Sanda Dia. © rr

“Mijn zoon heeft Sanda naast zich zien sterven”: vader van schacht die doop nipt overleefde, luidt alarmbel

Een ware heksenjacht op studentenclubs en hun ontgroeningsrituelen moet er volgens de Antwerpse advocaat Johan Denil niet komen. Maar als bezorgde vader van Victor (19), de student die op het nippertje de doop overleefde die zijn vriend Sanda (20, foto) uit Edegem fataal werd, lanceert hij wél een oproep aan de maatschappij. “Die lichtzinnigheid en normvervaging bij jongeren moet dringend aangepakt worden voor er nog meer ongelukken volgen.”

Pieter HuyberechtsDirk Coosemans

Nee, het gaat helemaal niet goed met zijn zoon. Een kleine week nadat Victor in het ziekenhuis belandde na de totaal uit de hand gelopen doop van studentenclub Reuzegom, zit hij nog steeds onder de medicatie. En is hij mentaal helemaal van slag, zegt zijn vader, Johan Denil. Een psycholoog, afspraken bij de dokter en vrienden die elke avond op bezoek komen houden de jongen momenteel recht. “Victor heeft de arme Sanda naast zich zien sterven. Dat is bijzonder moeilijk om te verwerken. De twee waren vrienden, sliepen al eens bij elkaar op kot in Leuven en hadden maanden toegeleefd naar het moment dat ze eindelijk zouden worden ingelijfd in de studentenclub. Die jongens wilden zo graag in die club. En dan gebeurt zoiets.”

De vader zegt dat hij uiteraard besefte dat zijn zoon, student rechten en economie aan de KU Leuven, “niet naar een onschuldige dansvoorstelling vertrok”. Hij was op de hoogte van de reputatie van Reuzegom, maar niet van het feit dat ze zich in Leuven al jaren ongenaakbaar waanden. “Ik ben zelf actief geweest in studentenclubs als Sofia en de overkoepelende studentenvereniging Stuwer en weet dus dat zo’n tweedaags ontgroeningsritueel niet bepaald een fijne ervaring is. Wij waren soms ook dronken, en dat mag als student. Maar de excessen die ik nu zie en de echo’s die ik al heb meegekregen van mijn zoon over wat ze als schachten moesten doen, tart elke verbeelding. En gaat veel te ver.”

Wake-upcall

De vader kadert dat in een maatschappelijke context van altijd maar meer, altijd extremer. “Er is duidelijk sprake van lichtzinnigheid en van normvervaging bij jongeren. Er worden geen grenzen meer gesteld. Het moet altijd maar om ter strafst. En daar ligt een collectieve maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is een bekommernis van elke ouder met studerende kinderen.”

Hij hoopt dat de dood van Sanda niet voor niks is geweest. “Dit moet een wake-upcall zijn, een kantelmoment. Een signaal aan iedereen om het gezond verstand te gebruiken.”

Wat hem nog het meest verontrust, is dat de doopmeesters in kwestie eigenlijk allemaal welopgevoede jongeren zijn, uit gegoede milieus. Zonen van advocaten, dokters, ondernemers, noem maar op. “Het gaat hier niet om marginalen, ik kan er met mijn verstand niet bij wat die gasten bezield heeft. Waarom is er door niemand tijdig stop geroepen? Al heeft niemand dit uiteraard gewild. Er moet voor ons geen heksenjacht op dat presidium komen.”

Zijn zoon vertelt maar met mondjesmaat welke smeerlapperij de schachten precies moesten opeten, in combinatie met vernederende opdrachten die ze moesten uitvoeren. Zoals door een ijskoude beek zwemmen en vervolgens urenlang in een put zitten. “Zijn mentale welzijn is nu mijn enige zorg. Maar zijn zorgen overstijgen mijn capaciteiten als vader. Voor Victor is het dubbel: hij heeft een goede vriend naast zich zien sterven en is zelf op het nippertje aan de dood ontsnapt. Dat is heel heftig. Hij weet zich geen houding aan te meten ten opzichte van die studentenleiders. Ook dat waren intussen vrienden geworden.”

“Straf al gekregen”

De familie heeft zich wel burgerlijke partij gesteld. “Niet omdat wij willen dat die gasten achter de tralies belanden”, zegt hij. “Ze hebben hun straf al gekregen. Maar omdat ik als ouder precies wil weten wat die jongens hebben doorgemaakt. Wij, en zeker de familie van Sanda, hebben recht op een objectief onderzoek.”

Emotionele rollercoaster

Vader en zoon kijken angstig naar de nabije toekomst. Of Victor zal deelnemen aan de examens, is nog geen uitgemaakte zaak. “Dit is qua emoties een heel moeilijk verhaal. En er wacht met de begrafenis van Sanda nog een zwaar moment.”

Ook de vader van het andere slachtoffer dat door het oog van de naald kroop, C.M. (20), beaamt dat. “Mijn zoon is enorm terneergeslagen door wat gebeurd is. Hij kende het dodelijk slachtoffer van in de studentenclub. Het was een vriend en onze zoon worstelt met de gedachte dat hij het overleefd heeft en die jongen niet. Het gaat niet goed met hem.”

Toch is C.M. gisteren terug naar Leuven vertrokken, naar zijn kot, om opnieuw de draad van zijn studies op te nemen. “We zullen zien hoe dat uitdraait.”