© Patrick De Roo

Vrijwilligers trotseren weer en wind om daklozen warme soep te brengen: “Wij kunnen straks thuis opwarmen, zij niet”

Met een bakfiets gevuld met verse soep, sandwiches en koekjes gaat vrijwilligster Paula Bemelmans elke maandag op pad om dak- en thuislozen te helpen. Ook als het sneeuwt en de wegen er gevaarlijk bij liggen.

REBECCA VAN REMOORTERE

Al zeven jaar lang rijdt de ‘Kamiano-mobiel’ met een drietal vrijwilligers een paar avonden per week uit om daklozen te voorzien van verse soep en brood. Terwijl wij klagen over de koude temperaturen en het fileleed op de weg, duffelen Kamiano-vrijwilligers zichzelf zonder excuus in met muts en handschoenen en gaan ze de straat op met de bakfiets.

Kamiano is een daklozenwerking getrokken door de gemeenschap van Sant’Egidio. “Ons sociaal restaurant voor daklozen bestaat al sinds 1994, maar we wilden meer doen dan mensen tot bij ons krijgen”, vertelt Paula Bemelmans, thuisverpleegster als job, Kamiano-vrijwilligster als passie na de uren. “Het was in de kille winter van 2010 dat we besloten om zelf de straat op te gaan om actief mensen te zoeken die niet tot in het restaurant geraken. Sinds die winter rijdt de bakfiets elke maandag uit, en vaak ook op vrijdag en zondag. Wij geloven dat een kerkgemeenschap ook naar buiten moet komen en dat doen we dus heel letterlijk een paar uur per week.”

Ook in noodweer

Vertrekken doet het gezelschap van drie vrijwilligers aan het sociaal restaurant in de Lombardenvest. De eerste soepstop is de Groenplaats. Het regent en de natte sneeuw maakt het bijna onmogelijk om niet uit te schuiven onderweg. “Het is lang geleden dat we nog in zo’n slechte omstandigheden op pad zijn gegaan, zegt Paula wanneer de bakfiets een kleine slip maakt in de sneeuw. “Maar wij kunnen straks naar huis om een warme douche te nemen, de daklozen kunnen dat niet. Dus ook in noodweer rijden we rond.”

Op de Groenplaats houden we halte aan McDonald’s, waar we worden begroet door Luigi die er op het terras zit. Luigi zat ook in de documentaire van Wannes Deleu over daklozen in Antwerpen die uitgezonden werd op VRT. Hij kent de vrijwilligers bij naam en neemt graag een sandwich en soep aan. Hij moet zo meteen nog aan het werk. “Ik verzamel dagelijks restjes eten uit broodjeszaken in de buurt en die deel ik met de andere daklozen. Zo hebben wij eten en is er minder afval in de stad”, zegt de man, die ingeduffeld in een dikke jas met vuilniszakken aan de voeten en sandalen aan op het terras zit.

We lopen verder naar de Meir. Onderweg komen we nog een paar mensen tegen die blij zijn met de soep. Paula kent ze allemaal bij naam. “Ik heb altijd een notitieschriftje bij. Als mensen mij verhalen vertellen over zichzelf, schrijf ik die op, samen met de namen. Die leer ik dan achteraf uit het hoofd.”

Een andere man die Paula ook goed kent hoeft geen soep. Paula start wel een gesprek met hem. “De soep is voor ons vooral een middel om een conversatie te starten met de mensen. Want naast soep uitdelen, willen we vooral een gesprek hebben en de mensen laten voelen dat we met hen begaan zijn. Als we horen dat ze jarig zijn, gaan we met hen op restaurant. Als ze hulp nodig hebben, sturen we ze door naar onze werking”, zegt ze.

Kerstdiner

Ze geeft een kerstkaart met een uitnodiging voor een kerstdiner aan de man. Kamiano organiseert jaarlijks dat kerstdiner met cadeaus voor minderbedeelden. “De daklozen krijgen geen post, dus wij geven ze een persoonlijke kerstkaart met uitnodiging, zodat ze zich ergens welkom voelen.”

De tocht gaat door naar het station. De vrijwilligers hebben een tiental liter soep bij, gemaakt door leerlingen van het buitengewoon onderwijs. “We weten nooit zeker hoeveel mensen we bereiken, zeker niet in dit koude weer. De winteropvang is intussen geopend en dan gaan veel daklozen tegen de avond al naar daar. Hoe minder mensen we tegenkomen onderweg, hoe beter eigenlijk. Want dan weten we dat ze misschien ergens warm binnen zitten”, zegt vrijwilliger Marc Olyslager.

De tocht duurt zo’n twee uur en eindigt aan Antwerpen-Centraal, waar de vrijwilligers ook buiten staan. “We krijgen geen vergunning van de stad om binnen te staan. De stad heeft twee gezichten, leer je als je echt kijkt. In het station staan nog weinig banken zodat de daklozen niet binnen op de bank zouden slapen. Antwerpen heeft een aan de buitenkant mooi toeristisch deel, met daarnaast een harde realiteit van mensen die op straat slapen.”