend, maar als hun vader’ zien.

Maar het viel niet mee om Oldenbarnevelt als vader te beschouwen. Hij bezat geen vaderlijke trekken, was geen beminnelijk mens en is een ‘hardnekkig heerscher’ genoemd. In het begin vond Maurits het niet moeilijk om Oldenbarnevelt te respecteren. Hij was twintig jaar jonger dan Oldenbarnevelt. Op het moment dat Maurits bevelhebber werd en zich nog bewijzen moest, behoorde Oldenbarnevelt al tot de groten van het land. Maurits’ militair vernuft werd door Oldenbarnevelt naar waarde geschat. Soms dachten ze verschillend over strategie. Dan kreeg Oldenbarnevelt meestal zijn zin en mopperde Maurits over diens bemoeizucht. Tot vijandschap of verwijdering leidde het nog niet.

Op godsdienstig gebied waren hun verschillen niet groot. Oldenbarnevelt was voor religieuze verdraagzaamheid, want katholieken en protestanten hadden elkaar nodig in de oorlog tegen Spanje. Hij had een hekel aan calvinistische dominees die geen andere geloven duldden en de kerk over de staat wilden laten heersen. Volgens Jan den Tex, de biograaf van Oldenbarnevelt, was hij iemand die luisterde naar zijn geweten en naar de Bijbel, die hij interpreteerde. Dogmatische kwesties boeiden hem weinig, maar in de twist tussen de theologen Arminius en Gomarus over de uitverkiezingsleer, geloofde hij dat het gelijk bij Gomarus lag. Jarenlang ging hij niet aan het avondmaal uit afkeer van gereformeerde dominees, die hij scherpslijperij verweet.

Maurits voelde zich van huis uit verwant met de Gereformeerde Kerk. Hij geloofde dat het in de Opstand om de vrijheid van de gereformeerde religie ging. Lange tijd ging hij naar de kerk bij een remonstrantse predikant, pas laat koos hij partij voor Gomarus en de contraremonstranten. Als er godsdienstige verschillen tussen Maurits en Oldenbarnevelt bestonden, hebben ze zich ver na ‘Nieuwpoort’ geopenbaard.

smalle wegen

De slag bij Nieuwpoort is vaak gezien als het begin van de verwijdering tussen Maurits en Oldenbarnevelt. Onredelijk is dat niet. Maurits vond het een onverantwoord avontuur en kreeg gelijk. De opmars verliep moeilijk, de wegen waren smal, de sloten breed en ook het weer werkte niet mee. Toen Duinkerken nog lang niet was bereikt, was het leger van Albertus van Oostenrijk al in aantocht. In de duinen van Nieuwpoort behaalde Maurits met moeite de overwinning. In een paar uur tijd waren er aan beide zijden duizenden gesneuveld. Er was gebeurd wat Maurits had voorzien en wat Oldenbarnevelt niet had willen zien.

Maurits, schrijft zijn biograaf A.Th. van Deursen, nam het Oldenbarnevelt vooral kwalijk dat hij zo veel mensenlevens in de waagschaal had gesteld en het land onbeschermd gelaten had. Als het Staatse leger de nederlaag geleden had, was de Republiek een gemakkelijke prooi geworden. ‘Nieuwpoort was in de eerste plaats een zedelijke crisis’, meent Van Deursen. Alleen voor de vorm bleef Maurits de raadpensionaris als zijn ‘besundere goede vrundt’ betitelen. De vanzelfsprekendheid en de warmte waren verdwenen, wrok stempelde vanaf nu zijn houding jegens Oldenbarnevelt. Het land zou er nog veel van merken.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Leerlingen van een vmbo-school worden getoetst bij het landelijk praktijkexamen mobiliteit en transport.

Praktijkonderwijs en vmbo kampen met forse daling leerlingenaantallen, doorstroomtoets lijkt oorzaak

Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die de kansengelijkheid in het onderwijs moet bevorderen, leidt tot een forse daling van het aantal leerlingen dat naar het praktijkonderwijs of het vmbo gaat.

Marielle Paul: liefst vaste docenten.

Externe docent bijna twee keer zo duur

Den Haag

Als de gemeente de hele buurt erbij betrekt, en eerlijk communiceert over de knelpunten, komt nieuwbouw sneller op gang.

Zo krijgen gemeenten nieuwbouw sneller van de grond. 'Betrek niet alleen directe buren erbij'

Woningzoekers moeten door bezwaren van mondige burgers langer wachten op een huis. Hoe kan een gemeente nieuwbouw sneller op de rit krijgen? Vier tips van experts.

ChristenUnie-fractievoorzitter Bikker tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 26 maart. Bikker vertelde woensdag in Sven op 1 dat het kantoor van de partij met leuzen en stickers was beklad.

ChristenUnie doet aangifte na derde bekladding van partijbureau in een week tijd

Voor de derde keer in enkele dagen werd het partijkantoor van de ChristenUnie woensdagochtend tijd beklad met pro-Palestijnse leuzen. Aanvankelijk wilde de partij geen aangifte doen, maar heeft dat nu alsnog gedaan.

'Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden', zegt demissionair minister Hugo de Jonge.

Minister Hugo de Jonge: 'Boze buurmannen maken veel geluid, maar de mensen in de knel hoor je niet'

Boze buren die bezwaar maken tegen nieuwbouwprojecten, trekken te vaak aan het langste eind, vindt minister Hugo de Jonge. ‘We kennen toch allemaal wel jongeren die staan te springen om een woning?’

Twee van de initiatiefnemers: Femmetje de Wind en Huub Stapel.

'Allemaal een oranje keppel, op Koningsdag!' BN-ers komen in actie tegen golf van antisemitisme

De Joodse gemeenschap een hart onder de riem steken en de zwijgende meerderheid een stem geven, dat is het doel van 'Wij zijn allemaal oranje', een actie die plaatsvindt op Koningsdag.