Een explosieve openingsrit, een tijdrit en een gravelrit: de eerste week van deze Giro was niet per se iets waar Uijtdebroeks als klimmer pur sang naar uitkeek. Z’n vijfde plaats in het klassement is dan ook beter dan verwacht. “Ik ben heel blij met de positie waarin ik nu zit en met hoe het gaat. Ik dacht dat ik meer tijd zou verliezen in de tijdrit en meer moeilijkheden zou hebben in gravel, maar eigenlijk heb ik er wel van genoten. Ik heb mezelf dus wel wat verbaasd”, zo vertelt Uijtdebroeks, zoals altijd, met de glimlach.

Aan de tijdrit, waarin hij 20e werd op net geen drie minuten van Tadej Pogacar, hield hij dus een positief gevoel over. “Laten we zeggen dat het een positieve stap vooruit was. De laatste maanden hebben we er hard aan gewerkt, maar tijdrijden is niet iets waar je in een keer van niet goed naar extreem goed in gaat. Ik ben blij met de stappen die we de laatste maanden gezet hebben. We blijven analyseren, maar zijn op de goede weg. Het zal misschien een of twee jaar duren om het echt perfect te krijgen.”

Op voorhand sprak Uijtdebroeks toch vooral over de top tien, blijkt de top vijf na een dikke week koers dan toch iets realistischer dan op voorhand gedacht? “Er is één iemand die op een andere planeet rijdt (Pogacar, red.), maar achter hem ligt de strijd open. Het zal een mooi gevecht worden. Dus misschien kan top vijf wel, maar het is nog lang. Ik ga gewoon elke dag m’n best doen.”

In de strijd achter Pogacar is er inderdaad niemand die er echt bovenuit steekt. Ook nummers twee en drie in het klassement Daniel Felipe Martinez en Geraint Thomas tonen zich bergop niet (veel) sterker dan Uijtdebroeks. Droomt onze landgenoot nog niet van het podium? “Het podium zou echt, echt geweldig zijn. Maar de Giro is nog lang en ik pin me niet vast op een plaats. Ik bekijk het dag per dag en probeer er elke dag het maximale uit te halen. En dan zien we wel waar we in Rome (waar de Giro eindigt, red.) staan.”

En ook aan een eventuele ritzege denkt hij nog niet. “Ik focus me op het algemeen klassement en het is moeilijk om een rit te winnen want je hebt natuurlijk Pogacar en nog andere sterke jongens. Als de kans er is, grijp ik ze graag. Maar momenteel focus ik me echt op het klassement.”

Rit van zondag in rood aangeduid

Dinsdag wacht al een nieuwe bergrit voor Uijtdebroeks, maar met een afstand van slechts 142 kilometer en amper twee gecatalogiseerde beklimmingen is het nog niet het soort bergrit waar onze landgenoot naar uitkijkt. De rit van zondag van 222 kilometer naar Livigno daarentegen staat met rood aangeduid in z’n agenda. “Dat is een rit waar ik van hou. Die is zwaarder, langer, hoger en bevat meer hoogtemeters dan wat we tot nu toe al hebben gedaan.”

Tot slot had Uijtdebroeks het nog even over Pogacar. “Hij is zo sterk. Op de Prati di Tivo (waar Pogacar bergop controleerde en in de sprint won, red.) was het voor hem waarschijnlijk meer een rustdag, als je ziet hoe hij zondag die lead-out voor Molano doet. Of er jaloezie is in het peloton? Als iemand zo veel wint zal er altijd wat commentaar op zijn, maar hij is geliefd in het peloton.” En hoe realistisch is het dat Uijtdebroeks zelf ooit op het niveau van een Pogacar of Jonas Vingegaard komt. “Dat is natuurlijk de droom die we hebben. We zullen zien of dat lukt, maar daar droom ik wel van.”