Vorming in christelijk onderwijs - 'Een goede leraar laat een leerling bloeien'
Doorn
Met de presentatie van een boek over vorming van leraren komt een eind aan een periode van onderzoek en bezinning naar het christelijk onderwijs. Bijzonder hoogleraar Roel Kuiper en kompanen van de leerstoel ‘christelijke identiteit en maatschappelijke praktijken’ aan de Theologische Universiteit in Kampen dachten vanaf 2015, in samenwerking met de landelijke koepel van gereformeerde scholen (LVGS), intensief na over het christelijk onderwijs. Het leidde tot een uitgave over de christelijke identiteit als ‘sterk merk’, boeken met een basistheorie (Mensen kunnen bloeien) en een theologie voor het christelijk onderwijs.
In Bijzonder gevormd, dat vandaag wordt gepresenteerd op een netwerkbijeenkomst met onderwijsmensen, komen de lijnen uit de vorige boeken samen, vertelt schrijver, onderzoeker en pedagoog Tirza van Laar, verbonden aan Kuipers leerstoel. ‘Je kunt helder maken wat een christelijke identiteit is en een theologie en een theorie bedenken, maar uiteindelijk gaat het erom wat je ermee doet. Hoe worden leerlingen gevormd?’
Wat is dat, vorming in het onderwijs?
‘Dat is precies de vraag die aanleiding was voor het schrijven van mijn boek. Iedereen vindt de vorming van kinderen belangrijk, maar niemand weet precies waar het om gaat. Daarom ben ik literatuur over dit onderwerp ingedoken en heb ik gesproken met veel mensen uit de onderwijspraktijk. Ik kwam vier kenmerken tegen: vorming is iets innerlijks en hogers; iets persoonlijks en sociaals, in relatie met anderen; breed – niet alleen de overdracht van kennis, maar heel de persoon komt aan bod – en, tot slot, zij geeft altijd richting aan een ideaal. In mijn boek geef ik geen definitie. Vorming is een proces dat je niet kunt pakken en meten.’
Waarom is het onderwerp zo belangrijk dat er nu een boek over moet verschijnen?
‘Er wordt veel geschreven over vorming in reactie op het neoliberale denken in termen van rendement, producten en winstgevendheid. In het onderwijs zie je de invloed daarvan terug in het grote aantal Cito-toetsen dat leerlingen moeten maken. Er ligt te veel nadruk op toetsen en cijfers waarbij een kind vooral op zijn cognitieve kant wordt beoordeeld. De persoon van het kind, maar ook van de leerkracht, moet weer centraal komen te staan.’
Leeft de discussie bij grote groepen of alleen bij een clubje christenen?
‘Er is op dit moment een maatschappelijke discussie die breder wordt gevoerd dan alleen in de christelijke wereld. Het onderwerp leeft in ieder geval bij onderwijzers en pedagogen. Zo is de Onderwijsraad bezig met de vraag hoe je sociale opbrengsten kunt meten – meten, dat dan weer wel. Maar het valt niet mee het gesprek om te zetten in de praktijk, want de Inspectie van het Onderwijs wil resultaten zien. Een leerkracht heeft te weinig tijd voor een diepgravend gesprek met een leerling, of het ontwikkelen van zijn creatieve kant, want de resultaten die het kind behaalt moeten terug te zien zijn in de cijfers.’
Wat is christelijke vorming?
‘Daarbij vul je de vier universele kenmerken van vorming die ik eerder noemde in vanuit het christelijk geloof. Het innerlijke en hogere is dan het hart van een kind, waarin hij een diepe verbinding heeft met God. Maar niet als een los individu, altijd in relatie: met zichzelf, God, de naaste en de wereld. Christelijke vorming heeft het hele kind op het oog, met al zijn door God gegeven talenten. Het gaat om hoofd, hart én handen. Een christelijke docent kijkt breder dan de toetsresultaten. Hij wil een leerling laten bloeien, want daarmee maak je God groot.’
Zonder vorming is er geen onderwijs, maar scholing, schrijft u. Wat bedoelt u?
‘Bij scholing geef je reken- en taalles, en je toetst de resultaten. Dat is het dan. Onderwijs omvat veel meer: creativiteit, burgerschapsvorming, persoonsvorming, religieuze opvoeding ... Begrijp me goed: ook wij vinden vaardigheden als lezen en schrijven belangrijk, maar ze zijn onderdeel van een brede vorming. Je moet er niet eenzijdig nadruk op leggen.’
Is uw boek een statement tegenover mensen die geen ruimte zien voor bijzonder onderwijs, alleen maar voor openbaar onderwijs?
‘Dit boekje laat zien hoe ontzettend waardevol het bijzonder onderwijs is voor de samenleving. Wij staan voor waarden waar de samenleving mooier van wordt: rechtvaardigheid, liefde en vrede, elkaar en de naaste dienen. Daarover zijn wij bovendien heel transparant.’
Wat kan een leraar heel concreet met uw boek?
‘Ik geef geen concrete richtlijnen. Elke klas en elke leerling is anders. Het gaat mij om bewustwording. Dat een leerkracht zicht krijgt op wanneer en hoe er vorming plaatsvindt. Hij kan zo gericht zijn op het behalen van resultaten, dat er geen ruimte is voor religieuze verhalen of ervaringen in de les. Komen de grote vragen van het leven voldoende aan bod in de klas? Zie ik een leerling zoals hij is, of maar een deel? Worden zijn talenten voldoende aangesproken? En: ben ik als leraar zelf eerlijk, hoopvol en liefdevol?’ <