Japan aanbidt schaatsgod Hanyu

Hanyu (23) maakte in het stadion van Gangneung weliswaar een paar foutjes tijdens de vrije kür, maar compenseerde deze ruimschoots met een verder subliem optreden. Vrijdag had hij al een voorschot genomen door in de korte kür 111,68 te scoren, slechts enkele punten onder zijn eigen wereldrecord. Met een puntentotaal van 317,85 maakt hij een dag later alle andere kunstschaatsers tot figuranten.

Sinds zijn gouden plak in Sotsji heeft Hanyu, die een bedeesdheid buiten de baan combineert met een krachtige expressiviteit op het ijs, in Japan een haast mythische status bereikt. Zijn vele fans strijden om kaartjes voor toernooien in binnen- en buitenland en sommige van hen slapen voor de deur van de ijshal om als eerste naar binnen te kunnen.

Hanyu's zelfgekozen mascotte Winnie de Poeh, die hij voor elke schaatsbeurt even aanraakt, wordt massaal geadopteerd door zijn volgers. Als vanouds regende het zaterdag na het optreden van Hanyu geelbruine beren op het ijs. In de eerste negentig minuten na zijn overwinning werd de hashtag 'Hanyu-kun', een koosnaampje, 1,1 miljoen keer gebruikt op Twitter.

Hendrickx veertiende

Het succes van Hanyu is des te opzienbarender omdat hij maanden uit de roulatie was, nadat hij in november bij een toernooi in Moskou verkeerd terechtkwam en geblesseerd raakte aan zijn enkel. Diezelfde avond kwamen meer dan honderd Japanse journalisten naar een persconferentie om meer te horen over de kwetsuur. Pas weken later bleek hij botschade te hebben opgelopen. De olympische ambities waren ernstig in gevaar gekomen.

"Er waren veel dagen dat ik pijn had en dacht dat ik misschien nooit meer zou kunnen schaatsen", vertelde Hanyu. "Maar omdat ik niet kon schaatsen, had ik veel tijd over om na te denken over mijn strategie."

Vrijdag bleek dat de enkel genoeg was hersteld. De 1,72 meter lange Japanner herrees glorieus uit de as door in de korte kür een majestueuze score neer te zetten. Niemand die toen nog twijfelde aan de verlenging van het goud. De vreugde in Japan was compleet toen landgenoot Shoma Uno zaterdag het zilver pakte.

Onze landgenoot Jorik Hendrickx beëindigde zijn Olympische Spelen met de veertiende plaats, twee plaatsen beter dan in Sotsji. In Rusland klokte hij af op 214,04 punten, in Zuid-Korea op 248,95.

Hendrickx is nu een betere schaatser dan hij ooit was, alleen besefte hij dat zijn repertoire één belangrijk ingrediënt miste om voor de medailles te kunnen strijden: de quad, de viervoudige sprong. "Elke keer dat ik mij er echt op richt, houd ik er een blessure aan over. Dat remde me in het verleden al af. Ik heb wel quads op training gesprongen, maar het vraagt nog meer uren op het ijs om ze clean te kunnen schaatsen."

Hernieuwd zelfvertrouwen

De winst in Sotsji was het eerst goud ooit voor een Japanse kunstrijder. Voor veel Japanners hielp de overwinning ook bij de verwerking van de grote aardbeving op 11 maart 2011 waarbij 16.000 doden vielen en de kerncentrale van Fukushima het begaf.

Hanyu was op het moment van de beving aan het schaatsen in de ijshal van Sendai en moest rennen voor zijn leven toen het dak naar beneden kwam. Hij verhuisde tijdelijk naar het gespaarde Yokohama en schaatste zestig shows om geld in te zamelen voor de heropbouw van zijn eigen ijsbaan. Vier maanden later was de baan weer in gebruik.

Stond het goud in Sotsji voor de wederopstanding van het land, met het goud van Pyeongchang wordt een hernieuwd zelfvertrouwen gevierd. Japan zal zich over twee jaar, als de Zomerspelen in Tokio worden gehouden, als een moderne, zelfbewuste natie aan de wereld tonen. Dat het mogelijk de beste kunstrijder in de geschiedenis heeft voortgebracht, zal als een voorbode voor meer succes worden omhelsd.