Het WK is één week bezig: dit zijn de conclusies van onze Rode Duivels-watchers

© BELGA

De eerste week van de Rode Duivels in Rusland zit erop. Die van onze watchers in het Belgische kamp, Ludo Vandewalle en Koen Van Uytvange, ook. Dit is hen opgevallen.

LUDO VANDEWALLE: “ZE ZIJN NIET MEER ZO LIEF VOOR ELKAAR”

In het American Football werd door een groep sportsociologen een interessant onderzoek uitgevoerd. Gedurende één seizoen volgden zij twee topclubs met op het eerste gezicht behoorlijk wat tegenstellingen. De ene ploeg bestond uit verschillende groepjes, bij de andere heerste grote samenhorigheid, sympathie voor elkaar en vriendschap. Uiteindelijk viel de laatste ideale vriendengroep uit elkaar bij de eerste ruzie die de selectie meteen verscheurde. De eerste ploeg bleek veel beter te kunnen omgaan met de onvermijdelijke conflicten die in een groep gedurende een seizoen ontstaan.

Bij de Rode Duivels was het lange tijd een pijnpunt. Elke blunder werd goedgepraat en spelers die verzuimden hun werk te doen, werden nooit gecorrigeerd. De Rode Duivels wilden vooral lief zijn voor elkaar, maar eigenlijk waren ze alleen met zichzelf bezig. Het ploegbelang kwam op de tweede plaats. Typisch voor jonge spelers, maar de Duivels zijn al langer dan vier jaar top. Nu zijn ze eindelijk uit hun comfortzone getreden. Het was Kevin De Bruyne die de leidersrol naar zich toe trok. De volgende week 27-jarige De Bruyne deed dat omdat de dertigers het niet of onvoldoende deden. “Ik speel al tien jaar profvoetbal”, aldus De Bruyne. “Dan mag je je roeren. Andere leiders als Van Buyten en Lombaerts zijn er niet meer. Hazard en ik hebben hun plaats ingenomen.”

De Bruyne beperkt zich niet tot het corrigeren van de ploegmaats. Ook de bondscoach is niet veilig. In november gaf De Bruyne na de 3-3 tegen Mexico een serieus schot voor de boeg door publiekelijk te verklaren dat het er tactisch onder Martinez niet veel beter aan toe ging dan onder Wilmots. “Ik wist wat de consequenties van die uitspraken zouden zijn”, zegt De Bruyne. “Maar ik ben een winnaar: ik wil altijd winnen. Dan moet je misschien al eens iets onpopulairs zeggen.”

De spelmaker van Manchester City heeft gelijk. Wie wil winnen, gaat soms over de grens. Denk maar aan zijn tackle op Januzaj. De Bruyne excuseerde zich later, maar stuurde wél een signaal uit: hier moet worden gewonnen. Ook op het trainingsveld wordt 100 procent overgave gevraagd.

Roberto Martinez ziet het graag gebeuren. Vanaf het begin van deze WK-voorbereiding stuurde de bondscoach signalen uit naar zijn spelers dat communicatie broodnodig is. “Deze groep is zo getalenteerd dat je in de verleiding komt te denken dat er op talent alleen wedstrijden kunnen worden gewonnen”, aldus Martinez. “Dat is natuurlijk niet zo. Je moet ook praten, elkaar terechtwijzen – op een hoffelijke manier. Veel spelers hebben al iets gewonnen met hun club. Ze hebben recht van spreken.”

Na De Bruyne pikten de meesten dit op. In de wedstrijd tegen Panama maakte Vertonghen zich kwaad op Carrasco en Alderweireld. En tijdens de rust wees de immer relaxte Hazard Lukaku terecht. Gedaan met lief zijn voor elkaar. “Ik heb dat niet als een aanval bedoeld”, zegt Hazard (27). “We weten dat Romelu een doelpuntenmaker is, een uitstekende speler. Maar de ploeg heeft hem nodig in het spel; hij was te vaak onbereikbaar. Dat heb ik hem gezegd en het heeft gewerkt. In de tweede helft was hij meer aanwezig, bewoog hij meer én hij maakte twee goals. Die communicatieve aanpak heeft gewerkt, niet?”

Waarom heeft het bij deze generatie zo lang moeten duren alvorens ze doorhadden dat een directe communicatie het beste werkt? “Het heeft met maturiteit te maken”, zegt Thomas Meunier (26). “Bovendien is de status van de spelers bij hun clubs gegroeid. Vroeger was het te stil, dat klopt. Nu wordt er in de emotie al eens met de armen gezwaaid, maar dat is geen probleem. We slagen er tot hiertoe in die kritiek opbouwend en positief te houden.”

KOEN VAN UYTVANGE: “ZE ZIJN NIET MEER ZO BESCHEIDEN”

Incroyable. Zo zelfbewust dat die Belgen zijn.” Er was de opmerking van een Franse collega van L’Équipe nodig om het zelf onder ogen te zien. Le petit Belge is niet meer. Toch niet binnen de nationale ploeg. België stond vroeger voor countervoetbal, voor het ophemelen van tegenstanders, voor bescheidenheid die zelden vals was. Vandaag is de enige die in werkelijk elke opponent nog een verloren veldslag vermoedt, een Spanjaard die niet toevallig in Waterloo woont. Al snappen we het wel dat Roberto Martinez Saudi-Arabië, Egypte, Costa Rica en zelfs Panama niet afdoet als prutsploegen. Het tegendeel toegeven en vervolgens verliezen is zoveel als je hoofd zelf op het kapblok leggen voor het cynische volkje dat we zijn.

Maar als Hazard een vraag krijgt over Panama, of Meunier over Tunesië, is het antwoord min of meer hetzelfde. “Wij kijken toch vooral naar onszelf.” Lees: “Waar beginnen jullie nu over? Alsof we daar al aan gedacht hebben.” En zo gaat het al weken.

Zoals Jan Ceulemans al opmerkte: “Wij konden nog verlieren van landen als Luxemburg, dees mannen niet. En die mannen – van Vertonghen, en De Bruyne tot Hazard en Courtois – weten dat ook na drie opeenvolgende kwalificatiecampagnes. Kompany is lang niet meer de enige die predikt in de woestijn.

Het zelfbewustzijn is zelfs overgeslagen naar de verzamelde pers. De vorige toernooien werd nog lelijk gedaan over Ierland of Algerije. Vandaag lijkt het niet ernstig om veel inkt te doen vloeien over Panama of Tunesië, laat staan er de Duivels mee lastig te vallen. Een antwoord zonder gemeenplaatsen krijg je niet, en bovendien weten we allemaal dat dit toernooi pas begint tegen Engeland. Zelf beginnen ze er ook nooit over. Gisteren werd de enige vraag over Tunesië gesteld door een journaliste uit Paraguay, een land dat niet eens gekwalificeerd is. Geen idee wat haar bezielde – en geen Belg die het antwoord van Youri Tielemans neerpende.

Dat zelfvertrouwen zorgt voor rust. Een 0-0 tegen Panama na 45 minuten deed niemand panikeren. Het is een wapen, maar wanneer snijdt het mes aan twee kanten? “De lijn tussen zelfvertrouwen en arrogantie is dun. De lijn tussen arrogantie en domheid nog dunner”, is zo’n leuze die op de muren van de kleedkamer kan worden geschilderd. Het zou ons bevreemden dat het nodig is. Remember Wales? En wie het geheugen van een goudvis heeft, zal bij de les worden gehouden door coach Martinez, een Spanjaard met een Nederlandse voetbalfilosofie – Jordi Cruijff is een boezemvriend.

“Wij zijn effe Bellug”, kregen we deze week toegestuurd door een Nederlandse collega, een carnavalskraker van frieten bakkende noorderburen die nu voor de Duivels supporteren. Wel, wij zijn voor even Ollanders. Iemand moet het toch zijn?

Meer over Rode Duivels

Meer voetbalnieuws

Keuze van de redactie

Video