© Noortje Palmers

Hockeydoelvrouw Aisling D’Hooghe heeft MS: “Ik sport tot het niet meer kan”

Aisling D’Hooghe combineert niet alleen een professionele hockeycarrière met een fulltime ambt als schepen én een lief. Ze leeft ook met een donkere schaduw. Want Aisling heeft MS, en net woensdag is het in Vlaanderen Wereld MS-Dag. “Die ziekte bepaalt mij niet, ze verandert mijn persoonlijkheid niet.”

door Thalisa Devos & Camille Meus

In 2012 stond ze op haar zeventiende met de Nationale hockeyvrouwenploeg op de Olympische Spelen in Londen. Amper een jaar nadat ze de Gouden Stick won bij de beloften. Ze is intelligent en ambitieus en ziet eruit als een fotomodel. Een mens zou voor minder shinen. Maar Aisling is vooral bescheiden en wilde het interview en de shoot het liefste bij haar thuis doen. In haar veilige habitat in Waterloo. Waar ze werd geboren, opgroeide en nu ook met haar vriend woont. Haar papa is van Sint-Truiden, haar mama van Jamaica. Aisling is perfect tweetalig, maar zeker niet de grootste babbelaar. Of zou dat aan het indrukwekkend- lees luid - team liggen? Een shoot hoeft niet echt voor haar. Lijkt het wel. Ze is meer bezig met sport en politiek dan met mode. Al ziet het er op beeld uit alsof ze nooit iets anders heeft gedaan. Pas als de camera en de outfits opgeborgen zijn, het team vertrokken en is en ze haar sportoutfit weer aan heeft, ontdooit ze echt. En wanneer Cookie, haar anderhalf jaar oude Franse bulldog, knort zoals alleen Franse bulldogs dat kunnen.

Adem in en uit. Blij dat je opnieuw je gewone kleren aankan?

“Ik ben erg verlegen als ik de mensen of de dingen rondom mij niet ken. Mijn vrienden en familie zullen lachen als ze dit lezen. Want bij hen ben ik gewoon vrolijk en spontaan. Met mensen die me niet kennen, ben ik voorzichtiger. Ik weet niet wat ze van mij zullen vinden. Ik ben pas echt in mijn element wanneer ik straks kan sporten. En inderdaad mijn eigen kledij weer aankan en die make-up eraf mag.” (lacht)

Jij combineert precies vier levens. Hoe zien jouw dagen eruit?

“Ik keep bij de Waterloo Ducks en de nationale vrouwenploeg The Red Panthers. Daarbij ben ik ook nog schepen in Waterloo. Geen enkele dag ziet er hetzelfde uit. Als het seizoen loopt, zijn er wedstrijden. Ik ga sowieso elke dag trainen. Vaak twee keer per dag. Individueel of in groep. Vaak is dat ’s ochtends voor het werk, soms over de middag of ’s avonds. Dat lukt alleen met een goede planning.”

Je speelt hockey sinds je tiende, en al snel op hoog niveau. Waarom dan nog die andere fulltime erbij?

“Anderhalf jaar geleden werd ik gecontacteerd door de burgemeester. Ze stelde me voor om op de lijst te gaan staan. Ik was eerst niet echt geïnteresseerd. Ik begreep het vooral niet. Ik dacht dat ze gewoon op zoek waren naar stemmenkanonnen, net voor de verkiezingen. Zo van die mensen die niets met politiek te maken hebben, maar stemmen moeten binnenhalen omdat ze bekend zijn. Maar ze heeft me overtuigd. Ze wilden jonge frisse mensen die vanuit andere leefwerelden kwamen dan de politiek. Tot mijn grote verbazing kreeg ik veel stemmen. Nu vind ik het een ongelofelijk spannende job. Alles wat ze erover zeggen is waar. Het is een haaienwereld en connecties zijn belangrijk. Maar je krijgt ook enorm veel kansen. Eigenlijk is het te vergelijken met teamtopsport. Er wordt hard ensamen gewerkt naar een gemeenschappelijk doel. Het past goed bij mij.”

Waarom heb je voor MR gekozen?

“Waterloo is voor zo ver ik weet altijd MR geweest. Het is wat ik ken, maar het zit ook in mijn bloed. Mijn ouders zijn allebei zelfstandig. Mijn papa is ver-tegenwoordiger en mijn mama artiest. Ik geloof dat als je hard werkt, je daar ook voor beloond mag worden.”

En de bevoegdheden die je draagt als schepen? Geen sport, wel kind, preventie, gezondheid, familie en jeugd.

“Dat zijn allemaal sociale bevoegdheden. Dicht bij de mensen. Dat ligt me goed. Ik zeg niet nooit tegen sport, maar momenteel zou het belangenvermenging zijn. Ik zou baas worden van mijn team en van mezelf. Mijn focus en mijn hart liggen ook bij hockey, het zou niet eerlijk zijn tegenover de andere sporten.”

Over naar die sport. Hoe ziet jouw sportagenda er nu momenteel uit?

“Sinds januari loopt de Hockey Pro League voor vrouwen voor het eerst. De finale wordt gespeeld in juni. Het is een goede manier om het hele jaar door fit te zijn. We moeten nu nog in China en Engeland spelen. Daarna is het clubseizoen met de Ducks gedaan en ligt de focus weer op de nationale ploeg.”

Vakantie wordt overschat?

(lacht) “Later! Het was de bedoeling om eind juni vakantie te nemen, maar daar steekt de hockey weer een stokje voor.”

Dat vindt Guillaume, jouw lief, niet erg?

“We zijn vier jaar samen. Hij voetbalt zelf bij de tweede divisie in Virton. Hij begrijpt het. Onze vakanties overlappen nooit. Vakantie nemen doen we later wel.”

Later, dat is na de Olympische Spelen van 2020 in Tokio?

“Daarvoor moeten we eerst kwalificeren. Maar het doel is toch om daar te geraken en dan in de top zes te eindigen. In 2012 waren we erbij in Londen, in Rio in 2016 niet. In 2012 werden we elfde, maar waren de verwachtingen niet zo hoog gespannen. Dat is nu anders. Na het EK in augustus weten we of we naar de Spelen gaan of niet.”

Heb je daarom de ringen op je arm laten tatoeëren?

“Ik heb die laten zetten na onze deelname in 2012. Toen ik net 18 geworden was. Als een herinnering, maar vooral ook als een streven. Eén keer deelnemen aan de Spelen is niet genoeg. De tattoo is een dagelijkse reminder aan waarom ik het doe.”

Heb je dan vaak een reminder nodig?

“Vooral als we een belangrijke match verliezen, waardoor we naast een titel grijpen. Dan moeten we nadien toch nog een domme match spelen, gewoon omdat het moet. Of wanneer we weer eens vier weken weg zijn van huis. Of wanneer ik moe ben van het leven ernaast. Want ik werk natuurlijk ook nog fulltime.”

En dan is het frustrerend dat andere topsporters wel van hun passie kunnen leven.

“Als je me het vraagt, natuurlijk. Maar ik ben nooit met sport begonnen om er geld mee te verdienen. Ik ben blij dat ik twee carrières heb. Ik heb beide nodig.”

Je bent ooit begonnen aan een studie kinesitherapie en hebt een diploma psychomotoriek. Was dat geen optie?

“Met het leven dat ik nu leid, kan ik momenteel geen patiëntenbestand uitbouwen. Wie weet val ik later wel terug op dat diploma. Ik wou vooral iets achter de hand hebben. Na mijn studies heb ik een job gehad in een reclame-bureau. Maar dat was ook niet meer te combineren met mijn sport.”

Er is nog een obstakel in je leven. Sinds 2000 ben je gediagnosticeerd als MS-patiënt. Een ongeneeslijke en chronische ontstekingsziekte van het centraal zenuwstelsel.

“Ik kreeg de diagnose op mijn zesde. Op een dag, op weg naar school, zag ik alles dubbel. Ik verloor mijn evenwicht en kon niet langer stappen. Ik ben onmiddellijk opgenomen in het ziekenhuis. Daar hebben ze me drie maanden lang onderworpen aan allerlei testen. Ze dachten dat ik een tumor had, geen MS. Want dat wordt meestal pas veel later gediagnosticeerd.”

Hoe komt dat nieuws binnen?

“Op jonge leeftijd besef je dat weinig. Met mijn medicatie leid ik een relatief normaal leven. Die krijg ik om de zes maanden. Dan kan ik er weer een tijdje niet aan denken. Het gaat niet slecht met mij. Die ziekte bepaalt mij niet, ze verandert mijn persoonlijkheid niet.”

Je bent er pas in 2017 mee naar buiten gekomen.

“Ik wilde bekend worden omwille van mijn talent als hockeyspeler, niet omwille van mijn ziekte. Een sensationeel of emotioneel artikel wilde ik absoluut niet. Als ik het openbaar maakte, moest het met een reden zijn. Dan wou ik dat het een impact had. ”

Wanneer had je het gevoel dat dat moment was aangebroken?

“Na een match kwam een klein meisje me zeggen dat ze moest stoppen met spelen omdat ze ziek was. Dat de dokters haar hadden gezegd dat ze beter nu kon stoppen, voor de dag kwam dat ze niet anders kon. Ik heb haar gezegd dat ik mijn diagnose kreeg toen ik zes was en dat ik het anders aanpak. Dat ik ga sporten tot het niet meer kan.”

Ben je bang voor de toekomst?

“De dokters weten niets. Ze weten niet hoe de ziekte zal evolueren. Ik leef niet volgens de regels. Me koest houden doe ik niet. Ik ben moe, dat wel. Maar zou niet iedereen moe zijn met dit soort leven? (lacht) Ik denk niet te veel aan de ziekte. Dat zou me alleen maar energie kosten, die ik liever voor iets anders gebruik.”

Helpen sport en hard werken als afleiding? Kan jij ontspannen? Op Instagram zie ik concerten, etentjes, festivals...

“Natuurlijk. Guillaume en ik hebben het allebei druk, maar gaan vaak een dagje op uitstap. Shoppen doe ik ook graag. Ik loop de helft van de dag in sportkledij, dan ben ik soms blij dat het eens iets anders is. Al blijft het altijd casual, met sneakers. Mijn sport is ook ontspanning. Als we straks samen kunnen gaan fitnessen is dat perfect. En vanavond hebben we een dinertje met vrienden.”

Breng je dan je eigen diner mee, in functie van een zwaar dieet?

“Neen. Alcohol drink ik sowieso niet. Wat eten betreft is het simpel. Ik eet alles met mate. En in functie van wat ik verbrand. Wanneer ik nog moet trainen kan ik een groot bord pasta eten. Wanneer ik van plan ben om in de zetel te liggen en televisie te kijken, doe ik niets met die koolhydraten, dan eet ik ze ook niet.”

Tenslotte, wat is jouw grote droom?

“De wereld rondreizen, trouwen én een gouden medaille op de Spelen natuurlijk. Dat hoef je aan een atleet eigenlijk niet te vragen.”

INFO

productie Noortje Palmers

hair&make-up Joek Janssens met M.A.C, Kevin Murphy en Cîme