Volgens de politie is het de vrouw deels toegestaan om een hoofddoek te dragen tijdens haar werkzaamheden als administratief medewerkster. De politie vraagt de vrouw echter wel in uniform te verschijnen wanneer ze contact heeft met het publiek. De vrouw wil echter ook in die situaties haar hoofddoek kunnen dragen.
De politie staat het momenteel niet toe dat mensen in functie een hoofddoek dragen, omdat dit de onpartijdigheid van de politie mogelijk zou kunnen schaden. Volgens de politie is het doel van het dragen van het uniform om neutraal op te kunnen treden en dat kan volgens de politie alleen in het huidige tenue. Uitingen van een geloofsovertuiging mogen bij het dragen van het uniform namelijk niet zichtbaar zijn.
De medewerkster van de politie vindt op haar beurt dat het dragen van een hoofddoek aansluit bij de wens van de politie voor meer diversiteit op de werkvloer en pleit voor een mogelijkheid hiervoor. Ook stelt ze dat de politie selectief handhaaft op het niet zichtbaar maken van geloofsovertuigingen. Zo zegt ze dat bijvoorbeeld het dragen van een trouwring ook gezien kan worden als een uiting van een bepaalde levensstijl.
Discussie
Het wel of niet mogelijk maken van het dragen van een hoofddoek voor medewerkers van de politie zorgt al enige tijd voor discussie in de organisatie.
De Amsterdamse politie stelde in mei van dit jaar nog voor om de hoofddoek in de toekomst deel te laten uitmaken van het politie-uniform, om zo de diversiteit binnen het korps te vergroten en meer agenten aan te trekken met een migratie-achtergrond.
Korpschef Erik Akerboom van de Nationale Politie gaf daarop te kennen dat hij voorlopig niet toe zal staan dat agenten een hoofddoek dragen tijdens hun werkzaamheden.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft de zaak van de administratief medewerkster van de politie in Rotterdam inmiddels behandeld en doet op 14 november uitspraak.