Direct naar artikelinhoud
Bellen metPieter Gordts

‘Niet eerste naam waar je aan zou denken, maar wel grote naam’: over nieuwe topman van het katholiek onderwijs

Pieter Gordts over Bruno Vanobbergen, de nieuwe topman van het katholiek onderwijs.Beeld Eva Beeusaert/ Tim Dirven

Bruno Vanobbergen wordt de nieuwe directeur-generaal van het katholiek onderwijs. Hij volgt Lieven Boeve op, die tien jaar aan het hoofd stond van de ‘Guimardstraat’. Wie is die nieuwe topman, en wat is Boeves erfenis? We vragen het aan onderwijsjournalist Pieter Gordts.

Wie is Bruno Vanobbergen? Wat is zijn achtergrond?

“Bruno Vanobbergen is een grote naam, een verrassende naam ook. Hij is momenteel topman van het Agentschap Opgroeien, maar is wellicht vooral bekend van zijn job daarvoor, als Kinderrechtencommissaris, waarin hij voortdurend in de bres sprong voor de rechten van kinderen en jongeren.

“Minder bekend is dat Vanobbergen van opleiding pedagoog is, en dat hij al jaren les geeft aan de opleiding pedagogie aan de UGent. Hij heeft de link met het onderwijs dus nooit echt losgelaten. Zo zat hij de voorbije jaren ook in de raad van bestuur van een Gentse scholengemeenschap.

“Vanobbergen was niet de eerste naam waar je aan zou denken, omdat hij niet uit de traditionele katholieke zuil komt, of professor is aan de KU Leuven, zoals zijn voorganger.”

Hoe zijn ze bij Vanobbergen uitgekomen?

“De aanduiding van een nieuwe directeur-generaal is altijd een blackbox. Het is nooit helemaal duidelijk hoe die beslissing gemaakt wordt. Het is een functie waarvoor je gevraagd wordt, je kan je niet zelf kandidaat stellen. De kritiek luidt al langer dat de bisschoppen daar een stevige vinger in de pap te brokken hebben en dat dat misschien niet meer van deze tijd is.

“Ditmaal hebben ze blijkbaar gewerkt met een commissie die het profiel van de ideale opvolger heeft opgesteld. Vervolgens moest een andere commissie op zoek naar een geschikte kandidaat, waarna de bisschoppen op het einde de knoop hebben doorgehakt. Vanobbergen stond al lang op de radar, maar heeft blijkbaar een tijd getwijfeld over of hij zijn job bij het Agentschap Opgroeien – dat de voorbije jaren in stevige wind kwam te zitten met alle problemen rond kinderopvang – kon achterlaten.

“Wat opvalt, is dat ze dit keer echt wel hebben geprobeerd om de kaarten dicht tegen de borst te houden. Ze wilden absoluut vermijden dat de naam voortijdig gelekt zou worden, en dat is ook gelukt. Pas vlak voor de persconferentie vanmiddag begon zijn naam rond te zoemen. Dat is wellicht een reactie op de aanstelling van de vorige topman Lieven Boeve, tien jaar geleden. Toen lekte zijn naam al uit nog voor die bij de raad van bestuur was gepasseerd.”

Verwacht je een koerswijziging, of eerder wat accentverschillen?

“Dat is moeilijk te zeggen. Vanobbergen heeft een progressiever imago dan Boeve, maar vraag is of dat zich ook zal vertalen in een grote koerswijziging. Hij zei op de persconferentie expliciet dat hij een brug wil slaan tussen onderwijs en welzijn. Al is het gezien zijn achtergrond is ook logisch dat hij de focus zal leggen op de vele jongeren die uitvallen.”

Hoe staat het katholiek onderwijs er vandaag voor?

“Als je kijkt naar de cijfers: goed. Het katholiek onderwijs is en blijft de grootste koepel, met 70 procent van de Vlaamse leerlingen. Je ziet echter wel dat er langs verschillende kanten druk komt op het katholiek onderwijs.

“Al staat de organisatie ook onder druk. Intern na de hervormingen die Boeve heeft doorgevoerd, en de besparingen op de pedagogische begeleidingsdiensten die de politiek heeft opgelegd. En extern is er druk vanuit de politiek die als antwoord op de kwaliteitserosie probeert om zijn greep op het onderwijs te versterken.”

Wat is de erfenis van Lieven Boeve na 10 jaar aan het hoofd van het katholiek onderwijs? Wat is zijn belangrijkste verwezenlijking?

“Ik moet altijd denken aan de cartoons van hemzelf die in Boeves bureau hangen. Dat zijn cartoons waarin hij zelf op de korrel wordt genomen. In één ervan wordt hij afgebeeld als The Terminator met de titel ‘Eindterminator’, als verwijzing naar zijn verzet tegen de nieuwe eindtermen – vandaag ‘minimumdoelen’ genoemd. Dat typeert hem wel. Boeve was er absoluut niet bang voor om op te komen voor de belangen van het katholiek onderwijs. ‘Dat is waarvoor ik hier zit’, zei hij altijd. En als hij daarbij mensen tegen zich in het harnas heeft gejaagd, nam hij dat er met de glimlach bij.

“Boeve heeft het katholiek onderwijs afgeslankt. Dat was niet eenvoudig, en dat heeft intern tot heel wat tegenkanting geleid. Maar hij deed dat met de bedoeling om het katholiek onderwijs relevant te houden, en dat heeft wel tot resultaten geleid. Hij is er bijvoorbeeld in geslaagd om de eerste versie van de eindtermen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs te laten vernietigen voor het Grondwettelijk Hof omdat die volgens hem te veel de onderwijsvrijheid inperkten. Dat is en blijft wel een overwinning voor hem.

“Al was er zoals gezegd ook kritiek, bijvoorbeeld op de invoering van de katholieke dialoogscholen, waarbij leerkrachten en leerlingen van katholieke scholen in gesprek zouden gaan met andere geloofsovertuigingen. N-VA-voorzitter Bart De Wever verweet Boeve toen de koepel de facto op te heffen. Ook moet je er wel op wijzen dat Boeve, net als alle anderen verantwoordelijken binnen het onderwijs, er niet in geslaagd is om het lerarentekort af te wenden. Hoewel hij steeds op dat tekort gehamerd heeft, is hij er niet in geslaagd om het tegen te houden. Dat is schandalig, want dat zagen we van ver aankomen.”