Direct naar artikelinhoud
Column

Gloria is bijna negen maanden oud. Eindelijk komt ze logeren

Gloria is bijna negen maanden oud. Eindelijk komt ze logeren
Beeld Bob Van Mol

Hilde Van Mieghem, acteur, regisseur en auteur, neemt u mee in haar leefwereld.

Ze is bijna negen maanden oud en eindelijk komt ze logeren. Haar papa en mama gaan uit eten en dan naar een verjaardagsfeestje. Joepie, denk ik, eindelijk wordt het Gloria-kamertje ingehuldigd. Ik keur alles nog eens: bedje en lakentjes oké, paddenstoellampje brandt, het slaappopje met een muziekje in haar buik wacht op haar komst en het reserve night glowing tutje ligt klaar. De deurbel gaat.

Maar, sputtert ze nog tegen, ze heeft nog nooit in een apart kamertje geslapen. Ga nu, zeg ik streng

Voor de deur een opgewonden mama, ze is er duidelijk niet gerust in en kijkt me aan alsof ik een vreemde ben die geen idee heeft hoe je met baby’s omgaat. Gloria daarentegen kijkt me stralend aan. Zij is er klaar voor, haar moeder duidelijk niet. Ik til het hummeltje uit de buggy en steek haar hoog in de lucht, ze schatert.

Terwijl ik haar alvast omkleed van winterkleertjes naar flanellen pyjamaatje loopt mijn dochter hoogbenig om me heen. Ze heeft hoge hakken aan, dat is voor het eerst sinds de zwangerschap en bevalling. Mooi opgedirkt loopt ze als een leeuwin in een kooi heen en weer en schiet de ene instructie na de andere op me af. De adrenaline maakt haar bloedmooi, haar ogen fonkelen, het prachtige lichaam gespannen als een veer. Wat moet het fijn zijn om zo’n mooie, bezorgde mama te hebben, flitst het door mijn hoofd.

Ze heeft alles op een briefje geschreven: ze moet een fles krijgen om half acht, 240 ml water en acht schepjes melkpoeder. Dan nog eens een flesje rond half twaalf. Maar dan maar 210 ml water en zeven schepjes melkpoeder. Ik zit te dollen met Gloria. Mama, luister je wel? Ja, ik luister.

Ze demonstreert me de papverwarmer, kirt tussendoor haar dochter toe, wordt dan weer zenuwachtig en vraagt of ik alles nog weet. Nee, zeg ik, er scheelt iets met mijn kortetermijngeheugen. Mijn flauwe grap komt niet aan en ze begint opnieuw haar hele uitleg. ‘Lieverd, ik heb ook twee kinderen gehad, maak je geen zorgen, het lukt allemaal wel. Er is er maar één die me doodnerveus maakt en dat ben jij. Ga nu maar.’

Weet je het zeker, vraagt ze? Ik antwoord niet eens meer. Mama? Ik kijk haar aan. ‘Oh goed dan, glimlacht ze, en loopt na tientallen kusjes op hoofdje, buikje, beentjes, voetjes en handjes van haar dochter eindelijk naar de voordeur, blijft daar nog even heen en weer draaien. Gloria en ik zwaaien haar uit en roepen: Daaaaag mama, veel plezier vanavond, geniet ervan. Maar, sputtert ze nog tegen, ze heeft nog nooit in een apart kamertje geslapen. Ga nu, zeg ik streng.

Eindelijk, de rust is weergekeerd. Ik geef Gloria haar flesje, zing en neurie wat liedjes en in mijn armen valt ze in slaap. Zachtjes leg ik haar in haar bedje. Maak een foto en stuur die door naar de leeuwinnenmoeder. Oooooooh, sms’t ze terug, gevolgd door een hartje.

En dan gebeurt het, net zoals ik dat met mijn kinderen had, ik ben één met haar. Gloria en ik zijn een twee-eenheid, volkomen, samen

Op het uur dat mijn dochter voorspelde hoor ik een paar kreuntjes, zet de papverwarmer op en sus haar even. Na de fles valt ze weer als een blok in slaap en wordt niet meer wakker voor 8 uur ’s ochtends. Zelf slaap ik nauwelijks, ga om het half uur even kijken of alles goed is. Alles is goed. Wat een droombaby!

Om 03:19 krijg ik een sms’je: mama, ik heb mijn telefoon op stil gezet, als er iets is moet je haar papa bellen. Ja, ja, denk ik, en ook, wat leuk dat jullie zo lang op stap zijn gegaan.

Ochtend. Gloria is uitgeslapen en vrolijk. Drinkt gulzig haar eerste flesje van de dag. Kan maar niet genoeg krijgen van Mr. Wilson, mijn hondje, en met z’n drieën gaan we op stap door de nog slapende stad. Ik hou van zondagochtenden, van de geeuwende mensen die staan aan te schuiven bij de bakker. Van de lege straten en de gesloten winkels en cafés.

Terug thuis. We spelen verstoppertje, dat wil zeggen, ik verstop me achter een keukenhanddoek en piep er af en toe bovenuit. Ze krijgt de slappe lach. Buiten is het beginnen te sneeuwen. De sneeuw dempt elk geluid. Met Gloria op mijn arm kijken we door het raam naar buiten. Vol verwondering kijkt ze naar de witte, dikke vlokken. En dan gebeurt het, net zoals ik dat met mijn kinderen had, ik ben één met haar. Gloria en ik zijn een twee-eenheid, volkomen, samen. Een diep geluksgevoel stroomt door me heen. Ik hoop dat mijn dochter vandaag heel lang uitslaapt.