Direct naar artikelinhoud
VoetbalPSV

Nieuwe hoofdtrainer Mark van Bommel neemt in Eindhoven een stevige erfenis over

Een winnaar en een perfectionist. Zo wordt Mark van Bommel, bij PSV als hoofdtrainer de opvolger van Phillip Cocu, door zijn omgeving omschreven. In Eindhoven neemt hij een stevige erfenis over.

Mark van Bommel en Philip CocuBeeld pro shots

PSV ondergaat een facelift met het vertrek van coach Phillip Cocu naar Fenerbahçe, hoofd opleidingen Pascal Jansen naar AZ en, al eerder deze zomer, technisch manager Marcel Brands naar Everton. Tegelijkertijd hebben hun opvolgers vertrouwde gezichten. Gisteren werd bekend dat oud-speler en jeugdtrainer Mark van Bommel (41) promoveert tot nieuwe hoofdcoach. Hij tekent voor drie jaar. Van Bommel is op het WK actief als assistent-coach bij Australië.

Hoofdcoach van Australië is zijn schoonvader Bert van Marwijk. Verwacht wordt dat Van Marwijk straks Van Bommel zal souffleren bij PSV, al dan niet in een officiële functie.

Bert van MarwijkBeeld Getty Images

John de Jong (41) mag zich sinds het vertrek van Brands bewijzen als diens opvolger. De Jong was acht jaar contractspeler bij PSV en groeide daarna door tot hoofdscout. Wie hoofd opleidingen wordt is nog niet bekend.

Zo houdt PSV alles binnen de familie. Oud-speler Jürgen Dirkx is al aangesteld als assistent van Van Bommel. De rest van de staf wordt nog ingevuld, maar het is geen geheim dat Van Bommel graag bekenden om zich heen verzameld.

Het is de eerste klus als hoofdtrainer voor de Limburger die sinds zijn afzwaaien in 2013 al vlot jeugdtrainer werd. PSV onder 19 jaar kroonde zich afgelopen seizoen onder zijn leiding voor het eerst sinds 1991 weer tot kampioen.

Toch is de huidige landskampioen technisch onthoofd. Brands (acht jaar in dienst) was al langer met Everton bezig. Maar dat Cocu, die assistent Chris van der Weerden meeneemt, met Fenerbahçe wilde praten, kwam als een verrassing. ‘We hadden hem liever gehouden, maar na vijf mooie jaren met veel prijzen en een goede samenwerking besloten we mee te werken’, zei algemeen directeur Gerbrands.

Van Bommel reageerde vanuit Rusland met een citaat op de website van PSV. ‘Het moment waarop je bij een A-selectie begint, valt niet altijd te regisseren’, begon het wat weifelend. Maar daarna: ‘Ik heb de bagage die nodig is om met het juiste gevoel aan deze uitdaging te beginnen.’

Genoeg ervaring?

Van Bommel ontbeert ervaring, maar dat had Cocu ook nauwelijks toen hij begon. Van Bommel is een boegbeeld van de Eindhovense club. De fans kregen nog meer waardering voor Bommel toen hij na succesvolle periodes bij Barcelona, Bayern München en AC Milan terugkeerde. De rentree bleef beperkt tot een stroperig seizoen, waarbij de middenvelder zich soms stoorde aan jonge ploeggenoten en vice versa. ‘Toen hij stopte, had hij helemaal geen trek om trainer te worden’, meent oud-ploeggenoot Theo Lucius die vorig seizoen eveneens jeugdtrainer bij PSV was. ‘In het buitenland kijken jonge spelers automatisch op tegen ouderen. In Nederland is dat veranderd. Je moet ze op een specifieke manier benaderen. Daar heeft Mark de laatste jaren absoluut aardigheid in gekregen.’

Van Bommel was eigenlijk als speler al een veeleisende trainer. Hij haalde bij zijn eerste club Fortuna Sittard al wat trainersdiploma’s op aanraden van Van Marwijk, destijds zijn coach.

Boven de rivieren werd hij geregeld als achterdochtig aangemerkt, bondscoach Van Basten kon moeilijk met hem overweg. Met Louis van Gaal en zaakwaarnemer Rob Jansen liep de relatie na jaren van innige samenwerking ook spaak. Onder Van Marwijk was hij op het WK 2010 de onbetwiste voorganger bij Oranje dat de finale haalde.

‘Mark is een winnaar, een perfectionist, die graag alles in eigen hand houdt’, schetst oud-ploeggenoot Arnold Bruggink. ‘Dat kan niet als hoofdcoach, hij zal dingen moeten loslaten. Dirkx is de perfecte assistent voor hem, die is organisatorisch sterk en nuchterder.’ Van Bommel zat als speler als het minder liep ‘alleen maar te zeiken’, zegt Lucius. ‘Maar van hem kon je het hebben, omdat hij zelf altijd tot op en soms over de rand ging. De aversie die men in de Randstand tegen hem had, maakte hem sterker. In het buitenland is hij meer in balans gekomen.’

Bruggink: ‘Ik ken haast niemand die zo leeft voor voetbal. Hij weet precies wat hij wil. Qua salaris en spelersmateriaal is het bovendien prettig om bij een topclub in te stappen als succesvol oud-speler. Het is een enorm energievretende baan, je moet kritiek slikken, iedereen tevreden houden. Begin je bij een kleinere club, dan ga je misschien al snel denken: waar doe ik het voor?’