Huiseigenaar heeft roze bril alweer op
Amsterdam
Drie op de vier gaan ervan uit dat de huizenprijzen de komende twaalf maanden alleen maar verder zullen stijgen. In Groot-Brittannië, maar ook onder Duitsers en Belgen, is de stemming aanmerkelijk minder positief.
Dat blijkt uit internationaal onderzoek van ING naar inwoners in vijftien landen, waaronder ook zo’n duizend Nederlanders. Zij blijken de toekomst rooskleurig in te zien. Slechts iets meer dan een kwart heeft het idee dat het de verkeerde kant op gaat met de woningmarkt. In Duitsland is dat de helft; in Spanje 58 procent. Die roze bril hangt wellicht samen met het feit dat slechts een kleine minderheid van 4 procent het lastig zegt te vinden de maandelijkse hypotheek te betalen. Zelfs in andere groeilanden als Duitsland ligt dat percentage met 11 procent aanmerkelijk hoger. De ING-onderzoekers wijzen er ter verklaring op dat Nederland relatief streng controleert of huizenkopers hun toekomstige maandlasten wel kunnen dragen. Wanneer het dan toch misgaat, komt dat vaak door echtscheiding of baanverlies. In totaal kampen zo’n 98.000 mensen met een betalingsachterstand op hun hypotheek, blijkt uit cijfers van het Bureau Krediet Registratie.
Opvallend is dat huurders er in Nederland veel minder goed voor staan. Van hen heeft 15 procent moeite de maandelijkse betaling te voldoen. Waar huizenkopers profiteren van de extreem lage rente, zagen huurders in Nederland hun lasten juist fors stijgen.
De huren stegen sinds 2012 in de vrije sector met 14 procent. In de sociale woningbouw gingen ze zelfs met 16 procent omhoog.
Ondanks de zonnige inschattingen van Nederlandse huiseigenaren gelooft ING-econoom Senne Janssen niet dat er sprake is van blinde euforie, zoals aan de vooravond van de huizencrisis. Hij wijst erop dat minder dan één op de tien Nederlanders een daling van de huizenprijzen voor ondenkbaar houdt. In België is dat 41 procent. <