Een Noord-Koreaanse soldaat slaagde er maandag ternauwernood in de zogeheten gedemilitariseerde zone over te steken om in Zuid-Korea te komen. Hij werd bij zijn vlucht geraakt door vijf kogels vanuit het noorden en raakte zwaargewond. De soldaat, die rond de 25 jaar oud zou zijn, werd vervolgens naar een ziekenhuis gebracht en geopereerd. De chirurg die de operatie uitvoerde deed daarbij een schokkende ontdekking, meldt The Guardian.

Chirurg Lee Cook-jong trof in het spijsverteringssysteem van de Noord-Koreaan tientallen vleeskleurige parasieten aan van verschillende lengtes. De langste van de organismen was maar liefst 27 centimeter lang. “In mijn werk als chirurg -dat ik al 20 jaar doe- heb ik zoiets als dit enkel in handboeken gezien”, aldus Lee.

Naast de vele parasieten werden er ook maiskorrels in de maag van de soldaat aangetroffen. Dit bevestigt de vermoedens over de slechte leefomstandigheden in Noord-Korea waar eerdere overlopers al over getuigden, stellen deskundigen. Maïs is goedkoper dan rijst, maar minder geliefd. In de afgelopen jaren werd er in Noord-Korea steeds meer maïs gegeten. Zo exporteerde China tussen januari en september van dit jaar 49.000 ton van het voedsel naar Noord-Korea. Een jaar eerder was dat slechts 3.125 ton.

“Geen verrassing”

Dat de parasieten werden aangetroffen in de man geeft niet direct de situatie van de gehele Noord-Koreaanse bevolking weer, maar aangezien hij een soldaat was van een belangrijke eenheid, kan men verwachten dat zijn voeding op zijn minst even goed was als de gemiddelde Noord-Koreaan.

“De staat waarin de man verkeerde is geen verrassing”, aldus professor Choi Min-ho van de universiteit van Seoul. “Hoewel we geen concrete cijfers hebben over de gezondheidssituatie in Noord-Korea, gaan medische experts ervan uit dat parasitaire infecties en zware gezondheidsproblemen het land teisteren.”

Menselijke uitwerpselen

Parasitaire wormen kwamen zo’n 50 jaar geleden ook veelvuldig voor in Zuid-Korea, vertelt Lee. Het probleem werd echter opgelost toen het land een economische groei doormaakte. Dat ze nu nog voorkomen in Noord-Korea komt mogelijk door het gebruik van menselijke uitwerpselen als mest, aldus agrarisch expert Lee Min-bok. “Chemische meststoffen werden door de staat geleverd tot het einde van de jaren ‘70, maar vanaf de jaren ‘80 begon de productie af te nemen. In de jaren ‘90 kon de staat het helemaal niet meer leveren, dus begonnen boeren veel menselijke uitwerpselen te gebruiken.”