Tour de France 2019 telt dertig cols en vijf aankomsten boven

De 106de editie van de Tour start met een eerbetoon aan Eddy Merckx. Tijdens Le Grand Départ in Brussel wordt de vijftigste verjaardag van de eerste Tour-zege van Merckx gevierd. "Eén groot wielerfeest wordt het", zegt de 73-jarige Belg in het Palais des Congrès in Parijs. "Met hopelijk twee mooie wedstrijden." Anderhalve week later is het opnieuw feest voor de honderdjarige verjaardag van de gele trui. In 1919 was de Fransman Eugène Christophe de eerste die het shirt mocht aantrekken.

In Brussel zal die eer wellicht te beurt vallen aan een sprinter. De openingsetappe is de eerste van potentieel zeven ritten die op een massaspurt kunnen eindigen. Zoals bekend is rit twee een ploegentijdrit van 27 kilometer door het centrum van onze hoofdstad - samen met de individuele tijdrit in Pau, ook 27 kilometer, de enige opdracht tegen de klok. De rest van de Tour is op klimmers gericht.

De Tour telt volgende zomer dertig beklimmingen van tweede, eerste of buiten categorie, dat zijn er vier meer dan dit jaar. Ook het aantal aankomsten bergop (vijf) is duidelijk meer dan de drie van dit jaar. "De winnaar van de Tour moet altijd goed kunnen klimmen", zegt organisator Christian Prudhomme. Of dit dan een erge zware Tour is? De ASO-baas nuanceert. “Er zijn meer cols, maar het is vooral de opeenvolging van de beklimmingen die het verschil kan maken", zegt hij. "Want in vergelijking met andere jaren zijn er minder cols buiten categorie."

Zware slotweek

Van de vijf aankomsten bergop zijn er drie boven 2.000 meter, dat is ongezien in de geschiedenis van de Tour. Het gaat om de Tourmalet (2.115 meter) in de Pyreneeën, Tignes (2.113 meter) en Val Thorens (2.365 meter) in de Alpen. Het dak van de Tour ligt op de top van de Col de l'Iseran (2.770 meter). In de slotweek in de Alpen is er ook een etappe over de Col de Vars (2.109 meter), de Col d'Izoard (2.360 meter) en de Col du Galibier (2.642 meter), om na 207 kilometer te eindigen met een spectaculaire afdaling naar Valloire.

"Het zal krachten vragen", beseft Prudhomme. "Bovendien is er slechts één week tussen de aankomst op de Tourmalet en de laatste bergrit naar Val Thorens. Er liggen vijf bergritten in acht dagen, dat zal zich laten voelen."

Dat de drie zwaarste bergritten aan de korte kant zijn (117 kilometer naar de Tourmalet, 123 naar Tignes en 131 naar Val Thorens) lijkt dan een heel verstandige keuze. Als de organisatie de extremen zoekt in de hoogtemeters, hoeft ze dat niet te doen in de afstanden. Ook positief: de verplaatsingen tussen de ritten lijken mee te vallen.

O ja, ook voor wie houdt van steile beklimmingen valt er iets te beleven: op 11 juli is er de eerste bergrit met aankomst op La Planche des Belles Filles. In tegenstelling tot andere jaren wordt de finish een kilometer verderop gelegd, wat resulteert in stroken tot 24 procent.

Wat denken de toppers van het Tour-parcours? Geraint Thomas, de laureaat van 2018, verrast op de presentatie. Hij wil zijn deelname nog niet bevestigen. "Ik ken mijn programma nog niet", zegt hij. "Over twee weken gaan we daarover praten met de ploeg."

Maar zijn ambities verraden veel. "Ik zou in juli graag mijn titel verdedigen. Het is duidelijk een zware Tour met al die cols boven de 2.000 meter, maar ik ben daar niet bang voor. Ik reageer goed op hoogte. De vele ritten door het middengebergte zullen het moeilijk maken voor de ploeg om te controleren. Hoe het met me gaat? Ik kijk er naar uit om weer te trainen. Ik heb een zotte periode achter de rug, maar ik heb er zeker van genoten."

_{Lees verder onder de foto.}

Op maat van Quintana en Bardet

Zijn ploegmaat bij Sky, Chris Froome, is verbaasd dat ze niet meer tijdritkilometers krijgen. "Ik dacht dat er meer zouden zijn, gezien de aanwezigheid van Dumoulin. Zelf had ik er ook liever meer gehad: het zou de koers completer maken en elk aspect van het wielrennen aanspreken. Dat we meer aankomsten bergop krijgen is een goede zaak want dat biedt meer mogelijkheden om risico's te nemen. Als er maar twee aankomsten bergop zijn, gaat iedereen eerder afwachten tot die twee dagen. Renners die op hoogte geboren zijn, zoals Quintana, zullen een voordeel hebben."

Ook Tom Dumoulin had graag meer tijdritkilometers gezien. "Dit is geen ideaal parcours voor me, maar dat was het dit jaar ook al niet. Het accent ligt op het hooggebergte, met de nadruk op de tweede Tour-helft." Wel dolgelukkig is de Franse rondehoop Romain Bardet. "Ik vind het schitterend. Er staan veel mythische reuzen op het programma, daar moeten verschillen kunnen ontstaan tussen de favorieten."

Van Belgische zijde tekent Greg Van Avermaet present in Parijs. Geel wordt lastig, beseft hij, ritwinst kan. "Meer nog dan bij BMC geldt bij CCC slechts één devies: kansen grijpen." En die liggen er wel voor Van Avermaet. "Epernay, op dag drie, wordt de eerste. En in topconditie moeten ook de ritten in het Centraal Massief me liggen."

Tot slot vindt hij het spijtig dat de Muur en de Bosberg in de Brussel-rit al zo vroeg komen. "We hebben al een mini-Parijs-Roubaix gekregen. Een Luik-Bastenaken-Luik-kopietje ook. Waarom kan er dan niet een keer een kleine Ronde van Vlaanderen af? Dit was een unieke kans."