Direct naar artikelinhoud
AnalyseArthur Van Doren

Arthur Van Doren, het talent van Bloemendaal met een magneet in zijn stick

Met de Belgische international Arthur Van Doren als spelverdeler voert Bloemendaal de hoofdklasse aan. De beste hockeyer ter wereld vindt vaak de vrije man. Ook zondag tegen HGC stond hij aan de basis van menig snelle tegenaanval.

Arthur van Doren (Bloemendaal) en Seve van Ass (HGC) in actie tijdens de competitie hoofdklasse wedstrijd Bloemendaal-HGC (2-1).Beeld Koen Suyk

Bloemendaal-coach Michel van den Heuvel is altijd op zoek naar hockey­talent. Dus toen hij zo’n vijf jaar geleden hoorde van Arthur Van Doren, een beloftevolle verdediger van KHC Dragons uit Brasschaat, reisde hij af naar Antwerpen voor een kop koffie. Hij wilde alvast eens polsen hoe de jonge Van Doren tegenover een transfer naar Nederland stond.

‘Arthur was de grootste belofte van het Belgische hockey. Zo’n jongen hoort in de Nederlandse hoofdklasse thuis, maar hij wilde nog een paar jaar in België blijven. Vorig jaar kreeg ik alsnog een telefoontje van Tuur. De keuze was snel gemaakt’, zegt Van den Heuvel zondag na de gewonnen wedstrijd tegen HGC: 2-1.

Met de 24-jarige Van Doren als spelverdeler in de verdediging, heeft Bloemendaal de eerste seizoenshelft als koploper afgesloten. De ploeg staat vijf punten voor op nummer twee, Oranje-Rood. Het zegt nog niet veel; de hockeycompetitie wordt pas tijdens de playoffs beslist. De beste vier ploegen strijden aan het einde van het seizoen om de landstitel.

Geliefd

Van Doren is geliefd op sportpark ’t Kopje, gelegen aan de Bloemendaalse duinen. Met zijn flats, een soort veegslag waarmee de bal laag over het veld suist, weet hij dit seizoen vaak de vrije man te vinden in de aanval van Bloemendaal.

Ook zondag komt hij veelvuldig aan de bal om vervolgens de diepte te zoeken. ‘Die flats is echt een wapen’, zegt Van Doren. ‘Het is in het hockey moeilijk om een uitgespeelde veldgoal te maken. Met een diepe steekpass, die een linie overslaat, kun je in een snelle tegenaanval veel meer uitrichten.’

Acht jaar geleden werd Bloemendaal voor het laatst landskampioen. Dat is te lang voor een een topclub als Bloemendaal, dat tussen 2000 en 2010 de hoofdklasse domineerde en zeven keer landskampioen werd. Van Doren voelt de druk. Hij werd afgelopen jaar door de internationale hockeybond FIH verkozen tot beste hockeyer ter wereld en dat brengt verwachtingen met zich mee.

‘Ach ja, zo’n titel is eervol. Maar het zegt niet veel. Ik moet me gewoon elke wedstrijd bewijzen. Vooralsnog gaat het goed’, aldus Van Doren. Ook coach Van den Heuvel kan niet zoveel met die verkiezing: ‘Laat ik het zo zeggen: Arthur hoort met een select gezelschap tot de spelers die het hockey mooier maken. Het is daarom fijn dat hij naar Bloemendaal is gekomen.’

Arthur van Doren.Beeld Koen Suyk

Magneet

Van Doren zwerft zondag over het veld tegen het Wassenaarse HGC. De laatste man bij Bloemendaal is Mats de Groot, die blijft achterin hangen, waardoor Van Doren veel ruimte krijgt om zich vrij te lopen. Dat ziet coach Van den Heuvel graag: ‘Het lijkt soms wel alsof Arthur een magneet in zijn stick heeft. Alle ballen komen bij hem. En met zijn inzicht en timing is de vervolgpass vrijwel altijd goed.’

De ochtend voor de wedstrijd zit Van Doren op zijn vaste plek bij Vinnies, een hippe koffietent in de chique Rivierenbuurt in Amsterdam-Zuid. Daar woont de verdediger van Bloemendaal sinds dit seizoen met teamgenoten Emmanuel Stockbroekx en Tim Swaen in een appartement van de club. Het is een ritueel geworden: een fiks ontbijt met zalm, makreel, ei en avocado op de dag van de wedstrijd.

‘Veel spelers van Bloemendaal wonen in Amsterdam’, zegt Van Doren terwijl hij zijn gepocheerde ei over een geroosterde boterham laat uitlopen. ‘Maar veel tijd om de toerist uit de hangen heb ik nog niet gehad. De afgelopen weken trainde ik van maandag tot en met donderdag met het Belgische nationale elftal, ter voorbereiding op het WK hockey, dat eind november in India wordt gehouden. Op vrijdag sloot ik weer aan bij de spelersgroep van Bloemendaal. Zondag speelden we een wedstrijd.’

Zes, zeven dagen per week hockeyen bevalt hem nog steeds goed. ‘En ik kan er goed van leven. Verwacht geen voetbaltaferelen, maar ik heb het niet slecht hoor, als je alles bij elkaar optelt. Ik heb een salaris en appartement van de club.

Sponsordeal

‘Een auto en kleren van mijn persoonlijke sponsor Osaka. Van de Belgische bond krijg ik nog wat geld. Red Bull wil nog een sponsordeal afsluiten. Misschien komt er nog een mooi automerk bij.

‘En dan hockey ik ook nog een paar weken per jaar in India voor een mooi bedrag. Vorig jaar was dat zo’n 30 duizend euro. Het is een cliché, maar mijn hobby is mijn beroep geworden.’

Zondagavond stapt Van Doren weer vol goede moed in de auto richting naar Antwerpen. Het bescheiden feestje in het clubhuis van Bloemendaal slaat hij over. Maandag moet er weer getraind worden met de Belgische selectie.

‘Nu willen we doorpakken. Na het zilver op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro en op het EK in Amsterdam vorig jaar, gaan we voor de wereldtitel.’