Het bureau bekeek de inkomensgroei in het vorige decennium en zag dat de 1.400 Nederlanders met de hoogste inkomens er gemiddeld 70 procent bij kregen. Het overgrote deel van Nederland moest het in die periode doen met 4 tot 8 procent extra.
Dat de inkomsten van de allerrijksten zo zijn gegroeid, komt vooral doordat de winsten van bedrijven in 2019 veel hoger waren dan aan het begin van vorig decennium. Voor de rijksten is bedrijfswinst het belangrijkste inkomen. Deze groep bestaat vooral uit mannen tussen de 45 en 65 jaar, die eigenaar zijn van een bedrijf
Voor de meeste andere Nederlanders is loon het belangrijkste deel van hun inkomen en de lonen zijn in de betreffende jaren veel minder hard gestegen. Daar moet wel bij worden gezegd dat de grote loonstijgingen van de afgelopen jaren hier niet bij zitten. Zo gingen de lonen vorig jaar gemiddeld 6,1 procent omhoog.
Allerrijksten betalen ook minder belasting
Het CPB heeft ook gekeken naar welk percentage van de bruto-inkomens wordt afgedragen aan belastingen en sociale premies. En daaruit blijkt dat voor vrijwel alle werkenden in ons land geldt: heb je een hoger inkomen, dan betaal je meer belasting. Dat is zowel in absolute zin als qua percentage van het inkomen.
Uitzondering daarop zijn de 140.000 Nederlanders met het hoogste inkomen. Als je eenmaal bij die rijkste 1 procent hoort, betaal je juist minder belasting en premies naarmate je meer verdient.
Dat de belastingdruk voor de allerhoogste inkomens minder groot is, komt doordat voor deze groep bedrijfswinsten het belangrijkste inkomen zijn. Over winsten betaal je een lagere belasting dan over inkomen.
Als de winst wordt uitgekeerd aan de eigenaren van het bedrijf moeten zij er wel inkomstenbelasting over betalen. Maar slechts 14 procent van de winst wordt uitgekeerd, waardoor de rijksten relatief weinig inkomstenbelasting betalen.