Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOorlog Israël-Hamas

Israël liet Iran zien dat het kan toeslaan op Iraanse bodem, verdere escalatie lijkt vermeden

Een anti-Israël spandoek op straat in Tehran op 19 April 2024.Beeld ANP

Israël heeft in de nacht van donderdag op vrijdag kleine, gecalculeerde luchtaanvallen uitgevoerd op Iraanse bodem. Voor zover bekend zijn daarbij geen slachtoffers gevallen. Het Iraanse regime maakt de aanval zo klein mogelijk voor de bühne, zodat het land niet hoeft terug te slaan.

De grote Israëlische vergeldingsaanval op Iran die sommigen vreesden, blijft vooralsnog uit. In plaats daarvan koos het kabinet van premier Benjamin Netanyahu voor een kleine, gecalculeerde aanval op onder meer een Iraanse luchtmachtbasis. Voor zover bekend zijn daarbij geen slachtoffers gevallen. Tegelijkertijd werd een radarinstallatie in zuidelijk Syrië bestookt, een gebied waar Iran eveneens militair aanwezig is.

Iraanse staatsmedia meldden in de vroege uren van vrijdag drie explosies nabij de stad Isfahan, nadat het luchtverdedigingssysteem een aantal drones uit de lucht zou hebben geschoten. Een belangrijke luchtmachtbasis zou zijn geraakt, zonder dat duidelijk is wat de schade is. Ook boven de stad Tabriz zou een onbekend aantal drones zijn neergehaald. Het internationale atoomagentschap IAEA liet weten dat Irans nucleaire installaties ‘onbeschadigd’ zijn gebleven.

Een formele erkenning dat Tel Aviv achter de aanval zat, kwam er vrijdagmorgen niet, maar daarover bestaat eigenlijk geen twijfel. Een anonieme Israëlische functionaris zei tegen de Washington Post dat de luchtaanval bedoeld was om Iran te laten zien dat de Israëliërs in staat zijn toe te slaan op Iraanse bodem. In Amerikaanse regeringskring werd – eveneens anoniem – bevestigd dat Israël erachter zit. Het gaat om een reactie op de grootschalige aanval van Teheran op Israël, vorige week zaterdag, met ruim driehonderd drones en raketten.

Zelf wijst het Iraanse bewind nadrukkelijk niet naar Israël, vermoedelijk in een poging de boel te bedaren. Wie geen dader aanwijst, hoeft immers niet te vergelden. ‘De buitenlandse bron van het incident is niet bevestigd’, aldus een Iraanse regeringsfunctionaris tegenover persbureau Reuters. Op de staats-tv kregen niet nader genoemde ‘infiltranten’ de schuld. De westerse berichtgeving werd afgedaan als propaganda, er werden beelden uitgezonden van de kalme ochtendspits in Isfahan en gewone Iraniërs die de luchtaanval vanaf hun balkon grappend nadeden met papieren vliegtuigjes.

Gezichtsverlies

Mocht Israël het hierbij laten, dan heeft het Iraanse regime van opperste leider Ali Khamenei zijn gewenste geitenpaadje gevonden om uit de huidige geweldsescalatie te komen. Net als de Amerikanen heeft Iran sinds de terreuraanval van Hamas op 7 oktober voortdurend te kennen gegeven dat het niet op een grote, regionale oorlog met Israël zit te wachten. De Hamas-leiding vroeg het land al vaker om meer hulp, maar kreeg telkens nul op het rekest.

Tegelijk wilde Iran gezichtsverlies voorkomen, nadat zijn consulaat in Damascus op 1 april door Israël was verwoest. Een hoge generaal van de Iraanse Revolutionaire Garde kwam daarbij om het leven. Het leidde tot de vrees voor een kettingreactie tussen de twee landen, waarbij de ene luchtaanval de volgende zou uitlokken. Teheran lanceerde vorige week zijn grootschalige wraakaanval met raketten en drones (zonder noemenswaardige schade), hopend dat daarmee de rekening vereffend zou zijn.

Mini-aanval

Die hoop lijkt nu bewaarheid: Israëls mini-aanval biedt, voorlopig althans, de mogelijkheid om weer af te dalen op de escalatieladder. Bij scherpslijpers aan Israëlische kant leidt dat overigens tot grote boosheid. ‘Zwak’, zo twitterde de extreemrechtse minister Itamar Ben-Gvir.

Eerder liet de Amerikaanse president Joe Biden weten dat zijn land een directe aanval op Iran niet zou steunen. Mogelijk is dat de reden voor Israëls relatief kleine luchtaanval, zo zei analist Maha Yahya, verbonden aan denktank Carnegie Middle East Center, tegen CNN. ‘De boodschap van de internationale gemeenschap is: je hebt niet het recht om ons allemaal mee te slepen in een groot conflict.’