Direct naar artikelinhoud
PortretAndrew Cayley

Terwijl de spindoctors op stoom komen, pakt het ICC uit met een Brit met onberispelijke staat van dienst

Andrew Cayley in Den Haag in 2020.Beeld AFP

Het Internationaal Strafhof ontving maandag een verzoek tot een arrestatiebevel voor de Israëlische premier Netanyahu en Hamas-leiders. Het is aan de 60-jarige Brit Andrew Cayley het strafrechtelijk onderzoek te leiden. De jurist heeft een onberispelijke staat van dienst in het internationaal strafrecht.

Een internationaal arrestatiebevel tegen Hamasleiders als Yahya Sinwar en Israëlische politici als premier Benjamin Netanyahu? Het is zeer wel mogelijk. De rechters van het Internationaal Strafhof (ICC) moeten beslissen over een verzoek daartoe, maandag ingediend door hoofdaanklager Karim Khan. Hij maakt zich op om de daders aan te pakken van internationale misdrijven, gepleegd in de context van het Israëlisch-Palestijns conflict.

In sommige kringen was men daar vóór maandag al behoorlijk zenuwachtig over. Zo ging Israël twee weken geleden alvast in de tegenaanval. Netanyahu zei dat een arrestatiebevel tegen hooggeplaatste Israëliërs (ook minister van Defensie Yoav Gallant en stafchef Herzi Halevi werden in Israëlische media genoemd als potentiële verdachten) een ‘antisemitisch haatmisdrijf’ zou zijn. Vrienden van Israël in de VS slepen de messen; Congresleden dreigden met maatregelen tegen medewerkers van het ICC.

Ook de spindoctors kwamen op stoom. Caroline Glick, een bekende rechtse columnist in Israël, heeft het consequent over het Haagse ‘kangaroo court’ (neprechtbank), een term die de komende tijd nog vaak langs zal komen. Het ICC, meent zij, is een politiek instituut met een anti-Joodse agenda.

Onberispelijke staat

Dergelijke schimpscheuten zijn moeilijk te rijmen met het profiel van Andrew Cayley, de man die de misdrijven onderzoekt en zo nodig de daders gaat vervolgen. De 60-jarige Brit is een jurist met een onberispelijke staat van dienst in het internationaal strafrecht. Hij deed als aanklager bij het Joegoslavië-tribunaal de zaak tegen ‘de slager van de Balkan’, legerleider Ratko Mladic. Hij droeg eraan bij dat de leiders van de Rode Khmer werden veroordeeld wegens de genocide in Cambodja. En hij tekende voor de eerste aanklacht wegens misdrijven tegen de menselijkheid in Darfur.

Het eerste deel van zijn loopbaan (1991-1998) diende Cayley als jurist bij de Britse strijdkrachten. Hij was juridisch adviseur en aanklager in militaire strafzaken. Aan de militaire academie Sandhurst volgde hij de officiersopleiding. Vanaf 1995 werd Cayley door het Britse leger uitgeleend aan het Joegoslavië-tribunaal, dat al spoedig zijn talenten zag. In 1998 werd hij lid van het team van de hoofdaanklager.

Vijftien jaar van pionierswerk volgden in het internationaal strafrecht, een destijds vrijwel nieuw vakgebied. Het in 1993 opgerichte VN-hof voor Joegoslavië was de eerste van een reeks internationale gerechtshoven. Cayley maakte er een aantal mee als aanklager: de tribunalen voor Joegoslavië en Cambodja en in 2005-2007 al eens bij het Internationaal Strafhof. Ook verscheen hij in toga voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone, maar dan als advocaat van de hoofdverdachte, Charles Taylor.

Topjurist

In 2013 keerde Cayley terug in Britse overheidsdienst, als een van ’s lands topjuristen. Hij werd hoofdaanklager van – opnieuw – de Britse strijdkrachten, een ervaring die hem zeker van pas kan komen als hij voor het ICC acties van het Israëlische leger en beslissingen van militaire bevelhebbers moet onderzoeken.

Vanaf 2021 was Cayley hoofd van het toezicht op het Openbaar Ministerie in Groot-Brittannië. In maart dit jaar werd hij door zijn landgenoot Karim Khan, hoofdaanklager bij het ICC, gevraagd het onderzoek te leiden naar mogelijke oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide, gepleegd in de staat Palestina (als zodanig aangesloten bij het ICC) of door diens onderdanen.

Toen Khan begin december terugkwam van een bezoek aan Israël en de bezette Westoever, legde hij in een verklaring de nadruk op de terreuracties van Hamas. De aanvallen van 7 oktober op “onschuldige Israëlische burgers behelzen enkele van de ernstigste internationale misdaden die het geweten van de mensheid schokken, misdaden waartegen het ICC is opgericht”. Veel voorzichtiger was Khan over mogelijke schendingen van het oorlogsrecht door het Israëlische leger.

Op 12 februari, na nog eens twee maanden van Israëlische razernij in Gaza, was zijn toon veranderd. Hij toonde zich “diep bezorgd” over Israëls aangekondigde aanval op Rafah. “Wetten die van toepassing zijn op gewapende conflicten kunnen niet zo worden geïnterpreteerd dat ze betekenisloos worden”, liet hij weten. “Sinds mijn laatste bezoek heb ik geen waarneembare verandering in het gedrag van Israël gezien. Aan alle betrokkenen: degenen die de wet overtreden, zullen ter verantwoording worden geroepen.”

Militaire achtergrond

Niet iedereen is overtuigd. De pro-Palestijnse website The Electronic Intifada heeft weinig fiducie in de onpartijdigheid van Khan en Cayley. Redacteur David Cronin legt zelfs een directe link tussen de benoeming van de Britse jurist en de Balfour-verklaring uit 1917, waarin de Britse regering het Joodse volk een eigen thuisland in Palestina beloofde.

Wat niet bijdraagt aan Cronins vertrouwen is het feit dat Cayley de Amerikaanse jurist Brenda Hollis heeft aangenomen als zijn rechterhand. Ook zij is zeer ervaren in het internationaal strafrecht (aanklager Speciaal Hof voor Sierra Leone) en ook zij heeft een militaire achtergrond; Hollis was kolonel in de Amerikaanse luchtmacht.

Beider personalia wijzen niet bij voorbaat in de richting van een voor Israël ongunstige rechtsgang. Maar wellicht is juist dat de meesterzet van Karim Khan: als Netanyahu c.s. binnenkort inderdaad worden aangepakt, kan het hof moeilijk worden beschuldigd van ideologische vooringenomenheid. Geen kangoeroes in Den Haag.

3 x Andrew Cayley

Andrew Cayley is lid van de Britse Conservatieve Partij. In 2019 doneerde hij 11.600 euro aan de verkiezingskas van de Tories. In de parlementaire hoorzitting over zijn benoeming bij het OM benadrukte hij slechts slapend lid te zijn. “Ik geloof zeker niet dat het invloed heeft op mijn onafhankelijkheid.”

Als militair aanklager wist Cayley het ICC er vijf jaar geleden van te overtuigen dat de Britse rechterlijke macht in staat en bereid was zelf onderzoek te doen naar misdragingen van Britse militairen in Irak in 2003. Tot vervolging is het nooit gekomen.

In 2014 werd Cayley geridderd (in de Orde van St. Michael en St. George) voor zijn werk op het gebied van internationaal strafrecht en mensenrechten.