Koningin Elisabethwedstrijd

Het concerto van de Belgische Pauline van der Rest op de Koningin Elisabethwedstrijd: soms schuiven, maar grandioos recht blijven

Pauline van der Rest.© belga

Na haar recital op maandag stond de Belgische kandidate Pauline van der Rest donderdagavond voor haar Mozart-concerto. Dat verliep niet foutloos, maar was wel de hele tijd meeslepend.

Jasper Croonen

Oké, ze weten pas één uur op voorhand welk programma ze moeten spelen. En oké, ze moeten met dat verdomde plichtwerk overweg. Toch is een recital waarin je hart en ziel kan leggen, waarmee je een boodschap kan proberen over te dragen, en waarin je lievelingsrepertoire kan vertolken zelden het grote struikelblok voor de halvefinalisten van de Koningin Elisabethwedstrijd. Maar dan is er dat Mozart-concerto. Waarin alles moet dartelen, maar het ook niet enkel en alleen lichtvoetig mag zijn. Waarin je je virtuositeit moet etaleren, maar het ook geen oefening van vingervlugheid mag worden.

De 19-jarige Belgische deelnemer Pauline van der Rest stond donderdagavond voor die obligate horde. We schreven het na haar recital op maandag al: “Ze speelt om de knikkers en kiest voor risico.” Dat was in het concerto niet anders. Zelfzeker begon ze in de kristallijne hoogte van het ‘allegro’, al snel werd je als luisteraar met razendsnelle zestiende noten om de oren geslagen. Haar opperste expressie ging daarbij wat ten koste van de zuiverheid, maar dat kon je door de vingers zien. Bij een goede karakterkop hoort per slot van rekening ook een tache de beauté.

Het tweede, tragere cantabile-deel had minder slipgevaar. Hier liet Pauline haar viool volop zingen. Met zwierige bewegingen en lyrische lijnen nam ze het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie helemaal op sleeptouw. Dirigent Vahan Mardirossian beperkte zich tot minimale bewegingen. Het was duidelijk wie hier in het spotlicht stond.

Dat was nog het meest het geval in de cadensen, waar Pauline van der Rest helemaal het podium inpalmde. Die solistische afsprongen aan het einde van elk deel zijn de meest zwierige uitpakmomenten. Waar de boog als een kunstschaatser over de snaren moet dansen, maar waar een kandidaat zichzelf in al het vuurwerk kan vergalopperen en genadeloos door het ijs kan zakken. Zoals alleen de allergrootste virtuozen, schreef Van der Rest haar eigen cadensen. Niet meteen de meest complexe maten muziek, maar in een naar haar hand gezet spektakelstuk blaakte ze wel van zelfvertrouwen.

Het was zeker geen Mozart zonder missers, maar wel eentje vol vertelkracht. Liever dat dan afgelikte, piekfijne techniek. Benieuwd of de jury er ook zo over denkt.