De Duitse economie, de grootste van Europa, groeide met 0,2 procent tegenover het laatste kwartaal van 2023, wat meer was dan verwacht. Analisten gingen uit van een groei van slechts 0,1 procent. In het laatste kwartaal van vorig jaar was er nog een krimp van het bruto binnenlands product (bbp) in Duitsland met 0,5 procent.

Maar er zijn wel nog grote verschillen tussen de dienstensector en de industrie: die laatste heeft het nog altijd moeilijk, blijkt uit de cijfers. Ook het aantal werklozen in Duitsland stijgt meer dan verwacht, in april kwamen er 10.000 werkzoekenden bij.

In Italië groeide het bbp in het eerste kwartaal met 0,3 procent, wat eveneens meer was dan verwacht. Analisten gingen uit van een groei met slechts 0,1 procent. De industrie, diensten en landbouw profiteerden van de hogere vraag in het buitenland, zegt het Italiaanse statistiekbureau. In het laatste kwartaal van 2023 groeide de Italiaanse economie met 0,1 procent.

De Spaanse economie is het jaar dan weer met een knal gestart: de economie groeide met 0,7 procent tegenover het voorgaande kwartaal, wat veel meer is dan de 0,4 procent die economen hadden verwacht. Vooral de export floreerde (+2,4 procent), zo maakte het Spaanse statistiekbureau bekend. Maar ook de industrie (+1,6 procent), de bouw (+2 procent) en landbouw (+2,5 procent) tekenden groei op, terwijl de dienstensector genoegen moest nemen met een groei van 0,3 procent. Ook tijdens de energiecrisis hield de Spaanse economie al goed stand.

De Franse economie tot slot groeide in het eerste kwartaal met 0,2 procent, wat een versnelling betekende tegenover het laatste kwartaal (+0,1 procent) en beter was dan verwacht. Er werd uitgegaan van een stagnatie. “De strategie van de regering werpt zijn vruchten af”, verklaarde minister van Economie Bruno Le Maire dinsdag.

De groei in Frankrijk was vooral te danken aan het herstel van de consumptie door de gezinnen. De inflatie daalde.